Deelen/Vrijland-Noord, Arnhem
Omschrijving
TERREIN met AANLEG. De bodem van Vrijland-Noord en omgeving bestaat uit zand en maakt deel uit van een relatief vlak deel in de door gletscherijs opgestuwde zuidelijke Veluwe. Vrijland(-Noord) is gelegen aan de noordzijde van de langs de zuidzijde van de Kemperberg globaal oost-west lopende kaarsrechte Koningsweg, die in rudimentaire vorm zou dateren uit het laatste kwart van de 17e eeuw - de tijd dat stadhouder Willem III koning van Engeland was. De Koningsweg is nog steeds als een belangrijke verbinding en als een ruimtelijk structurerend element aanwezig, mede doordat hij als ontginnings- en nederzettingsbasis fungeerde. Oostelijk van de Kemperberg werden vanaf het midden van de 19e eeuw aan weerszijden van de Koningsweg, met name op gronden van de locale adel en / of grootgrondbezitters, ontginningslandgoederen gesticht met daarop (pacht)boerderijen, waaronder ook het particuliere Vrijland. Vrijland was al vroeg scherp 'afgetekend' in het landschap op het vrijwel rechthoekige, ca. 800 x 500 m grote terrein tussen de Koningsweg (z), de hiermee evenwijdig gerooide achtergrens van de ontginningen (n), de Oost-Vrijlandweg (nu Hoenderloseweg) (o), de West Vrijlandweg (grens met de ontginning 'Petersburg') (w). In de praktijk bleek het boeren op de schrale Veluwegronden niet gemakkelijk en al spoedig werd de bosbouw dominant en bleven slechts op vrij beperkte schaal akkers en weiden in het gebied in gebruik, en dan met name in de nabijheid van de boerderijen. Als nevenverschijnsel van de bosbouw verscheen een net van onverharde, elkaar overwegend rechthoekig kruisende boslanen in het gebied ten noorden van de Koningsweg, een ontwikkeling die goed te volgen is op topografische kaarten uit de jaren ca. 1870-1930. In het geval van Vrijland werd het terrein vanaf 1871 door een houthandelaar ingericht met een ten dele symmetrisch en - vooral in de noordelijke helft - voor een belangrijk deel tevens (vrijwel) haaks op elkaar staande lanen. Deze meestal kaarsrechte lanen, beplant met hoog opgaand loofhout, omsloten enige tientallen percelen productiebos en akkerland, vormden zowel in het veld als in het kaartbeeld en later vooral ook vanuit de lucht en op luchtfoto's een 'niet te missen' schaakbordpatroon. De boslanen bleven onverhard, de centrale noord-zuid en oost-west lopende assen uitgezonderd. Inmiddels was het terrein in 1897 alsnog overgegaan in handen van een adellijke eigenaar, Baron Van Heeckeren van Enghuizen, die er een ruim landhuis liet optrekken. Dit in vergrote vorm nog bestaande witte huis ligt aan de zuidzijde van Vrijland langs de Koningsweg. Ruim 20 jaar later kwam Vrijland opnieuw in de verkoop en ditmaal kwam het in handen van de Engelse rooms-katholieke congregatie 'St. Joseph's Foreign Missionary Society, Trustees Cardinal Vaughan and others' - een brede vakopleiding voor missionarissen. Een deel van het toenmalige Vrijland - en met name het zuidwestelijk deel - werd in de jaren 1924-1928 onder leiding van architect A. Vosman bebouwd met een kapel en met enige vrijstaande kloostergebouwen, die zich merendeels goed voegden in het bestaande lanenstelsel. In 1934 werd de villa uitgebreid, en verder werden meer en meer bospercelen gerooid om ruimte bieden voor oefening in akkerbouw en veeteelt op schrale gronden. Het kaartbeeld en de veldaanblik zijn in de eerste helft van de 20e eeuw dan ook sterk gewijzigd: rond 1930 was in het noordelijk deel van Vrijland buiten de boslanen amper meer opgaande begroeiing aanwezig; en opmerkelijk genoeg is er ook een duidelijk reliëf ontstaan: een deel van de agrarische gronden is enige tientallen centimeters afgezand. (Een datering hiervoor is overigens niet bekend en valt ook niet uit de topografische kaart af te leiden). In de nazomer van 1940 werden de eerste Duitsers in de gebouwen gelegerd van wat inmiddels Oud-Vrijland was gaan heten en vanaf 1941 werd het hele bestaande complex gevorderd door de Luftwaffe. De kapel werd bioscoopzaal, de andere gebouwen werden als onderkomen van het vliegveldcommando benut, en in de loop van het jaar werden - met name in het noordwestelijk deel van Vrijland - het gebied van het in de voorafgaande jaren grotendeels gerooide productiebos - verscheidene gebouwen opgetrokken, die deel zouden gaan uitmaken van het technische hart van Deelen: 'die Werft'. Bovendien werd de hoofdingang van het vliegveld op Vrijland gebouwd: het nog bestaande pand op de hoek van de Koningsweg en de huidige Hoenderloseweg. Het aanwezige lanenstelsel en ook de erbinnen liggende percelen agrarische gronden werden hierbij 'gerespecteerd' - of liever: vanuit strategische motieven gehandhaafd, daar ze uitstekend als camouflage van de merendeels als boerderijen uitgedoste werkplaatsen en onderkomens konden dienen. Zonder morfologisch belangrijke wijzigingen te ondergaan kreeg het noordwestelijk deel van Vrijland aldus binnen zeer korte tijd, functioneel beschouwd, een geheel ander karakter. Zelfs het lanennetwerk werd niet noemenswaardig veranderd, zij het dat er opstelplaatsen voor (rollend) materieel en vliegtuigen moesten worden gerealiseerd. Wel werd een aantal verbindingen op het terrein nader verhard met 'typisch Nederlands' baksteenklinkerwerk, dat in verschillende patronen werd gelegd, terwijl de paadjes naar en rond de gebouwen op het terrein met 30 x 30 cm betontegels werden belegd. Verder werd het rechthoekige terrein geheel door in beton en draad uitgevoerde paal- en hekwerken omsloten. Vermoedelijk mede uit oogpunt van camouflage is een duidelijke, uit de Duitse tijd stammende, versteende centrale appèlplaats nauwelijks aan te wijzen, maar het op de kaart van omstreeks 1955 groene middenterrein tussen de zuidelijke en de centrale oost-west gerichte wegen bood hiervoor wellicht gelegenheid, maar eventueel ook de opstelplaats ten oosten van de bebouwing.
Zowel het patroon van wegen en paden als een deel van het oude verhardingsmateriaal is nog in het veld aanwezig of herkenbaar, terwijl vooral de in eerste aanleg uit het derde en vierde kwart van de 19e eeuw daterende, in rechthoekig geometrisch patroon uitgevoerde inrichting nog tot in detail aanwezig of herkenbaar is. Een belangrijk deel van de lanen is nog over volle lengte aanwezig en strekt zich uit van de Koningsweg tot aan de in de Tweede Wereldoorlog langs de noordgrens van Vrijland aangelegde rolbaan, en van de huidige Hoenderloseweg tot de huidige westelijke toegangsweg tot het terrein, terwijl ook een deel van de bos-, weide- en akkerpercelen nog aanwezig is. Een deel van de hoofdverbindingen is inmiddels voorzien van een asfaltslijtlaag, maar de kleinere wegen en de paden verkeren nog in een toestand die aan die van 1940 herinnert. Zo zijn er bij de meeste gebouwen betontegelpaden aanwezig, terwijl een groot deel van Vrijland het zelfs nog moet doen met onverharde boslanen. Ook van de in de oorlog aangelegde omheining zijn gedeelten van de paalwerken nog min of meer intact.
Bij de inrichting van het noordelijk deel van 'die Werft' werd doelbewust gebruik gemaakt van de bestaande vakkenstructuur en werden de gebouwen keurig in het gelid binnen de vakken opgericht, vrijwel zonder uitzondering in de nabijheid van een van de lanen. Dit betekende niet alleen dat ze enigszins gecamoufleerd werden door de bomen, maar ook dat de desbetreffende vakken open bleven en een al dan niet geënsceneerde agrarische functie konden houden. Ondanks het feit dat de gebouwen ordelijk werden gepositioneerd maakte hun concrete situering echter toch een ad hoc indruk. Ze werden op verschillende afstanden van de lanen geplaatst, met de daknok in verschillende richtingen, en ook waren ze verschillend van plattegrond en volume. De gebouwen werden zodanig uitgevoerd dat ze door hun dakvorm, beschilderde luiken, bijgebouwen en erven voor inheemse boerderijen konden doorgaan. De verschillend uitgevoerde dakvormen - er werden vooral zadeldaken, wolfsdaken en schilddaken toegepast - en de niet uniforme kleurstelling van de pannendekking zorgden voor bouwwerkgebonden camouflage van deze - objectief bezien - 'opmerkelijk' gesitueerde militaire nederzetting. De rond 1945 en later toegevoegde gebouwen en hangars brachten uiteraard wel verdichting van het bebouwingsbeeld, maar van een aantasting van het karakter van Vrijland-Noord was hierbij niet of nauwelijks sprake.
Vele voor functionele doeleinden en / of als onderdeel van camouflage op het kamp tot stand gebrachte artefacten zijn nog in het terrein herkenbaar of zo goed als ongeschonden aanwezig. Het betreft hier uiteraard in de eerste plaats de gebouwen, maar onder meer ook de als onderdeel van erfinrichting tot stand gekomen tegelpaadjes vormen nog markante facetten van de uit 1940 daterende detailinrichting van Vrijland-Noord.
Het ketelhuis, gebouw 14, was - samen met andere op verschillende kampementen van Vliegveld Deelen - het hart van een der eerste wijkverwarmingssystemen in Nederland. Het kamp is hiertoe ondergronds voorzien van een netwerk van verwarmingsleidingen, waarvan op enige plaatsen de putdeksels en leidinggoten zichtbaar zijn. Additionele verwarming kon op locatie plaatsvinden via normale kachels of haarden. De elektriciteitsdistributie vond plaats vanuit het noordelijk van de huidige ingang gelegen transformatorhuis (15); vermoedelijk vond het stroomtransport naar de verbruiker - anders dan tegenwoordig gebruikelijk is - integraal bovengronds plaats. Voor wat betreft (afval)waterlozing werd het septicsysteem gehanteerd: via een buizenstelsel met overloop- en bezinkputten, dat was uitgevoerd in gietijzer, grespijp, metselwerk en beton, werd voor elk gebouw een afzonderlijke afvoer aangelegd. Het kamp omvatte verder een aantal bluswaterbunkers - ondergronds, om ook beschikbaar te zijn bij vorst.
De verschillende oorspronkelijk ondergrondse systemen zijn in meer of minder complete en originele vorm nog aanwezig en deels nog operationeel; van de bluswaterbunkers zijn er enkele nog goed herkenbaar, met water gevuld en dus bruikbaar. Het elektriciteitsnet is - op het trafohuis na - na de oorlog vervangen; hier en daar resteert nog wel schakel- en bevestigingsmateriaal dat uit de bouwtijd zou kunnen stammen.
Waardering
TERREIN met AANLEG van Vrijland-Noord, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter opgezet groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, techniekhistorische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de overwegend op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte, deels reeds in het landschap aanwezige en deels daarop geïnspireerde elementen, uit de handhaving van het authentieke beloop en de ten dele dito uitvoering van wegen en paden, uit de quasi-agrarische functies van de bebouwing en de gehandhaafde en quasi-agrarische gronden binnen de bospercelen, uit de relicten van technische innovatie - in dan het bijzonder die van het leidingennetwerk en van de constructietechniek - uit de binnen een eeuw eerder planmatig tot stand gekomen extensief-agrarische, landelijke schaakbordpatroon ingepaste militaire nederzettingsstructuur, waarin tot in detaillering doorgevoerde camouflage voorkomt, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Complex van een TECHNISCH EN FACILITAIR CENTRUM VRIJLAND-NOORD ten dienste van vliegtuigen, onderdeel van Vliegveld Deelen, bestaande uit:
TERREIN met AANLEG
Gebouw I A - VLIEGTUIGHANGAR JUNKERSHALLE
Gebouw IV A - VLIEGTUIGHANGAR
Gebouw 1 - SCHUUR
Gebouw 2 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 3 - MILITAIR ADMINISTRATIEGEBOUW
Gebouw 4 - EXPEDITIEGEBOUW
Gebouw 5 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 7 - KANTINE EN ONTSPANNINGSGEBOUW
Gebouw 8 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 9 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 10 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 11 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 12 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 13 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 14 - KETELHUIS MET KOLENOPSLAG
Gebouw 15 - TRANSFORMATORHUIS / ELEKTRICITEITSHUIS
Gebouw 15a - TRANSFORMATORHUIS / ELEKTRICITEITSHUIS
Gebouw 18 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 19 - MILITAIR GEBOUW
Gebouw 20 - MILITAIR GEBOUW
Gebouw 21 - BUNKER
Gebouw P 4 - SCHUUR
Het vierde gebouwencomplex van Fliegerhorst Deelen kwam tot stand op de gronden behorend tot de voormalige ontginningsboerderij Vrijland, met name op het noordelijk deel daarvan - vandaar de huidige naam Vrijland-Noord. Vrijland-Noord is in hoofdzaak gebouwd in de relatief korte periode februari tot mei 1941, ondanks het feit dat hier van veel 'Sonderbau' sprake was. In de Duitse tijd was Vrijland-Noord bekend onder de prozaïsche naam 'Die Werft'; het dicht tegen het eigenlijke vliegterrein gelegen complex werd als het technisch hart van de luchthaven gebouwd en omvatte tal van mechanisch- en materiaaltechnische disciplines. De functies van vele gebouwen hadden dan ook direct of indirect betrekking op onderhoud en reparatie van vliegtuigen. Ook waren er behuizingen voor gerelateerde functies, zoals de boordradiomontage, de montage van boordwapens en de parachutevouwerij; uiteraard omvatte Vrijland-Noord ook diverse magazijnen. Vrijland-Noord kwam tot stand binnen de rechthoekige lanen- en veldenstructuur van het bestaande en reeds eerder gevorderde, uit de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw daterende kloostercomplex van de Engelse 'St. Joseph's Foreign Missionary Society', dat op zijn beurt in zogenoemde paviljoenstructuur was gerealiseerd op de 19e-eeuwse ontginningen van Vrijland. De inpassing in deze - in het bijzonder in de noordelijke helft van het terrein - sterk geometrische ruimtelijke structuur - ook het kloostercomplex voegde zich hiernaar - vergde een totaal andere insteek dan die van de drie eerdere kampen, en Noord-Vrijland is dan ook 'overzichtelijk' ingericht, met ordelijk en haaks op de lanen en haaks op elkaar gesitueerde gebouwen op onderling ook nog relatief grote afstand. Het feit dat zo nadrukkelijk rekening is gehouden met de bestaande en sterk van de andere locaties afwijkende ruimtelijke structuur, onderstreept op uitzonderlijke wijze de betekenis die camouflage had bij de totstandkoming van het vliegveld en de kampementen. De bebouwing omvatte een flink aantal 'Sonderbau' van verschillend uiterlijk en van sterk verschillend formaat - maar op overwegend rechthoekige plattegronden. Een aantal panden vertoont kenmerken van landelijk bouwen in traditionalistische trant - maar dan wel met scherfvrije plaatijzeren luiken - en was op die wijze gecamoufleerd. Behalve gebouwen onder zadeldak en onder daken met wolfseind of (ingezwenkte) schilddaken, werden er twee verschillende hangars opgetrokken. De ene was van het zogenoemde Hobagtype, de andere - de enige op Vrijland-Noord nog bestaande Duitse hangar - was een zogenoemde 'Junkershalle', genoemd naar de ontwerpfirma: vliegtuigbouwer Junkers. Deze hal wordt gedekt door een brede boogsegmentvormige overkapping en is links en rechts voorzien van uitbouwen; hij was de belangrijkste hangar van 'Fliegerhorst Deelen' en stond bekend als de 'Werfthalle'. De meeste panden zijn traditionalistisch van stijl, met slechts 'noodzakelijke' moderne details, zoals scherfvrije twee centimeter dikke plaatstalen luiken, gewapend betonnen plafonds en soms ook kelders of souterrains. Karakteristiek zijn het circa 50 cm dikke muurwerk ('Feltmäßig verstärkt') van het merendeel van de gebouwen en de met pannen gedekte, al dan niet afgewolfde zadeldaken en schilddaken, die meest worden gedragen door houten kapconstructies op basis van spanten en sporen. De plaatstalen luiken zijn meestal slechts aan één zijde van beschildering in (zandloper- of) lijstpatroon voorzien; de andere kant, die in gesloten toestand naar buiten is gekeerd, is gewoonlijk effen groen. Na de oorlog zijn de gebouwen opnieuw benut - gewoonlijk in een functie die aansloot bij de oorspronkelijke - en zijn ook de zolders van enige gebouwen ingericht. Hiertoe zijn onder meer voorzieningen verbeterd en werden op zolderniveau langgerekte dakkapellen aangebracht. Vaak zijn tevens de plafonds verlaagd, is een gedeelte van ramen, deuren en houten trappen vernieuwd of gewijzigd, en is de technische infrastructuur vervangen. De ruimtelijke indeling - behalve die van de meeste zolders - bleef meestal intact, al hebben hier en daar wel wat toevoegingen plaatsgevonden. Verder heeft al zeer kort na de oorlog verdichting van de bebouwing plaatsgehad: er zijn onder meer enkele grotendeels ijzeren hangars en ook enige bakstenen panden bijgebouwd. Van deze laatste zijn er op Vrijland-Noord enkele in twee bouwlagen uitgevoerd. De laatste jaren hebben meer en meer gebouwen hun operationele militaire bestemming verloren en in enkele gevallen heeft dit tot snelle degradatie ervan geleid, met name in het geval van de Junkershalle.
Naast de hierna afzonderlijk beschreven gebouwen omvat Vrijland-Noord verder onder meer de grote Hangar H2 (ten oosten van Hangar 1 - de Junkershalle), een aantal na de oorlog gebouwde bakstenen barakken (zoals de nummers 23, 24, 22, 29 en 30), het woonhuis 17 (ongeveer halverwege aan de zuidzijde van de noordelijke oost-west gerichte weg) en een aantal bluswaterbunkers (zoals G7 iets ten oosten van gebouw 5, en G8 iets ten zuidwesten van gebouw 8). Tot slot van deze niet uitputtende opsomming telt het terrein enkele platforms en opstelplaatsen voor vlieg- en voertuigen en vele betonnen omheiningpalen met recent prikkeldraad of andere vormen van afrastering. Na de oorlog werd een krappe helft van het terrein - in hoofdzaak in het zuidelijke deel - opnieuw in particuliere hand gegeven en werd de bestaande boerderij ter plaatse weer in gebruik genomen. Het zuidoostelijk deel met de vroegere hoofdingang van het vliegveld en ook de voormalige kloostergebouwen werden eerst weer betrokken door de eigenaren, maar in 1957 vertrok de congregatie en kwam het in handen van defensie, en tot op de dag van vandaag zijn de gebouwen onderkomens voor militaire functies. Met de splitsing in de jaren '50 werd een onderscheid tussen Vrijland-Noord - het beschermde complex - en overig Vrijland een feit.
Waardering van het complex
Complex van een technisch en facilitair centrum ten dienste van vliegtuigen, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog en in beperkte mate ook nog enkele jaren daarna stammend en hoofdzakelijk door de Duitse bezetter opgezet groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, techniekhistorische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte, reeds eerder in het artefactiële landschap aanwezige elementen, uit de relicten van technische innovatie, uit de aan de vooraf bestaande schaakbordstructuur aangepaste en tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Open verdedigingswerk | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | Arnhem | Deelen/Vrijland-Noord | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Bijgebouwen | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1294 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1941 | 1945 | – | vervaardiging |