Delenseweg 85, Deelen
Inleiding
Gebouw 14a ligt met de noklijn haaks op de weg en vrijstaand aan de oostzijde van de dwarsweg, iets achteraf tussen de gebouwen 14 en 22. Het werd in 1940 gebouwd en op macroniveau is het onderdeel van een grote militaire vliegveldstructuur uit de periode 1940-1945 en op mesoniveau onderdeel van een ijl complex van in esdorpachtige structuur geplaatste gebouwen. Op microniveau is het deel van een los gegroepeerde cluster van enige in lineair verband geplaatste gebouwen. Gebouw 14a functioneerde enige tijd als verenigingsgebouw.
Omschrijving
Eenlaagse, met ca. 50 cm dik buitenmuurwerk uitgevoerde bakstenen LEGERINGSBARAK, op een rechthoekige plattegrond met plint en fundering in gecementeerd metselwerk en gedekt door een met rode gegolfde verbeterde holle (Hollandse) pannen belegd en afgewolfd zadeldak, met in de dakschilden langgerekte dakkapellen met vensterstroken. De westelijke kopgevel heeft centraal een getoogde toegangsopening met aantrede en dubbele houten deuren, waarin met roeden verdeelde vierruits ramen en links hiervan een drietal kleine getoogde vensters met door roeden verdeelde vierruits ramen en rechts een venster met betonnen kalf, waarin tweeruits draairamen onder en een verdeeld raam boven. Op zolderniveau een tweetal relatief kleine houten vensteropeningen met door roeden in vieren verdeelde houten draairamen. Zuidelijke langsgevel voorzien van zes vensters met betonnen kalf, waarin tweeruits draairamen onder en een vierruits valraam boven. In de oostelijke kopgevel een vijftal vergelijkbare vensters en op zolderniveau een toegangsopening die bereikbaar is via een latere ijzeren trap en links hiervan een klein venster. In de noordelijke langsgevel vijf vensters met betonnen kalf, waarin tweeruits draairamen onder en een vierruits valraam boven en rechts daarvan een klein getoogd venster. Alle gevelopeningen onder een rollaag en de draairamen op de begane grond voorzien van in groen en wit lijstmotief beschilderde plaatstalen luiken, waarvan echter vooral aan de oostzijde enige exemplaren ontbreken. Zinken mastgoten en wit geschilderde windveren.
Waardering
LEGERINGSBARAK, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter als onderdeel van een groot militair vliegveld opgezet legerkamp, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in een kunstmatig opgezette esdorpstructuur en tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Complex van VLUCHTLEIDINGS- EN LEGERINGSCENTRUM KOP VAN DEELEN, onderdeel van Vliegveld Deelen, bestaande uit:
TERREIN met AANLEG
Gebouw 1 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 2 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 3 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 5 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 6 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 7 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 8 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 9 - MANSCHAPPENKANTINEGEBOUW
Gebouw 10 - BADHUIS / KETELHUIS
Gebouw 11 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 12 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 13 - LEGERINGSBARAK
Gebouw 14 - LAZARET
Gebouw 14a - LEGERINGSBARAK
Gebouw 15 - GARAGE met SMEERKUIL
Gebouw 16 - TRANSFORMATORHUIS / ELEKTRICITEITSHUIS
Gebouw 17 - GASMASKERPROEFGEBOUW
Gebouw 18 - BRANDWEERKAZERNE / KANTOOR met HONDENHOK
Gebouw 19 - VLUCHTLEIDINGSCENTRUM
Gebouw 21 - BUNKER
Gebouw 22 - BUNKER
Gebouw 23 - COMMANDOBUNKER
Gebouw 24 - POMPGEBOUW met PUT
Gebouw A1 - SCHUUR
Gebouw B1 - GARAGE met SMEERKUIL
Onderdeel No. G10 - BLUSWATERBUNKER
Het eerste gebouwencomplex van Fliegerhorst Deelen kwam tot stand op de Kop van Deelen, waar de kennelijk al eerder voorbereide bouwactiviteiten in mei en juni 1940 plaatsvonden. Het merendeel van de bestaande bebouwing werd gesloopt en vervangen door panden met functies die essentieel waren voor het functioneren van het vliegveld - vandaar de zeer snelle bouw en oplevering. De hoog gelegen 'natuurlijke commandopost' Kop van Deelen omvatte onder meer het vluchtleidingscentrum, de zogenoemde 'Gruppengefechtsstand', waar alle acties der in Deelen gestationeerde luchtmachteenheden werden voorbereid en geëvalueerd, de meteorologische dienst en een commandobunker. Verder waren er onder meer een lazaret, een brandweerkazerne, een centraal bad- en ketelhuis, een flink aantal personeelsverblijven, een verbindingsbunker en enige gevechtsbunkers van waaruit het gehele vliegterrein kon worden bestreken. Technisch bijzonder was de aanwezigheid op het terrein van een centraal gestookte verwarming - een vroeg voorbeeld van wijkverwarming dus. Het complex wordt gekenmerkt door zijn camouflage als esdorp, door de samenhang van een brink met akkerland (esgronden), weidegronden en woeste gronden (velden). Het patroon van de oorspronkelijk vermoedelijk grotendeels beklinkerde wegen is na de Tweede Wereldoorlog enigszins gestroomlijnd en uitgebreid en ook zijn enkele hoofdassen verhard door middel van asfalt, maar het oorspronkelijk wegennet is in grote trekken nog herkenbaar aanwezig, ook voor wat betreft de pre-Duitse periode. De door middel van vierkante betontegels aangelegde paadjes naar de gebouwen en de drie tegels brede paden rond de gebouwen zijn vrijwel geheel intact. De gebouwen waren voor een groot deel als 'Regelbauten' - waarbinnen varianten in enkele standaardmaten en met standaard dakvormen voorkwamen - uitgevoerd, maar werden ten dele ook als 'Sonderbauten' naar de plaatselijke omstandigheden en behoeften gebouwd. In ieder geval waren ze gecamoufleerd alsof ze een landelijke functie bezaten, of anders waren ze wel aan het zicht onttrokken door groen of door een aarden dekking. In de bebouwing komen vele verschillende plattegronden voor, maar er is zonder uitzondering één bouwlaag toegepast - die vrijwel altijd is voorzien van een opgaande dakvorm. Het plafond / de zoldervloer is op de Kop van Deelen - anders dan in de meeste andere kampementen - vrijwel overal in houten vloerdelen uitgevoerd, net als de vloer van de begane grond. De meeste panden zijn traditionalistisch van stijl, met slechts wat 'noodzakelijke' moderne details, zoals scherfvrije twee centimeter dikke plaatstalen luiken en in enkele gevallen gewapend betonnen kelders en plafonds. Karakteristiek zijn het circa 50 cm dikke muurwerk ('Feltmäßig verstärkt') van het merendeel van de niet gevechtsgebonden gebouwen en de met pannen gedekte, al dan niet afgewolfde zadeldaken en schilddaken. De plaatstalen luiken zijn zonder enige uitzondering slechts aan één zijde van beschildering in zandloper- of lijstpatroon voorzien; de andere kant, die in gesloten toestand naar buiten is gekeerd, is meestal effen groen - maar soms wit - geschilderd. Na de oorlog zijn de gebouwen opnieuw als onderkomens van militairen benut en zijn ook de zolders van vele gebouwen als manschappenverblijven ingericht. Hiertoe zijn onder meer voorzieningen verbeterd en werden op zolderniveau langgerekte dakkapellen aangebracht. Rond het jaar 2000 zijn de meeste gebouwen een tijd in gebruik geweest als onderkomen voor asielzoekers; hiertoe hebben opnieuw enkele (technische en fysieke) aanpassingen plaatsgevonden, die echter in de loop van 2004 voor een deel weer ongedaan zijn gemaakt. In het algemeen zijn de plafonds verlaagd, is een deel van de ramen, deuren en houten trappen vernieuwd of gewijzigd en is de technische infrastructuur vervangen. De ruimtelijke indeling - behalve die van de meeste zolders - bleef gewoonlijk intact, al hebben hier en daar wel wat toevoegingen plaatsgevonden.
Naast de hierna afzonderlijk beschreven gebouwen omvat Kop van Deelen onder meer een door aarden camouflage grotendeels aan het zicht onttrokken bunker, aan de rechterzijde van de toegangsweg, (no. 26), globaal tussen de nummers 18 (brandweerkazerne) en 17 (gasmaskerproefgebouw). Tevens is er het met gebouw A1 te vergelijken, bakstenen gebouwtje 33A, links naast gebouw 9 en dicht daarbij een wit gesausd L-vormig bakstenen gebouwtje onder met rode pannen belegd schilddak, met merktekens B en D. In de zuidwesthoek van het terrein bevindt zich een bakstenen hondenhok en op verschillende plaatsen zijn fundamenten van gebouwtjes herkenbaar. Het vermelden waard zijn ook een - mogelijk naoorlogse - ceremonie- of appèlplaats met vlaggenmast (achter gebouw 23) en een bouwsel uit baksteen en beton op vermoedelijk het hoogste punt van het terrein (achter gebouw 7), waarvan de functie (nog) niet bekend is. Tot slot van deze niet uitputtende opsomming bevat het terrein enkele, al dan niet intacte bluswatervijvers en vele betonnen omheiningpalen met recent prikkeldraad of andere afrastering, en ook enige in verschillende perioden tot stand gekomen soms meerlaagse naoorlogse gebouwen. Buiten het hek rond het kamp liggen onder meer een door aarden camouflage deels aan het zicht onttrokken langgerekte bunker en een bakstenen hondenhok (beide aan de westzijde van de dwarsweg, ongeveer tegenover bluswaterbunker G10), het voor bescherming in aanmerking komende gemaal (aan de Hoenderloseweg) en het vluchtleidingsgebouw (gebouw 20, eveneens aan de Hoenderloseweg).
Waardering van het complex
Complex van een vluchtleiding- en legeringcentrum, van algemeen belang als relatief gaaf onderdeel van een uit de Tweede Wereldoorlog stammend en door de Duitse bezetter opgezet, groot militair vliegveld, vanwege: architectuurhistorische, stedenbouwkundige, historisch-geografische, techniekhistorische, krijgs- en cultuurhistorische en complex- en ensemblewaarden, die onder meer kunnen blijken uit de op locale vormen geïnspireerde traditionalistische bouwtrant, uit de voor de bouwtijd kenmerkende onderdelen en details, uit de in het concept verwerkte, reeds in het (artefactiële) landschap aanwezige elementen, uit de relicten van technische innovatie, uit de in een kunstmatig opgezette esdorpstructuur en tot in detaillering doorgevoerde camouflage, uit de samenhang van en met het totale militaire vliegveldconcept en de ruimtelijke hoofdlijnen en onderdelen van het kampement, en uit de onderlinge verwantschap van de hierbij toegepaste vormen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Legeringsgebouw | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Delenseweg | 85 | – | 6877 AE | Deelen | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Militair verblijfsgebouw | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 773 | – | Otterlo |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1940 | 1940 | – | vervaardiging |