529698, Arnhem
Inleiding
Gebouw 1-28 ligt vrijstaand tegen een bosachtige achtergrond in de westelijke oksel van de T-kruising van de oostelijke van de beide noordzuid lopende wegen van Klein-Heidekamp en de zuidelijke diagonale verbinding tussen deze beide, tussen de nummers 1-26 en 1-29. De daknok is van noordwest naar zuidoost gericht en loopt ongeveer evenwijdig met de diagonale weg. Gebouw 1-28 is een in 1940-1941 als 'Regelbau' tot stand gekomen officierswoning met schuur of garage en is op macroniveau onderdeel van een grote militaire vliegveldstructuur uit de jaren 1940-1945, op mesoniveau van een ijl complex van in een brinkdorpachtig verband geplaatste gebouwen, en hierbinnen op microniveau van een cluster losjes gegroepeerde woningen en annexe gebouwen. De annexe schuur of garage (A13) is belangrijk vergroot, onder handhaving van enige delen van het oorspronkelijk muurwerk, maar valt buiten de objectbescherming.
Omschrijving
Eenlaagse, met ca. 50 cm dik buitenmuurwerk en ten dele met kruipruimte uitgevoerde bakstenen OFFICIERSWONING op rechthoekige plattegrond en gedekt door een onderin iets uitgezwenkt en met gesmoorde Tuiles du Nord belegd zadeldak tussen puntgevels, met in het zuidoostelijke dakschild een kleine houten dakkapel en een bakstenen schoorsteen en in het noordwestelijke op twee niveaus moderne dakramen. In de kopse, noordoostelijke hoofdgevel rechts een toegangsopening onder hanenkam, met stoep van twee treden, een houten lattendeur met drie boven elkaar geplaatste raampjes en een in vieren verdeeld bovenlicht; links twee vensters onder hanenkam, met betonnen kalf, waarin boven met plakroeden verdeelde vierruits valramen en onder naar binnen openende dubbele met plakroeden verdeelde tweeruits draairamen; onder het kalf voorzien van plaatstalen luiken met in groen en wit geschilderd zandlopermotief; op zolderverdiepingniveau twee kleine rechthoekige vensters met vierruitsverdeling, beide onder halfronde rollaag en met baksteen gevuld boogveld. De kopse achtergevel spiegelbeeldig uitgevoerd; toegangsopening voorzien van vernieuwde tuindeur. De noordwestelijke rechter langsgevel met rechts een kleine vensteropening met bakstenen onderdorpel en centraal een vensteropening met betonnen kalf, waarin boven een met plakroeden verdeeld vierruits valraam en onder twee naar binnen openende dubbele met plakroeden verdeelde tweeruits draairamen; onder het kalf plaatstalen luiken voorzien van een in groen en wit geschilderd zandlopermotief. De zuidoostelijke linker langsgevel bevat twee met de laatstgenoemde vergelijkbare vensteropeningen. Vrijwel alle kozijnen op de begane grond voorzien van voorzetramen, onder handhaving van de aanwezige ramen. Kunststof regenscherm boven tuindeur. Mastgoten, wit geschilderde windveren. Het interieur bevat een aantal voor de bouwtijd karakteristieke onderdelen, waaronder en-suite deuren met glas in lood, vaste kast, twee schouwen van geglazuurde antracietkleurige baksteen, deuren, hang en sluitwerk, een vaste trap en een keldertje.
Waardering
OFFICIERSWONING, deeluitmakend van een ensemble van officierswoning en annexe schuur of garage, van algemeen belang als goed herkenbaar en relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de kunstmatig opgezette brinkdorpstructuur en de tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Complex van VLUCHTLEIDING- EN LEGERINGCENTRUM KLEIN-HEIDEKAMP onderdeel van Vliegveld Deelen, bestaande uit:
TERREIN met AANLEG
Gebouw 1-1 - BADHUIS
Gebouw 1-2 - KETELHUIS met KOLENOPSLAG
Gebouw 1-3 - COMMANDOGEBOUW
Gebouw 1-4 - ELEKTRICITEITSHUIS / TRANSFORMATORHUIS
Gebouw 1-5 - POORTWACHTERSHUIS en MUURWERK
Bij gebouw 1-5 (A4) - GARAGE / STALLING
Gebouw 1-6 - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-6 (A15) - SCHUUR
Bij gebouw 1-6 (B1) - GARAGE / STALLING
Gebouw 1-7 - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-7 (A5) - SCHUUR
Bij gebouw 1-7 (B2) - GARAGE / STALLING
Gebouw 1-9 - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-9 (A6) - SCHUUR
Gebouw 1-10 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-11 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-12 - OFFICIERSWONING
Gebouw 1-13 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-14 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-15 - OFFICIERSWONING
Gebouw 1-17 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-18 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 1-19a/b - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-19 (A8) - SCHUUR
Gebouw 1-20 - LEGERINGSGEBOUW
Bij gebouw 1-20 (B4) - GARAGE / STALLING
Gebouw 1-21 - GARAGE
Gebouw 1-22 - LEGERINGSBARAK MET HONDENHOK (E1)
Gebouw 1-23a/b - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-23 (A9) - SCHUUR
Gebouw 1-24a/b - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-24 (A10) - SCHUUR
Gebouw 1-26 - OFFICIERSWONING
Gebouw 1-27 - OFFICIERSWONING
Bij gebouw 1-27 (A12) - SCHUUR
Gebouw 1-28 - OFFICIERSWONING
Gebouw 1-29 - OFFICIERSWONING
Gebouw B-3 - GARAGE / STALLING
Onderdeel G-5 - BLUSWATERBUNKER
Onderdeel G-6 - BLUSWATERBUNKER
Het tweede gebouwencomplex van Fliegerhorst Deelen, 'Kleines Heidelager' - thans bekend als Klein-Heidekamp - kwam tot stand op geruime afstand van het eigenlijke rolveld, op een grotendeels open, savanneachtig terrein binnen het bosgebied ten oosten van de Deelensche Weg. De bouw vond in hoofdzaak plaats in de periode oktober 1940 tot en met april 1941. Tussen de Deelensche weg en de tegenwoordige Clément van Maasdijklaan ontwikkelde men een structuur van in hoofdzaak twee gebogen en geknikte, ruwweg noord-zuid lopende lanen, die op een aantal plaatsen onderling werden verbonden door eveneens gebogen of met een knik uitgevoerde lanen. Hiernaast kwamen enige paadjes tot stand. De bebouwing werd losjes rond de grotendeels beklinkerde lanen neergestrooid, onder handhaving van de relatief ijle begroeiing en met aanbrengen van jong opgaand groen. Het kamp straalde het karakter uit van een landelijke, maar ook wel enigszins villawijkachtige kern, met bebouwing rond enige brinkachtige structuren. Het voegde zich zo naadloos in de omgeving: de camouflage was op dit punt optimaal. Het wegennet is na de oorlog hier en daar gestroomlijnd en ook zijn enkele hoofdassen verhard met asfalt, maar het wegenpatroon zoals dat in 1945 werd aangetroffen is in hoofdzaak nog aanwezig. Klein-Heidekamp was in de eerste plaats gebouwd als onderkomen van de staf en het bevatte tevens de hoofdzetel van de gevechtsleiding van 'Nachtjagdgeschwader 1', de zogenoemde 'Geschwaderbefehlsstelle'. Verder bezat het onder andere een 'Kasino', een badhuis, een centraal ketelhuis, sportfaciliteiten - zoals een tennisbaan en een paardenstal - en enige bluswaterbunkers. Technisch bijzonder was de centraal gestookte verwarmingsinstallatie - een vroeg voorbeeld van wijkverwarming. De gebouwen waren voor een deel als 'Regelbauten' gerealiseerd, waarbinnen varianten in standaardmaten en met standaard dakvormen voorkwamen, maar ten dele zijn ze ook als 'Sonderbauten' aan de plaatselijke omstandigheden en behoeften aangepast. In vrijwel alle gevallen werden ze met zorg gecamoufleerd alsof ze landelijke functies vervulden of een dorpsvillakarakter bezaten. In de bebouwing komen verschillende plattegronden voor, maar er is zonder een enkele uitzondering slechts één bouwlaag toegepast, die bijna altijd is voorzien van een opgaande dakvorm. De meeste panden zijn traditionalistisch van stijl, met slechts wat 'noodzakelijke' moderne details, zoals scherfvrije twee centimeter dikke plaatstalen vensterluiken, gewapend betonnen plafonds en - in enkele gevallen - gewapend betonnen kelders. De vloeren zijn in de meeste gebouwen uitgevoerd in houten vloerdelen, maar afhankelijk van functies van ruimten is hier en daar ook beton, baksteen of tegelwerk toegepast. Karakteristiek zijn de circa 50 cm dikke bakstenen muren van het merendeel van de gebouwen en de met pannen gedekte, al dan niet afgewolfde zadeldaken en schilddaken. De plaatstalen luiken zijn vrijwel zonder uitzondering aan één kant in zandloper- of lijstpatroon geschilderd; de andere zijde, die in gesloten toestand naar buiten is gekeerd, is steeds effen groen. Na de oorlog zijn de meeste gebouwen aanvankelijk als manschappenverblijven ingericht; later kregen ze onder meer een functie als woonhuis. Een aantal van de plafonds is verlaagd en een deel van ramen, deuren en houten trappen werd vernieuwd en tevens is de technische infrastructuur ten dele vervangen. De verwarmingsinstallatie is deels nog aanwezig, al zijn de meeste radiatoren inmiddels vervangen. De ruimtelijke indeling van de panden - behalve die van vele zolders - bleef grotendeels intact; meer dan eens werd wel een wijziging gerealiseerd in de en-suiteverbinding van kamers en in de functie en toegankelijkheid van ruimten.
Naast de hierna afzonderlijk beschreven gebouwen en onderdelen omvat Klein-Heidekamp onder meer twee bakstenen hekpijlers aan de Deelenseweg, een van na de Tweede Wereldoorlog daterende tennisbaan (tussen gebouwen 1-18 en 1-19), een relatief jonge woning nabij de toegang aan de Deelenseweg en enige (meer of minder ingrijpend verbouwde) schuurtjes.
Waardering van het complex
Complex van een commandocentrum en (onder)officierslegering, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter opgezet groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, techniekhistorische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte, deels reeds in het landschap aanwezige elementen, uit de relicten van technische innovatie, uit de in een kunstmatig opgezette, villawijkachtige en / of landelijke structuur met brinkdorpkenmerken en de tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | Arnhem | Deelen/Klein-Heidekamp | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1541 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1940 | 1941 | – | vervaardiging |