Zypendaal, Arnhem
Omschrijving
Hoofdgebouw HUIS ZYPENDAAL. Het landgoed Zypendaal kwam in 1743 in handen van de Arnhemse stadssecretaris Mr. Hendrik Willem Brantsen en zijn vrouw Johanna Elisabeth de Vree. Zij lieten omstreeks 1762-1764 het bestaande midden 17de-eeuwse huis afbreken en een nieuw blokvormig gebouw, iets ten zuiden daarvan, optrekken in een sobere 18de-eeuwse architectuur met rijk benadrukte middenpartij naar ontwerp van Hendrik Viervant. Tussen 1803 en 1805 vonden er wijzigingen plaats door R.R. Viervant, timmerman Van Daalen en plafonneur M. Werkson. Een groot aantal ramen werd door schuiframen met een grotere roedeverdeling vervangen. Een ingrijpende verbouwing vond plaats in 1883-1884 waarbij het bureau van P.J.H. Cuypers betrokken was. In deze periode werd de toren met bekroning toegevoegd geïnspireerd op die van kasteel Ruurlo, de kap geheel vernieuwd en van een balustrade voorzien en extra dakkapellen toegevoegd. De vestibule werd met gebruikmaking van onderdelen van de oude ingangspartij naar voren uitgebreid en kreeg een balkon. Ook van Cuypers zijn de hardstenen balkons met smeedijzeren balustrades. De roedeverdeling van de meeste vroeg 19de-eeuwse ramen werden, met handhaving van het kozijn, gewijzigd. Omstreeks 1900 (1894?) werd op de zuidoosthoek van het huis een smalle antichambre uitgebreid tot de tegenwoordige salon met erker, die later nog eens is verhoogd. In de jaren zeventig en tachtig van de 20ste eeuw is het huis gerestaureerd waarbij de vertrekken aan de linkerzijde van de bel-etage en de schuiframen gereconstrueerd werden. De bel-etage is met een aantal stijlkamers met voorwerpen uit de collectie Brantsen ingericht.
EXTERIEUR. Het vrijwel vierkante, uit baksteen opgetrokken huis staat op een hardstenen plint en bestaat uit een souterrain, bel-etage, verdieping en een zolderverdieping. Het wordt beëindigd met een omlopend schilddak met leien gedekt. Aan alle zijden dakkapellen met segmentvormige bekroning en roedevensters. Boven de (bredere) dakkapel van de middentravee een uurwerk uit 1888, gemaakt door de Haagse stadsuurwerkmaker L.F.W. Volcke. Twee luidklokken gegoten door Petit en Fritsen. Hoekschoorstenen met ijzeren bekroningen en een balustrade daartussen. Tegen de zuidoosthoek staat een bouwdeel met gelijke verdiepingshoogte maar onder een plat dak. In de oksel tussen achtergevel en aanbouw staat een slanke toren met barok helmdak. Alle vensters met licht getoogde strekken. De ramen van de bel-etage aan de linkerzijgevel hebben een (gereconstrueerde) kleine roedeverdeling. Overigens, met uitzondering van het souterrain, is de vensterverdeling naar ontwerp van bureau Cuypers. Op de middentravee van de symmetrisch ingedeelde voorgevel sluit een uitgebouwde vestibule met balkon aan. De onderbouw is met 18de-eeuwse hardstenen platen met pilasters en Corinthische kapitelen bekleed. Daarnaast een ijzeren armatuur met luidklok 'Johannes Specht Ao 1734 Rotterdam'. Gebogen smeedijzeren balkon. Boven de balkondeuren hardstenen platen met het wapen Brantsen met aan weerszijden de wapens van de grootouders Brantsen en Mossel (links) en Van Heeckeren en Van Pabst van Bingerden (rechts). De vestibule heeft een onderbouw met rondboogdoorgangen die met rustiek gehakte hardstenen platen zijn bekleed. De onderbouw is bereikbaar via hardstenen trappen aan weerzijden van de vestibule. De onderdoorgang geeft toegang tot het souterrain enerzijds en tot een overwelfde ruimte onder het voorplein anderzijds. Aan weerszijden van de vestibule staan op de kademuren ijzeren balustrades tussen natuurstenen posten. Aan de rechterzijgevel een gebogen balkon over de drie middelste traveeën van de bel-etage en een balkon op de verdieping voor het middenvenster. Het metselwerk van toren en aanbouw aan de achterzijde wijkt in kleur af van de rest. Uitgebouwde erker over twee bouwlagen die rust op twee natuurstenen consoles. Op de verdieping een vijfzijdige natuurstenen gevelsteen met 'Zypendal 1650' en het wapen Tulleken en Everwijn. In het bovendeel van de gevel een rondboogvenster. In de noordgevel van de toren een steen met '1883'. Over de hele breedte bevindt zich aan de achterkant een boogvormige onderdoorgang waar de afvoeren op uit kwamen. In het INTERIEUR is de indeling grotendeels van de bouwtijd. Alle bouwlagen hebben een centrale gang met aan weerszijden vertrekken. Het souterrain, toegankelijk van buiten af met twee trappen naast de vestibule en van binnen uit via een gebogen trapje achter het trappenhuis. Centrale gang met marmeren platen. De meeste vensters met spijlen, behalve bij het nieuw aangebouwde deel. Een aantal vertrekken met binnenluiken. Kelder links voor met troggewelven op houten balken. De aankleding van de vertrekken op de bel-etage met lambriseringen, stucplafonds en schouwen is grotendeels in Lodewijk XV-stijl. Aangenomen wordt dat er tijdens de verbouwing door bureau Cuypers een groot deel daarvan is gerealiseerd. De vensters zijn van binnenluiken en vensterbanken voorzien. De vertrekken op de bel-etage zijn zowel vanuit de gang te bereiken als onderling verbonden, aan de rechterkant middels een enfilade, aan de linkerzijde vormen zij een kamer en suite. De vestibule met stucplafond in Lodewijk XV-stijl. Houten bordestrap met rijk gesneden trappaal en balusters in Lodewijk XV-stijl. De 18de-eeuwse trap in aan het eind van de 19de eeuw aangevuld met extra bordesbalustrades. Terzijde van de trap ingebouwde kastenwand. Middengang met wit marmeren vloer en gevlochten ruitpatronen in zwart, rood en zandkleurig marmer uit 1890. Houten lambrisering, brede getoogde en geprofileerde kozijnen met paneeldeuren (18de-eeuws). Boven de deuren gestucte panelen met kroonlijsten, korfboogpanelen met ornament. Plafond in Lodewijk XV-stijl. De Blauwe Kamer (rechts voor) heeft een houten lambrisering met panelen en een eenvoudig stucplafond met hoekornamenten. Schouw met houten boezem en boogvormige spiegel, marmeren mantel in Lodewijk XV-stijl. Middenvertrek rechts (Herenkamer) met paneellambrisering, stucplafond in Lodewijk XV-stijl, houten schouw met mantel met gecanneleerde pilasters, boezem met gesneden zuiltjes, spiegel en kroonlijst, eind 19de eeuw. Achtervertrek rechts (Rode Salon) was oorspronkelijk een kabinet en is omstreeks 1900 vergroot. Houten paneellambrisering, stucplafond in Lodewijk XV-stijl, schouw met rijk geornamenteerde marmeren mantel en houten boezem met spiegel in Lodewijk XIV omlijsting. De Damessalon (links voor) heeft een houten paneellambrisering, stucplafond in Lodewijk XV-stijl, wit marmeren schoorsteenmantel (eind 19de eeuw) en dubbele schuifdeuren naar de eetkamer. Eetkamer met houten parketvloer met sterpatronen, houten paneellambrisering, stucplafond in Lodewijk XV-stijl, rijk gesneden houten schouw in Lodewijk XIV-vormen (19de eeuw) afkomstig uit huis Doorn bij Zwolle, in 1907 overgebracht naar het huis Willemsplein 20 in Arnhem en sinds 1970 in Zypendaal. Achter de eetkamer een dienkamer. Op de verdieping een centrale gang en een plafond met enkelvoudige balklaag. Zolderverdieping met middengang. In het achterste gedeelte een gestuct tongewelf met gordelboog op geornamenteerde consoles. De ruimte van de toren wordt met een houten kruisgewelf van kraaldelen overkluisd.
Waardering
Hoofdgebouw HUIS ZYPENDAAL behorend tot de historische buitenplaats Zypendaal van bijzonder architectonisch, cultuurhistorisch en stedenbouwkundig belang
- wegens de ouderdom
- wegens de architectuur
- als goed voorbeeld van een Gelders regentenhuis uit het midden van de 18de eeuw
- wegens de plaats in het oeuvre van Hendrik Viervant
- wegens de eind 19de-eeuwse modernisering en uitbreiding binnen het 18de-eeuwse concept
- wegens de gaaf bewaard gebleven 18de-eeuwse indeling van het huis
- wegens de fraai bewaard gebleven interieuronderdelen
- wegens de situering in het midden van het 19de-eeuwse landschapspark
- wegens de visueel- en functioneel ruimtelijke relatie met de overige gebouwen op de buitenplaats
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
De HISTORISCHE BUITENPLAATS ZYPENDAAL ligt ten noorden van Sonsbeek en ten oosten van Gulden Bodem in een beekdal van de stuwwal tussen en vertoont daardoor aanmerkelijke hoogteverschillen. Zypendaal wordt gekarakteriseerd door oude boomgroepen, open weiden, vergezichten en sprengen die uitmonden in vijverpartijen. Deze zetten zich voort als St. Jansbeek in het park van Sonsbeek. De naam Zypendaal of 'De Sijp' heeft de plaats waarschijnlijk te danken aan de talrijke bronnen in het lage gedeelte (sijpelen of siepelen is druppelen).
De in structuur en detail gaaf bewaard gebleven historische buitenplaats Zypendaal bestaat uit de volgende onderdelen: HOOFDGEBOUW (ZYPENDAAL) (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), KOETSHUIS (3), ORANJERIE (4), TUINHUIS of PAVILJOEN (5), CASA BIANCA (6), BOERDERIJ DE TEERPLAATS (7), TOEGANGSHEK (8) TUINBEELD (9) en WEIDEHEKKEN (10).
In de 17de en vooral de 18de eeuw worden aan de noordzijde van Arnhem diverse landgoederen ontwikkeld, gebruik makend van de reliëfrijke ondergrond en de aanwezigheid van sprengen. Zypendaal en Gulden Bodem maken daar deel van uit. Als landgoed wordt 'De Sijp' in 1644 voor het eerst genoemd toen Laurens Swaenendijk er eigenaar was. Hij verkocht in 1650 het bezit aan Abraham Tulleken en Gerhardina Everwijn, die een klein huis lieten bouwen. Het landgoed Zypendaal kwam in 1743 in handen van de Arnhemse stadssecretaris Mr. Hendrik Willem Brantsen en zijn vrouw Johanna Elisabeth de Vree. Zij lieten tussen 1762-1764 het bestaande huis afbreken en een nieuw blokvormig gebouw optrekken, naar alle waarschijnlijkheid onder leiding van stadstimmerman Hendrik Viervant. Een aantal jaren later kwamen er aan het voorplein een oranjerie en koetshuis bij. In het midden van de 18de eeuw lag het huis Zypendaal in een vierkante vijver. In de onmiddellijke omgeving bevonden zich tuinen en een moestuin, doorsneden met een regelmatig padenpatroon. Het zwaartepunt van de tuinaanleg lag terzijde van het huis in de lengterichting van het dal. Loodrecht op het dal loopt een as van het huis in westelijke richting naar een huis aan de overkant van de Zijpendaalseweg op het terrein dat Gulden Bodem heet. In oostelijke richting liep een laan met dubbele laanbeplanting tegen de helling van de Beek- of Bickersberg op. Verder weg, aan oost- en westzijde van het landgoed is een aarzelend begin van een landschappelijke aanleg met slingerende paden waarneembaar. Op een kaart van 1753 door W. Leenen dit alles weergegeven. In het begin van de 19de eeuw vond een modernisering naar een landschappelijk stadium plaats. De eerste fase in deze omvorming bestond uit werkzaamheden die door J.P. Posth werden uitgevoerd van 1802-1804. Naar zijn plannen werden de vijvers aan de noordzijde van het huis vergraven en met elkaar verbonden. De lijnen van het padenbeloop zijn vloeiender gemaakt. Bovendien realiseerde hij de gebogen oprijlanen aan noord- en zuidzijde en vergrootte hij de achterste vijver aan de zuidkant, grenzend aan Sonsbeek. De tweede langwerpige vijver is toen gegraven. Het grootste deel in landschapsstijl is echter aangelegd omstreeks 1863. Toen liet W.G. baron Brantsen naar ontwerp van C.E.A. Petzold de vroeg 19de-eeuwse aanleg veranderen. Hij wijzigde de padenloop, maakte de vorm van de onderste spiegelvijver vloeiender. Aan de westzijde van deze vijver, waar een zijdal in het hoofddal uitkomt, creëerde Petzold een romantische plek met een kunstmatige meanderende beek langs lichte en donkere plekken met kleine watervallen naar de vijvers ten noorden van de Parkweg. Ook kwamen grote gazons met wisselende omzoming tot stand. Een volgende grote verandering dagtekent van 1890 toen H.A.C. Poortman de spiegelvijvers en de aanleg voor het huis Zypendaal veranderde. Hij heeft de vijvers verbreed en een bloementuin aangelegd tussen koetshuis en oranjerie (gereconstrueerd in 1984 door mevrouw M.E. Canneman-Philipse). Bij een verbouwing van het huis in 1883-1884 naar plannen van bureau Cuypers is aan de voorzijde een vestibule en aan de achterzijde een toren toegevoegd. Daarin is een wapensteen met de naam Zypendaal en het jaartal 1651 opgenomen, afkomstig van de afgebroken voorganger. In het interieur is de aankleding gewijzigd. Bij een volgende uitbreiding een paar jaar later werd de uitbouw aan de achterkant gerealiseerd. In 1919 zijn de landgoederen Zypendaal en Gulden Bodem, die tot dan bij elkaar hoorden, gesplitst. Graaf en gravin Von der Goltz-Brantsen gingen in het Jachthuis op Gulden Bodem wonen, barones Brantsen-Bohlen bleef op Zypendaal. In 1925 werd het landgoed Zypendaal door J.C. Hartogs, directeur van de Enka, aangekocht en aan de gemeente Arnhem in bruikleen afgestaan. In 1930 kwam de gemeente Arnhem in bezit van Zypendaal. In 1975 kwamen huis Zypendaal en koetshuis door langdurige erfpacht in handen van de Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen. Na een in 1982 afgesloten restauratie werd Zypendaal het kantoor van de Stichting Het Geldersch Landschap en Vrienden der Geldersche Kasteelen. Een aantal representatieve ruimten op de bel-etage zijn ingericht als bewoond adellijk huis, waarbij gebruik gemaakt is van originele inventarisstukken uit de Brantsenlegaten. De oranjerie en het koetshuis zijn als kantoor ingericht.
Omgrenzing De omgrenzing van het historische buitenplaatsencomplex Zypendaal wordt aan de zuidzijde gevormd door de Parkweg, aan de westkant door een deel van de Kluizeweg die ombuigt in oostelijke richting in de Daam Fockemalaan, langs de sportcomplex; vervolgens noordwaarts langs de Wolflaan tot aan de Schelmseweg en vandaar af weer in zuidelijke richting langs de Zijpendaalseweg. De omgrenzing van het complex alsmede de situering van de complexonderdelen staan op de bij de bescherming horende kaart aangegeven.
Waardering van het complex
Het complex HISTORISCHE BUITENPLAATS ZYPENDAAL is van algemeen cultuur-, architectuur- tuinhistorisch en landschappelijk belang
- wegens de ouderdom
- als voorbeeld van een door stedelijke regenten gestichte buitenplaats
- als een van de buitenplaatsen ten noorden van Arnhem gelegen
- wegens de aanwezigheid van het midden 18de-eeuwse huis, waarschijnlijk naar ontwerp van Hendrik Viervant
- als gaaf voorbeeld van het incorporeren van een bestaande landschapsstructuur in het ontwerp van de buitenplaats - wegens de visuele samenhang tussen de gebouwen onderling en de omgeving.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Zijpendaalseweg | 44 | – | 6814 CL | Arnhem | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | N | 6277 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1883 | 1884 | – | verbouwing |