529733, Arnhem
Inleiding
Gebouw 18 ligt tussen de gebouwen 2 en 4, met de daknok noord-zuid gericht en vrijwel geheel vrijstaand op Vrijland-Noord; via een aanbouw / tussenlid bestaat er aan de zuidkant een verbinding met hangar II A. Gebouw 18 is een rond 1945 tot stand gekomen groepsonderkomen, dat op macroniveau onderdeel is van een grote militaire vliegveldstructuur uit de periode 1940-1945. Het is op mesoniveau onderdeel van een complex van in rechthoekig-geometrische structuur geplaatste gebouwen, en maakt op microniveau deel uit van een aantal in het bestaande kavelpatroon ingepaste militaire gebouwen. Het gebouw is vermoedelijk in twee fasen tot stand gekomen of anders in een latere fase gewijzigd.
Omschrijving
Tweelaagse, in voor de bouwtijd typerend vormgegeven bakstenen LEGERINGSBARAK op langgerekte, overwegend rechthoekige plattegrond en gedekt door een met grauwe gegolfde betonnen pannen belegd, onderin uitgezwenkt schilddak met enig overstek op klossen, met in het zuidelijk deel van de daknok een bakstenen schoorsteen en in het westelijk dakschild een relatief modern tuimelraam. De vijftien venstertraveeën brede, niet geheel symmetrische oostelijke langsgevel / hoofdgevel bevat tussen de achtste en elfde venstertravee een tamelijk brede, enigszins terugliggende toegangsopening binnen een kunststenen omlijsting, waarin later ingebrachte deels glazen dubbele deuren. Links en rechts hiervan respectievelijk zes en vijf en op de eerste verdieping dertien vensteropeningen onder hanenkam en met houten kruiskozijnen; de vensters zijn later voorzien van tweede kozijnen, waardoor een dubbele glaslaag is ontstaan. Geheel links in de gevel op begane grond en verdieping elk twee getoogde vensters onder getoogde bakstenen wenkbrauw en voorzien van een houten kalf, met boven en onder in drieën verdeelde getoogde houten ramen. De vergelijkbare en van oorsprong vrijwel spiegelbeeldig uitgevoerde westelijke langsgevel bevat op de begane grond tussen het vierde en vijfde venster een dichtgemetselde toegangsopening, en links en rechts later topgevoegde ijzeren trappen die leiden naar later op de plaats van vensters ingebrachte toegangen. De noordelijke kopgevel heeft op beide niveaus vier vensteropeningen onder hanenkam en voorzien van houten kruiskozijnen; de vensters zijn later voorzien van tweede kozijnen, waardoor een dubbele glaslaag is ontstaan; op de begane grond is de tweede vensteropening van rechts later gewijzigd in een toegangsopening. De zuidelijke kopgevel bevat rechts op de begane grond en op de verdieping een getoogd venster onder getoogde bakstenen wenkbrauw, beide voorzien van houten kalf, met boven en onder in drieën verdeelde getoogde houten ramen. Tussen beide vensters een relatief recent aangebrachte (deels) metalen luifel aan in de gevel bevestigde trekstangen. Links hiervan de aanbouw / het tussenlid naar de hangar. De oostgevel / langsgevel van de aanbouw bevat rechts een toegangsopening onder rechte rollaag, waarin relatief moderne dubbele houten deuren, en links twee getoogde vensters onder getoogde bakstenen wenkbrauw, met getoogde in vieren verdeelde houten ramen. De westgevel bevat links vermoedelijk twee gevelopeningen. Zinken bakgoten op wit geschilderd, houten overstek op klossen; aanbouw mastgoten.
Het interieur is belangrijk gemoderniseerd. Het trappenhuis vertoont kenmerken die typerend zijn voor de bouwtijd, zoals bewerkte houten balken, smeedijzeren hekwerk en decoratief metselwerk. De door sporen en metselwerk gedragen kap is beschoten met Eternietplaten. Het metselwerk staat haaks op de daknok en bestaat uit een aantal tot de nok reikende muren die worden doorbroken door met drievoudige kopse rollaag uitgevoerde bogen; haaks op het metselwerk zijn schoren aangebracht die gordingen ondersteunen. Op de zolder is tevens het relict van een steekkapje zichtbaar.
Waardering
Tweelaagse LEGERINGSBARAK, van algemeen belang als zeldzaam en herkenbaar, en van kort na de Tweede Wereldoorlog stammend onderdeel van een in de oorlog door de Duitsers als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, bouwhistorische, stedenbouwkundige, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op traditionalistische en van enige relatief zeldzame decoratieve elementen voorziene bouwtrant, uit de toegepaste kapconstructie, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de zoveel mogelijk aan de in de Duitse tijd kunstmatig opgezette en sterk bij de vooraf bestaande ruimtelijke inrichting aansluitende geometrisch bepaalde ligging, en uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de eraan ten grondslag liggende ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Complex van een TECHNISCH EN FACILITAIR CENTRUM VRIJLAND-NOORD ten dienste van vliegtuigen, onderdeel van Vliegveld Deelen, bestaande uit:
TERREIN met AANLEG
Gebouw I A - VLIEGTUIGHANGAR JUNKERSHALLE
Gebouw IV A - VLIEGTUIGHANGAR
Gebouw 1 - SCHUUR
Gebouw 2 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 3 - MILITAIR ADMINISTRATIEGEBOUW
Gebouw 4 - EXPEDITIEGEBOUW
Gebouw 5 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 7 - KANTINE EN ONTSPANNINGSGEBOUW
Gebouw 8 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 9 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 10 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 11 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 12 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 13 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 14 - KETELHUIS MET KOLENOPSLAG
Gebouw 15 - TRANSFORMATORHUIS / ELEKTRICITEITSHUIS
Gebouw 15a - TRANSFORMATORHUIS / ELEKTRICITEITSHUIS
Gebouw 18 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 19 - MILITAIR GEBOUW
Gebouw 20 - MILITAIR GEBOUW
Gebouw 21 - BUNKER
Gebouw P 4 - SCHUUR
Het vierde gebouwencomplex van Fliegerhorst Deelen kwam tot stand op de gronden behorend tot de voormalige ontginningsboerderij Vrijland, met name op het noordelijk deel daarvan - vandaar de huidige naam Vrijland-Noord. Vrijland-Noord is in hoofdzaak gebouwd in de relatief korte periode februari tot mei 1941, ondanks het feit dat hier van veel 'Sonderbau' sprake was. In de Duitse tijd was Vrijland-Noord bekend onder de prozaïsche naam 'Die Werft'; het dicht tegen het eigenlijke vliegterrein gelegen complex werd als het technisch hart van de luchthaven gebouwd en omvatte tal van mechanisch- en materiaaltechnische disciplines. De functies van vele gebouwen hadden dan ook direct of indirect betrekking op onderhoud en reparatie van vliegtuigen. Ook waren er behuizingen voor gerelateerde functies, zoals de boordradiomontage, de montage van boordwapens en de parachutevouwerij; uiteraard omvatte Vrijland-Noord ook diverse magazijnen. Vrijland-Noord kwam tot stand binnen de rechthoekige lanen- en veldenstructuur van het bestaande en reeds eerder gevorderde, uit de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw daterende kloostercomplex van de Engelse 'St. Joseph's Foreign Missionary Society', dat op zijn beurt in zogenoemde paviljoenstructuur was gerealiseerd op de 19e-eeuwse ontginningen van Vrijland. De inpassing in deze - in het bijzonder in de noordelijke helft van het terrein - sterk geometrische ruimtelijke structuur - ook het kloostercomplex voegde zich hiernaar - vergde een totaal andere insteek dan die van de drie eerdere kampen, en Noord-Vrijland is dan ook 'overzichtelijk' ingericht, met ordelijk en haaks op de lanen en haaks op elkaar gesitueerde gebouwen op onderling ook nog relatief grote afstand. Het feit dat zo nadrukkelijk rekening is gehouden met de bestaande en sterk van de andere locaties afwijkende ruimtelijke structuur, onderstreept op uitzonderlijke wijze de betekenis die camouflage had bij de totstandkoming van het vliegveld en de kampementen. De bebouwing omvatte een flink aantal 'Sonderbau' van verschillend uiterlijk en van sterk verschillend formaat - maar op overwegend rechthoekige plattegronden. Een aantal panden vertoont kenmerken van landelijk bouwen in traditionalistische trant - maar dan wel met scherfvrije plaatijzeren luiken - en was op die wijze gecamoufleerd. Behalve gebouwen onder zadeldak en onder daken met wolfseind of (ingezwenkte) schilddaken, werden er twee verschillende hangars opgetrokken. De ene was van het zogenoemde Hobagtype, de andere - de enige op Vrijland-Noord nog bestaande Duitse hangar - was een zogenoemde 'Junkershalle', genoemd naar de ontwerpfirma: vliegtuigbouwer Junkers. Deze hal wordt gedekt door een brede boogsegmentvormige overkapping en is links en rechts voorzien van uitbouwen; hij was de belangrijkste hangar van 'Fliegerhorst Deelen' en stond bekend als de 'Werfthalle'. De meeste panden zijn traditionalistisch van stijl, met slechts 'noodzakelijke' moderne details, zoals scherfvrije twee centimeter dikke plaatstalen luiken, gewapend betonnen plafonds en soms ook kelders of souterrains. Karakteristiek zijn het circa 50 cm dikke muurwerk ('Feltmäßig verstärkt') van het merendeel van de gebouwen en de met pannen gedekte, al dan niet afgewolfde zadeldaken en schilddaken, die meest worden gedragen door houten kapconstructies op basis van spanten en sporen. De plaatstalen luiken zijn meestal slechts aan één zijde van beschildering in (zandloper- of) lijstpatroon voorzien; de andere kant, die in gesloten toestand naar buiten is gekeerd, is gewoonlijk effen groen. Na de oorlog zijn de gebouwen opnieuw benut - gewoonlijk in een functie die aansloot bij de oorspronkelijke - en zijn ook de zolders van enige gebouwen ingericht. Hiertoe zijn onder meer voorzieningen verbeterd en werden op zolderniveau langgerekte dakkapellen aangebracht. Vaak zijn tevens de plafonds verlaagd, is een gedeelte van ramen, deuren en houten trappen vernieuwd of gewijzigd, en is de technische infrastructuur vervangen. De ruimtelijke indeling - behalve die van de meeste zolders - bleef meestal intact, al hebben hier en daar wel wat toevoegingen plaatsgevonden. Verder heeft al zeer kort na de oorlog verdichting van de bebouwing plaatsgehad: er zijn onder meer enkele grotendeels ijzeren hangars en ook enige bakstenen panden bijgebouwd. Van deze laatste zijn er op Vrijland-Noord enkele in twee bouwlagen uitgevoerd. De laatste jaren hebben meer en meer gebouwen hun operationele militaire bestemming verloren en in enkele gevallen heeft dit tot snelle degradatie ervan geleid, met name in het geval van de Junkershalle.
Naast de hierna afzonderlijk beschreven gebouwen omvat Vrijland-Noord verder onder meer de grote Hangar H2 (ten oosten van Hangar 1 - de Junkershalle), een aantal na de oorlog gebouwde bakstenen barakken (zoals de nummers 23, 24, 22, 29 en 30), het woonhuis 17 (ongeveer halverwege aan de zuidzijde van de noordelijke oost-west gerichte weg) en een aantal bluswaterbunkers (zoals G7 iets ten oosten van gebouw 5, en G8 iets ten zuidwesten van gebouw 8). Tot slot van deze niet uitputtende opsomming telt het terrein enkele platforms en opstelplaatsen voor vlieg- en voertuigen en vele betonnen omheiningpalen met recent prikkeldraad of andere vormen van afrastering. Na de oorlog werd een krappe helft van het terrein - in hoofdzaak in het zuidelijke deel - opnieuw in particuliere hand gegeven en werd de bestaande boerderij ter plaatse weer in gebruik genomen. Het zuidoostelijk deel met de vroegere hoofdingang van het vliegveld en ook de voormalige kloostergebouwen werden eerst weer betrokken door de eigenaren, maar in 1957 vertrok de congregatie en kwam het in handen van defensie, en tot op de dag van vandaag zijn de gebouwen onderkomens voor militaire functies. Met de splitsing in de jaren '50 werd een onderscheid tussen Vrijland-Noord - het beschermde complex - en overig Vrijland een feit.
Waardering van het complex
Complex van een technisch en facilitair centrum ten dienste van vliegtuigen, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog en in beperkte mate ook nog enkele jaren daarna stammend en hoofdzakelijk door de Duitse bezetter opgezet groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, techniekhistorische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte, reeds eerder in het artefactiële landschap aanwezige elementen, uit de relicten van technische innovatie, uit de aan de vooraf bestaande schaakbordstructuur aangepaste en tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Legeringsgebouw | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | Arnhem | Deelen/Vrijland-Noord | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1294 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1945 | 1945 | – | vervaardiging |