529734, Arnhem
Inleiding
Gebouw 19 ligt vrijstaand tussen de gebouwen 4 en 20, met de daknok van het hoofdvolume noord-zuid gericht en evenwijdig met de oostelijke noord-zuid lopende weg op Vrijland-Noord. Gebouw 19 is een rond 1945 tot stand gekomen militair gebouw dat op macroniveau onderdeel is van een grote militaire vliegveldstructuur uit de periode 1940-1945. Het is op mesoniveau onderdeel van een complex van in rechthoekig-geometrische structuur geplaatste gebouwen, en maakt op microniveau deel uit van een aantal in het bestaande kavelpatroon ingepaste militaire gebouwen.
Omschrijving
Eenlaags en ten dele tweelaags, in voor de bouwtijd typerend vormgegeven, bakstenen MILITAIR GEBOUW op L-vormige plattegrond en gedekt door een met grauwe gegolfde verbeterde holle (Hollandse) pannen belegd schilddak. Het gebouw bestaat uit twee duidelijk van elkaar te onderscheiden bouwdelen, namelijk een relatief hoog hoofdvolume en haaks hierop aan de noordoostzijde een lager nevenvolume. De westelijke langsgevel / hoofdgevel van het hoofdvolume telt een zevental grote rechthoekige vensteropeningen onder hanenkam, met boven in drieën verdeelde houten valramen en onder zesruits ramen, en links hiervan een getoogde toegangsopening onder hanenkam, waarin een visgraatvormig beplankte houten deur en daarboven een rond venster binnen rollaag met door haakse roeden in zessen verdeeld raam. In oostelijke langsgevel zes vergelijkbare grote rechthoekige vensters en rechts hiervan het kleinere bouwvolume. Rechts naast dit bouwvolume op verdiepingsniveau een rechthoekige vensteropening onder hanenkam, waarin dubbel tweeruits draairaam. De symmetrisch uitgevoerde zuidelijke kopgevel heeft een grote toegangsopening onder hanenkam, waarin relatief moderne van boven naar beneden sluitende roldeuren en links en rechts hiervan een met die in de hoofdgevel vergelijkbaar venster. Op zolderverdiepingniveau een door de gootlijst stekende houten dakkapel onder aangekapt zadeldakje, waarin naar binnen opende dubbele houten deuren en een H-profiel hijsbalk. De noordelijke kopgevel heeft op de begane grond twee rechthoekige vensteropeningen onder hanenkam, waarin dubbele tweeruits draairamen en links en rechts hiervan respectievelijk twee en drie kleine venstertjes met valraampjes. Op verdiepingsniveau asymmetrisch een viertal rechthoekige vensteropeningen onder hanenkam, waarin dubbele tweeruits draairamen. Rondom op onderdorpelniveau een rollaag, en een boogfries op en tussen uitkragende baksteen. Zinken bakgoten op wit geschilderd en iets geprofileerd houten overstek op klossen. Het interieur is nauwelijks gemoderniseerd en bevat verscheidene voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen, voorzieningen en details, waaronder deuren, deurposten, binnenramen, geschilderde lambrisering en geel met zwart tegelwerk. Vloer en plafond (= zoldervloer op twee niveaus) uitgevoerd in gewapend beton. Het mogelijk uit de bouwtijd daterende, met houten delen beschoten dak wordt gedragen door een eveneens houten spantconstructie.
Het nevenvolume wordt gedekt door een rechts op de oostelijke langsgevel van het hoofdvolume aansluitend schilddak, dat aan beide langszijden wordt doorbroken door een kleine houten dakkapel met vensters, waarin door roeden in vieren verdeelde raampjes, en onder een aangekapt zadeldakje. Het nevenvolume bevat in de noordelijke - en vermoedelijk ook in de zuidelijke - langsgevel een viertal rechthoekige vensteropeningen onder hanenkam, waarin dubbele tweeruits draairamen. De oostelijke kopgevel heeft links een toegangsopening onder hanenkam, waarin een in visgraatmotief beplankte deur, en rechts een met die in de andere gevels vergelijkbaar venster. Wit geschilderde bakgoten op enig overstek op klossen. Het interieur omvat een vrijwel lege rechthoekige ruimte.
Waardering
Overwegend eenlaags MILITAIR GEBOUW, van algemeen belang als zeldzaam en relatief gaaf, van kort na de Tweede Wereldoorlog stammend onderdeel van een in de oorlog door de Duitsers als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, bouwhistorische, stedenbouwkundige, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op traditionalistische en van enige relatief zeldzame decoratieve elementen voorziene bouwtrant, uit de toegepaste dakconstructie, uit de vele voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de zoveel mogelijk aan de in de Duitse tijd kunstmatig opgezette en sterk bij de vooraf bestaande ruimtelijke inrichting aansluitende geometrisch bepaalde ligging, en uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de eraan ten grondslag liggende ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Complex van een TECHNISCH EN FACILITAIR CENTRUM VRIJLAND-NOORD ten dienste van vliegtuigen, onderdeel van Vliegveld Deelen, bestaande uit:
TERREIN met AANLEG
Gebouw I A - VLIEGTUIGHANGAR JUNKERSHALLE
Gebouw IV A - VLIEGTUIGHANGAR
Gebouw 1 - SCHUUR
Gebouw 2 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 3 - MILITAIR ADMINISTRATIEGEBOUW
Gebouw 4 - EXPEDITIEGEBOUW
Gebouw 5 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 7 - KANTINE EN ONTSPANNINGSGEBOUW
Gebouw 8 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 9 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 10 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 11 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 12 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 13 - MILITAIR GEBOUW MET TECHNISCHE FUNCTIE
Gebouw 14 - KETELHUIS MET KOLENOPSLAG
Gebouw 15 - TRANSFORMATORHUIS / ELEKTRICITEITSHUIS
Gebouw 15a - TRANSFORMATORHUIS / ELEKTRICITEITSHUIS
Gebouw 18 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 19 - MILITAIR GEBOUW
Gebouw 20 - MILITAIR GEBOUW
Gebouw 21 - BUNKER
Gebouw P 4 - SCHUUR
Het vierde gebouwencomplex van Fliegerhorst Deelen kwam tot stand op de gronden behorend tot de voormalige ontginningsboerderij Vrijland, met name op het noordelijk deel daarvan - vandaar de huidige naam Vrijland-Noord. Vrijland-Noord is in hoofdzaak gebouwd in de relatief korte periode februari tot mei 1941, ondanks het feit dat hier van veel 'Sonderbau' sprake was. In de Duitse tijd was Vrijland-Noord bekend onder de prozaïsche naam 'Die Werft'; het dicht tegen het eigenlijke vliegterrein gelegen complex werd als het technisch hart van de luchthaven gebouwd en omvatte tal van mechanisch- en materiaaltechnische disciplines. De functies van vele gebouwen hadden dan ook direct of indirect betrekking op onderhoud en reparatie van vliegtuigen. Ook waren er behuizingen voor gerelateerde functies, zoals de boordradiomontage, de montage van boordwapens en de parachutevouwerij; uiteraard omvatte Vrijland-Noord ook diverse magazijnen. Vrijland-Noord kwam tot stand binnen de rechthoekige lanen- en veldenstructuur van het bestaande en reeds eerder gevorderde, uit de jaren '20 en '30 van de 20e eeuw daterende kloostercomplex van de Engelse 'St. Joseph's Foreign Missionary Society', dat op zijn beurt in zogenoemde paviljoenstructuur was gerealiseerd op de 19e-eeuwse ontginningen van Vrijland. De inpassing in deze - in het bijzonder in de noordelijke helft van het terrein - sterk geometrische ruimtelijke structuur - ook het kloostercomplex voegde zich hiernaar - vergde een totaal andere insteek dan die van de drie eerdere kampen, en Noord-Vrijland is dan ook 'overzichtelijk' ingericht, met ordelijk en haaks op de lanen en haaks op elkaar gesitueerde gebouwen op onderling ook nog relatief grote afstand. Het feit dat zo nadrukkelijk rekening is gehouden met de bestaande en sterk van de andere locaties afwijkende ruimtelijke structuur, onderstreept op uitzonderlijke wijze de betekenis die camouflage had bij de totstandkoming van het vliegveld en de kampementen. De bebouwing omvatte een flink aantal 'Sonderbau' van verschillend uiterlijk en van sterk verschillend formaat - maar op overwegend rechthoekige plattegronden. Een aantal panden vertoont kenmerken van landelijk bouwen in traditionalistische trant - maar dan wel met scherfvrije plaatijzeren luiken - en was op die wijze gecamoufleerd. Behalve gebouwen onder zadeldak en onder daken met wolfseind of (ingezwenkte) schilddaken, werden er twee verschillende hangars opgetrokken. De ene was van het zogenoemde Hobagtype, de andere - de enige op Vrijland-Noord nog bestaande Duitse hangar - was een zogenoemde 'Junkershalle', genoemd naar de ontwerpfirma: vliegtuigbouwer Junkers. Deze hal wordt gedekt door een brede boogsegmentvormige overkapping en is links en rechts voorzien van uitbouwen; hij was de belangrijkste hangar van 'Fliegerhorst Deelen' en stond bekend als de 'Werfthalle'. De meeste panden zijn traditionalistisch van stijl, met slechts 'noodzakelijke' moderne details, zoals scherfvrije twee centimeter dikke plaatstalen luiken, gewapend betonnen plafonds en soms ook kelders of souterrains. Karakteristiek zijn het circa 50 cm dikke muurwerk ('Feltmäßig verstärkt') van het merendeel van de gebouwen en de met pannen gedekte, al dan niet afgewolfde zadeldaken en schilddaken, die meest worden gedragen door houten kapconstructies op basis van spanten en sporen. De plaatstalen luiken zijn meestal slechts aan één zijde van beschildering in (zandloper- of) lijstpatroon voorzien; de andere kant, die in gesloten toestand naar buiten is gekeerd, is gewoonlijk effen groen. Na de oorlog zijn de gebouwen opnieuw benut - gewoonlijk in een functie die aansloot bij de oorspronkelijke - en zijn ook de zolders van enige gebouwen ingericht. Hiertoe zijn onder meer voorzieningen verbeterd en werden op zolderniveau langgerekte dakkapellen aangebracht. Vaak zijn tevens de plafonds verlaagd, is een gedeelte van ramen, deuren en houten trappen vernieuwd of gewijzigd, en is de technische infrastructuur vervangen. De ruimtelijke indeling - behalve die van de meeste zolders - bleef meestal intact, al hebben hier en daar wel wat toevoegingen plaatsgevonden. Verder heeft al zeer kort na de oorlog verdichting van de bebouwing plaatsgehad: er zijn onder meer enkele grotendeels ijzeren hangars en ook enige bakstenen panden bijgebouwd. Van deze laatste zijn er op Vrijland-Noord enkele in twee bouwlagen uitgevoerd. De laatste jaren hebben meer en meer gebouwen hun operationele militaire bestemming verloren en in enkele gevallen heeft dit tot snelle degradatie ervan geleid, met name in het geval van de Junkershalle.
Naast de hierna afzonderlijk beschreven gebouwen omvat Vrijland-Noord verder onder meer de grote Hangar H2 (ten oosten van Hangar 1 - de Junkershalle), een aantal na de oorlog gebouwde bakstenen barakken (zoals de nummers 23, 24, 22, 29 en 30), het woonhuis 17 (ongeveer halverwege aan de zuidzijde van de noordelijke oost-west gerichte weg) en een aantal bluswaterbunkers (zoals G7 iets ten oosten van gebouw 5, en G8 iets ten zuidwesten van gebouw 8). Tot slot van deze niet uitputtende opsomming telt het terrein enkele platforms en opstelplaatsen voor vlieg- en voertuigen en vele betonnen omheiningpalen met recent prikkeldraad of andere vormen van afrastering. Na de oorlog werd een krappe helft van het terrein - in hoofdzaak in het zuidelijke deel - opnieuw in particuliere hand gegeven en werd de bestaande boerderij ter plaatse weer in gebruik genomen. Het zuidoostelijk deel met de vroegere hoofdingang van het vliegveld en ook de voormalige kloostergebouwen werden eerst weer betrokken door de eigenaren, maar in 1957 vertrok de congregatie en kwam het in handen van defensie, en tot op de dag van vandaag zijn de gebouwen onderkomens voor militaire functies. Met de splitsing in de jaren '50 werd een onderscheid tussen Vrijland-Noord - het beschermde complex - en overig Vrijland een feit.
Waardering van het complex
Complex van een technisch en facilitair centrum ten dienste van vliegtuigen, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog en in beperkte mate ook nog enkele jaren daarna stammend en hoofdzakelijk door de Duitse bezetter opgezet groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, techniekhistorische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte, reeds eerder in het artefactiële landschap aanwezige elementen, uit de relicten van technische innovatie, uit de aan de vooraf bestaande schaakbordstructuur aangepaste en tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Legeringsgebouw | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
– | – | – | – | Arnhem | Deelen/Vrijland-Noord | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1294 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1945 | 1945 | – | vervaardiging |