Vilsteren, Vilsteren
Omschrijving onderdeel 2: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG.
Grootschalige tuin- en parkaanleg in landschapsstijl en formele stijl radiaalsgewijs gelegen rondom Kasteel Vilsteren en gesitueerd aan weerszijden van de Vilsterseweg. De ontwikkeling van de oorspronkelijk geheel en thans gedeeltelijk tot het landgoed behorende bebouwing tot dorp hebben tot de in Nederland unieke situatie geleid, dat de agrarische dorpskern met kerk en molen door deze grootschalige parkaanleg worden omsloten en in de wandeling een belangrijke beeldbepalende waarde vertegenwoordigen.
De oudste delen van het park strekken zich uit aan de zuidzijde van de Vilsterseweg en werden vanaf circa 1730 door eigenaar Alexander van Grootvelt en na diens dood in 1774 door zijn broer Willem van Grootvelt aangelegd. Deze bestaan uit:
- de huisplaats, gelegen in een punt waar de Vilsterseweg en de Vilsterse Allee bijeenkomen. Ten behoeven van het doorzicht vanuit het huis naar de overzijde van beide wegen is dit deel van de wegen vrij gehouden van laanbeplanting;
- de door een tuinmuur uit het einde van de 18de eeuw (onderdeel 7) omgeven rechthoekige nuts- en siertuin;
- het langwerpige rechthoekige bosperceel dat aan de zuidzijde van de tuin grenst waarin de Zeven Alleeën liggen, westelijk daarvan ligt een volgend bosperceel. In de 18de eeuw bevond zich hier een groot sterrenbos. Dit sterrenbos werd aan de oostzijde begrensd door de rechte oorspronkelijk van laanbeplanting voorziene Gravendijk (thans zonder laanbomen), die in een haakse hoek op de Vilsterseweg aansluit;
- het ongeveer vierkante in oorsprong 18de-eeuwse sterrenbos, dat aansluit aan de westzijde van voornoemd bosperceel; deze twee voormalige sterrenbossen heten samen het Gravenpark.
- de uit de 18de eeuw daterende Borrinkdijk met laanbeplanting (eik), dat de huisplaats en het erf met bedrijfsgebouwen aan de oostzijde afsluit;
- het uit de 18de eeuw daterende langwerpige rechthoekige bosperceel genaamd Gernerbelten dat aansluit aan de Vilsterse Allee en zich in oostelijke richting uitstrekt. Aan het einde van de 18de eeuw werd in dit bos het nog bestaande lanen- (en thans deels paden)stelsel in de vorm van een assenkruis aangelegd met in het hart een heuvel waarop een solitaire boom.
In de 18de eeuw was er geen sprake van een parkaanleg aan de noordzijde van de Vilsterseweg, met uitzondering van de in de tweede helft van de 18de eeuw aangelegde rechte laan (beuk), die ter hoogte van de westzijde van de huisplaats zich in noordwestelijke richting in een rechte lijn naar de Vecht voert.
De laatste wijziging van de parkaanleg in formele trant vond plaats in 1793, drie jaar na de dood van eigenaar Willem van Grootvelt, in opdracht van zijn schoonzoon Michael Helmich. Deze legde ten zuiden van de huisplaats een stelsel van zeven alleeën aan die in zuidelijke richting tapsgewijs naar één punt voeren. Drie van deze bewaard gebleven lanen zijn gericht op respectievelijk het huis, de tuin (te weten op de nu verdwenen koepel in de noordtuinmuur) en moestuin (vroeger lag hier erve Alen).
In de periode 1810-1815 vond een verlandschappelijking van delen van bovengenoemde elementen plaats. Michael Helmich gaf de tuinarchitect Georg Anton Blum hiertoe de opdracht. De paden van het meest westelijke sterrenbos werden in kronkels verlegd, zoals nu nog te zien is, maar de stervorm bleef gehandhaafd. Het langwerpige bosperceel ten oosten hiervan, waar oorspronkelijk een sterrenbos was gelegen, kreeg, waarschijnlijk onder instructie van Blum, het huidige patroon van in ruime curven verlopende slingerpaden. Het terrein direct ten oosten hiervan, tussen de Gravendijk en Borrinkdijk, werd eveneens bebost en van een patroon van slingerpaden voorzien. Het oorspronkelijk rechthoekige omgrachte tuingedeelte ten zuiden van het huis kreeg naar ontwerp van Blum een licht geaccidenteerd oppervlak en in curven verlopende wateromlijsting en werd met fruitbomen beplant (thans pinetum van Tersteeg).
De strook parkaanleg tussen huisplaats, moestuinmuur en Vilsterseweg werd eveneens in landschapsstijl heraangelegd.
In 1803 werd op de plek van de oude spieker een nieuw landhuis gebouwd. Toen kwam vermoedelijk ook de aanplant van eiken aan de voorzijde van het huis aan weerszijden van het gezicht in noordelijke richting tot stand. Het voornoemde zicht werd omlijst door twee rijen beuken tussen huis en poort, nu staan er lindebomen.
Vanaf 1803 werd ook een begin gemaakt met een aanleg in landschapsstijl aan de overzijde van de Vilsterseweg en Vilsterse Allee. Het is onbekend of de alhier aangelegde wandeling in grillige landschapsstijl onder leiding van een landschapsarchitect heeft plaatsgevonden, of Michael Helmich het ontwerp naar eigen inzicht heeft laten uitvoeren, of dat er sprake is geweest van een samenwerking tussen opdrachtgever en tuinarchitect. Aansluitend op de rechte laan naar de Vecht werd rondom de Molenes over een sterk geaccidenteerd terrein een wandeling aangelegd, die voert langs een heuvelpartij in de vorm van een kurkentrekker met uitzicht op de Vecht, langs een koepel met uitzicht op de es (onderdeel 12), huis en dorp, en die over de aan het eind van de 18de eeuw aangelegde laan genaamd Siegersteeg (gelegen in het dorp in het verlengde van de Borrinkdijk) weer naar het huis voert.
Door aankoop en grondruil was zijn zoon Piet Helmich omstreeks 1840 in staat de wandeling rondom de Molenes door te zetten rondom de ten oosten hiervan gelegen Grote es, waardoor de huidige rondwandeling in landschapsstijl om beide essen is ontstaan, die aan de oostzijde aansluit bij de eveneens door Piet Helmich van slingerpaden voorziene bosaanleg Gernerbelten. Evenals de wandeling rondom de Molenes werd de wandeling van de Grote es van een sterke accidentatie voorzien, (deze accidentatie heeft een natuurlijke oorsprong), met name het bosgedeelte aan de noordwestrand van de Grote es, waar op een beboste heuvelpartij naast een Rododendronvallei de rustieke hermitage (onderdeel 11) werd gebouwd. Ook het westelijke gedeelte van de bosaanleg Gernerbelten werd in deze periode op een vergelijkbaar grillige wijze vergraven. Evenals bij de wandeling rondom de Molenes zijn er vanaf de wandeling rondom de Grote es diverse doorzichten op de es.
De belevingswaarde van de doorzichten vanaf de wandeling rondom de Molenes werd in 1858 vergroot door de bouw van de hoge korenmolen (onderdeel 13) op de es tegen de dorpsrand en door de bouw van de neogotische kerk in de dorpskern in 1897. De bouw van deze kerk werd bekostigd door de toenmalige eigenaar van Vilsteren Wilhelmus Cremers.
De parkaanleg van Vilsteren onderging enkele wijzigingen nadat zijn zoon Gellius Pathuis de buitenplaats had geërfd. Omstreeks de tijd van de bouw van het huidige landhuis in 1906 werd onder leiding van de tuinarchitect Dirk F. Tersteeg de huidige druppelvormige oprit (gazon) aangelegd, met aan weerszijden parkgazon, waardoor een ruimmazig patroon van zeer smalle slingerpaden verloopt. Achter het huis ontwierp Tersteeg een grote Nieuw Architectonische tuin, waarvan het padenpatroon bewaard is gebleven. Het nog aanwezige pinetum op het eiland is ook van Tersteeg.
Waardering
De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG van VILSTEREN is in tuinhistorisch en cultuurhistorisch opzicht van bijzonder belang:
- als een in Nederland uniek voorbeeld van een 19de-eeuwse rondwandeling in landschapsstijl, die open agrarisch land met dorp omsluit, waarbij het open land en het dorp (met name molen, kerk en enkele boerderijen) een grote belevingswaarde voor deze wandeling vertegenwoordigen;
- vanwege de grootschalige met parkbos beplante aanleg deels in landschappelijke en formele stijl aan de zuidzijde van de Vilsterseweg;
- vanwege de grootschaligheid en gaafheid van de aanleg;
- vanwege de zeldzaamheidswaarde van enkele onderdelen van de aanleg, zoals de aanleg van de kurkentrekker en de aanleg van de heuvelpartij met rustieke hermitage en Rododendronvallei.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Het in structuur en grotendeels in detail goed bewaard gebleven complex HISTORISCHE BUITENPLAATS VILSTEREN bestaat uit de volgende onderdelen:
Het LANDHUIS Vilsteren (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), voormalig KOETSHUIS (3), voormalige KOESTAL (4), HOOISCHUUR (5), WAGENLOODS (6), MOESTUINMUUR met TUINMANSWERKPLAATS (7), BRUGGEN (8A en 8B), TOEGANGSHEK (9), IJSKELDER (10), HERMITAGE (11), KOEPEL (12), WINDKORENMOLEN (13), BOERDERIJ BORRINK (14), HUIS van de WERKBAAS (15), OUDE HUIS van de WERKBAAS (16), BOERDERIJ GROOTHOF (17).
De geschiedenis van het Hof te Vilsteren gaat terug tot in de Middeleeuwen. Vilsteren was het hoofdhof van het gelijknamige buurtschap. Uit 1381-1383 dateert de eerste vermelding van het Hof, wanneer het hof met toebehoren door de Utrechtse bisschop wordt beleend aan Herman van Vilsteren. Uit 1675 dateert de eerste vermelding van een "Spieker" op Vilsteren, in eigendom van de heer Van Vilsteren. In 1754 kwam het huis en hof van Vilsteren "met alle deszelfs getimmerten en onderhoorigen plantagien, opgaende bomen, akkermaalshout zo agter het huis als elders, weiden en hooilanden aen en over de Vegt" in eigendom van Alexander van Grootvelt, die in de decennia hiervoor al de buitenplaats in beheer had. Dit wordt vermeld in een reisverslag uit 1730, waarin "de plaats van den heer Grootveldt" wordt vermeld, "alwaar considerable nieuwe plantagien van eijkenboomen waren angelegt". Na de dood van Van Grootvelt in 1774 gaat zijn broer Willem van Grootvelt verder met de aanleg van plantagiën en met de vergroting van het landgoed. Voor 1790 waren de volgende nog bestaande elementen aanwezig: de rechthoekig ommuurde moestuin (muur uit 1783; oorspronkelijk werd het lange muurgedeelte door een koepel onderbroken, die in 1864 werd afgebroken), het monumentale toegangshek in Lodewijk XVI-stijl (1786), de rechte laan met laanbeplanting pal aan de noordzijde van het huis (Vilsterseweg), de hierop aansluitende rechte laan met laanbeplanting tussen de buitenplaats en het dorp Vilsteren (Vilsterse Allee), de rechte laan met laanbeplanting ter hoogte van de huisplaats in noordwestelijke richting van de Vecht, het vierkante sterrenbos aan de westzijde van de historische tuin- en parkaanleg, het ruime rechthoekige beboste terrein tussen het sterrenbos en de haaks op de Vilsterseweg staande Gravendijk (in de 18de eeuw eveneens voorzien van een sterpatroon), de tegen de oostzijde van de huisplaats gesitueerde noord-zuid verlopende laan met laanbeplanting (Borrinkdijk) en het ruime rechthoekige beboste perceel aansluitend en ten oosten van de Vilsterse Allee, de zogenaamde Gernerbelten. Laatstgenoemde geaccidenteerde bosaanleg werd doorsneden door een lanenstelsel in de vorm van een assenkruis met in het hart een heuvel waarop een solitaire boom (grove den). Alhoewel de in oorsprong in formele stijl aangelegde huisplaats in 1787 in landschapsstijl werd vergraven vonden grootscheepse wijzigingen en uitbreidingen van het park van Vilsteren in landschapsstijl vanaf het begin van de 19de eeuw plaats. Na de dood van Willem van Grootvelt in 1790 breidde zijn schoonzoon Michael Helmich de aanleg in formele trant uit, door de aanleg van de zogenaamde nog steeds in het veld herkenbare Zeven Alleeën in 1793, een stelsel van lanen, die aan de zuidzijde van het park vanuit een punt straalsgewijs in zeven richtingen uiteengaan: de middelste laan vormt de op de achtergevel van het huis gerichte zichtas vanuit het huis in zuidelijke richting. In 1803 werd in het vervolg op de rechte laan naar de Vecht rondom de zogenaamde Molenes ten noorden van het huis een geaccidenteerde wandeling in landschapsstijl aangelegd met uitzichtheuvel (Kurkentrekker) waarop koepel (afgebroken) met uitzicht naar de Vecht en een (nog bestaande) koepel met doorzicht naar de es. Oorspronkelijk was laatstgenoemde koepel van hout. In 1854 werd de houten koepel door een stenen koepel vervangen. De huidige koepel betreft een in de jaren twintig van de 20ste eeuw herbouwd exemplaar.
In de periode 1810-1815 werden onder leiding van de tuinarchitect Georg Anton Blum verschillende delen van het park verlandschappelijkt. De lanen in het sterrenbos aan de westzijde van de aanleg kregen een kronkelend verloop, het sterpatroon in het grote rechthoekige aan de oostzijde hierop aansluitende bosperceel verdween. Ervoor in de plaats kwam het huidige ruimschalige, in curven verlopende padenpatroon. De strook parkaanleg tussen huisplaats, moestuinmuur en Vilsterseweg werd eveneens in landschapsstijl heraangelegd en de omgrachting aan de zuidzijde van het huis werd in curven vergraven, waardoor het huidige eiland met parkbomen en heesters ontstond (oorspronkelijk beplant met fruitbomen).
In 1803 werd de oude spieker vervangen door een landhuis op rechthoekige grondslag. Toen kwam vermoedelijk ook de aanplant van eiken aan de voorzijde van het huis aan weerszijden van het gezicht vanuit het huis over de Molenes in de richting van de koepel tot stand.
Na de dood van Michael Helmich in 1835 nam zijn zoon Piet Helmich het beheer van de buitenplaats over. Door aankoop en grondruil omstreeks 1840 was Piet Helmich in staat de wandeling rondom de Molenes door te zetten rondom de ten oosten hiervan gelegen Grote es, waardoor de huidige rondwandeling om beide essen is ontstaan, die aan de oostzijde aansluit bij de eveneens door Piet Helmich van slingerpaden voorziene bosaanleg Gernerbelten. Evenals de wandeling rondom de Molenes werd deze wandeling van een sterke accidentatie voorzien, (deze accidentatie heeft een natuurlijke oorsprong), met name het bosgedeelte aan de noordwestrand van de Grote es, waar op een beboste heuvelpartij naast een Rododendronvallei de nog bestaande rustieke Hermitage (voor 1846) werd gebouwd.
Ook het westelijke gedeelte van de bosaanleg, Gernerbelten, werd in deze periode op een vergelijkbare grillige wijze vergraven.
In 1858 werd in de zichtas vanuit het huis op de Molenes en op strategische plaatsen vanaf de wandeling rondom deze es zichtbaar de huidige hoog opgetrokken korenmolen gebouwd.
Deze door Michael en Piet Helmich gerealiseerde wandeling rondom de molenes en Grote es vormt een in Nederland uniek voorbeeld van een parkaanleg in landschapsstijl die een dorp en open percelen bouw- en weilanden omsluit, en waarbij het dorp met omringende bouw- en weilanden gedurende de wandeling een grote belevingswaarde vertegenwoordigen.
Na de dood van Piet Helmich in 1860 werd door diens zoon Henricus Helmich in 1865 even ten westen van de oprit en ten noorden van de moestuinmuur de huidige kleine ijskelder gebouwd. Na diens dood in 1884 vererfde de buitenplaats naar zijn zuster Johanna, gehuwd met Wilhelmus Cremers.
Onder leiding van Cremers werden het koetshuis (1886), de koestal, en het huis voor de werkbaas (1904) gebouwd. Voorts werd in deze tijd de noordelijke moestuinmuur verlengd en kwam een kleine tweede moestuin tot stand met in de noordoosthoek de bewaard gebleven tuinmanswerkplaats. In 1897 werd door Cremers de bouw van de huidige door architect J.W. Boerbooms in neo-gotische stijl gebouwde St. Wilibrordus kerk bekostigd, die vanaf de wandeling rondom de Molenes in de doorzichten op de es tesamen met de molen en de hier gelegen boerderij sindsdien een beeldbepalende rol vervult.
Een jaar na de dood van Cremers in 1906, laat zijn erfgenaam Gellius Pathuis Cremers, gehuwd met Hermance Maria Vos de Wael door Eduard Cuypers het huidige hoofdgebouw optrekken, dat op dezelfde plaats als de spieker en het vroeg 19de-eeuwse landhuis werd gebouwd. In samenwerking met Cuypers werden onder leiding van de tuinarchitect Dirk F. Tersteeg enkele wijzigingen in de parkaanleg doorgevoerd. Voor het huis werd een druppelvormige oprit (gazon) aan gelegd, met aan de westzijde een ruimmazig patroon van zeer smalle slingerpaden, die in het westen aansluiten bij het door Blum aangelegde padenpatroon. In deze periode werden ook aan de Vilsterseweg en de Vilsterse Allee de huidige twee deels betonnen en ijzeren kleine toegangsbruggen gerealiseerd.
Wat er over is van de aanleg van Tersteeg ligt direct achter het huis. Het nu nog aanwezige pinetum op het eiland is ook van Tersteeg.
Waardering van het complex
De HISTORISCH BUITENPLAATS VILSTEREN met landhuis, bijgebouwen en tuin- en parkaanleg is van bijzonder cultuur-, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang:
- als beeldbepalend middelpunt van het gelijknamige dorp;
- als hoogtepunt in het oeuvre van de architect E. Cuypers;
- als monumentaal ensemble met hoge ensemblewaarden;
- vanwege de neorenaissance bouwstijl van het huis en het Koetshuis;
- vanwege de fraaie situering;
- vanwege de gaafheid van de onderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vilsterseweg | 16 | – | 7734 PD | Vilsteren | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | – | Landschappelijke tuin |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | H | 103 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7276 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2946 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7024 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7253 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7022 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 83 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 117 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7633 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2955 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 161 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 3469 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7708 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7263 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 154 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 57 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7237 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7696 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7273 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2922 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2923 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2936 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2937 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2938 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2939 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2940 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2953 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2954 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7236 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7880 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 111 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 114 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 159 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 160 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 3470 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 3647 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 3648 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 4427 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 47 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 52 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 55 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 68 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7256 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 56 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 58 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 60 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 6071 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 65 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 66 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 67 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 6895 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 69 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 6903 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 691 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 70 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7023 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7025 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7026 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7030 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7036 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7083 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7084 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7085 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7158 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7235 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7238 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7254 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7261 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7262 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7267 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7278 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7279 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 73 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 74 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7400 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7402 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7403 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7404 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7406 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7407 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7408 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7409 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7494 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 75 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 76 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7632 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7677 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7699 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7701 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7703 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7709 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7710 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 8038 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 81 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 82 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 84 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 8140 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 8139 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7275 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2943 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 2952 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 59 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7405 | – | Ambt-Ommen |
– | H | 7272 | – | Ambt-Ommen |