Parkkade 31, Rotterdam
Complexonderdeel 3
Inleiding
Noordelijk VENTlLATIEGEBOUW, deel uitmakend van het complex Maastunnel, gelegen op de Rechter Maasoever. Het gebouw is vrijwel identiek aan het ventilatiegebouw op de linker Maasoever.
Omschrijving
Het VENTILATIEGEBOUW bestaat uit een bovengronds deel van 34,22 m hoog met drie verdiepingen en een kap en een ondergronds deel van 26,43 m diep, dat inclusief de tunnel vijf bouwlagen telt. Het ondergrondse deel van het ventilatiegebouw werd gebouwd met behulp van een pneumatisch gefundeerd caisson van gewapend beton, waarmee tevens een aansluiting van de landtunnel op de riviertunnel werd verkregen. Het caisson bevat de pompenkelder, de twee tunnelbuizen voor autoverkeer, die voor voetgangers en fietsers, zuurstofmeetaparatuur en over de gehele lengte - met een peervormig dwarsprofiel - de ventilatiekanalen en de liftschacht. Beide delen zijn gebouwd in een gewapende betonconstructie. Het ventilatiegebouw staat via het ventilatiesysteem in verbinding met de eigenlijke tunnel, twee naast elkaar gelegen buizen van 450 meter lang voor het autoverkeer en twee kleinere buizen onder elkaar voor respectievelijk het Fietsers- en voetgangersverkeer. Het bovengrondse deel heeft in grove lijnen een rechthoekig grondplan met een basement bekleed met oranjebruine grestegels boven een plint van donkerbruine. Aan de oost- en westzijde bevinden zich, inpandig, de ingangen, bereikbaar middels eveneens betegelde trappen. De ingangen worden gemarkeerd door een pilaarvormige uitstulping en een afgeronde hoek. In het achterste deel van de west- en oostgevel wordt het betegelde basement onderbroken door vier rechthoekige vensters. De achtergevel aan de rivierzijde heeft aan weerszijden van een groot rechthoekig venster twee gesloten, donkergroen geverfde, stalen laaddeuren. Boven het basement bevindt zich een hoog expressief, gepleisterd betonnen bouwvolume, waarvan het middengedeelte een T-vormig grondplan heeft, met sculpturale afgeronde binnenhoeken en uitstulpingen op de hoeken aan de rivierzijde. In deze hoge ventilatieruimte bevinden zich acht pers- en zes zuigventilatoren met bijbehorende aandrijfmotoren. Ter hoogte van de motoren bevindt zich geheel rondom een stalen tussenbordes bereikbaar via een steile trap. Aan het uiteinde van het bordes loopt een eenvoudige stalen trap naar het dak. In de oost- en de westgevel, in de glooiing van het brede naar het smalle gedeelte, bevindt zich een strook van tien rechthoekige vensters. In de noord- en zuidzijde bevinden zich respectievelijk zes kleine patrijspoortvensters en een groot rond venster. Hierboven aan de noordzijde een hoge schijf met uitzwenkende hoeken en haaks hierop, aan de rivierzijde, een lager, geheel met koper bekleed absisvormig deel dat is samengesteld uit een constructie van spijlen en roosters, waarin zich het aanzuigmechanisme voor verse lucht bevindt.
Waardering
Noordelijk VENTILATIEGEBOUW als historisch-functioneel onderdeel van het Maastunnelcomplex en samen met het toegangsgebouw beeldbepalend element aan de noordelijke Maasoever met pendant aan de zuidelijke overzijde, van algemeen belang vanwege grote cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsook vanwege stedenbouwkundig en bouwtechnisch-innovatieve waarde. Binnen het oeuvre van architect Van der Steur neemt het Maastunnelgebouw een belangrijke positie in.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
MAASTUNNELCOMPLEX. De Maastunnel onder de Nieuwe Maas tussen de Parkkade en Oud-Charlois werd met de bijbehorende onderdelen gebouwd in 1937-1942 in opdracht van de Rotterdamse gemeenteraad, die hiertoe op 13 mei 1933 het principebesluit nam. Het architectonisch ontwerp in expressionistische trant werd geleverd door de architect van Gemeentewerken, ir. A.J. van der Steur. Het gehele projectstond onder technische begeleiding van ir. J.P. van Bruggen, chef Tunnelafdeling van de Gemeentelijke Technische Dienst, bijgestaan door ing. M. Lassen Nielsen. Speciaal voor de bouw van de tunnel werd de N.V. Maastunnel opgericht, waarin een aantal grote aannemersbedrijven werden ondergebracht: de Nederlandsche Aannemingmaatschappij en Christiani & Nielsen uit Den Haag, Van Hattum & Blankevoort uit Beverwijk en de N.V. Internationale Gewapend Betonbouw uit Breda. Bij de aanleg van deze betonnen verkeerstunnel onder water - de eerste in zijn soort in Nederland - is gebruik gemaakt van de destijds revolutionaire zinkmethode, waarbij de negen tunnelelementen van elk 6 meter vooraf werden vervaardigd en na afzinking onder water met elkaar werden verbonden.
Het complex omvat de volgende onderdelen: 1. het TOEGANGSGEBOUW aan de noordoever (Parkkade); 2. het TOEGANGSGEBOUW aan de zuidoever (Charloissehoofd); 3. het VENTILATIEGEBOUW aan de noordoever (Parkkade); 4. het VENTILATIEGEBOUW aan de zuidoever (Charloissehoofd); 5. de RIVIERTUNNEL, bestaande uit twee autotunnels en een fiets- en een voetgangerstunnel tussen de Parkkade en Oud-Charlois; 6. de TUNNELTRAVERSE aan beide oevers, over Maastunnelplein, Doklaan, 's-Gravendijkwal, Henegouwerlaan en Statenweg; 7. het noordelijke GARAGEGEBOUW (Baden Powelllaan); 8. het zuidelijke GARAGEGEBOUW (Doklaan).
Omschrijving van het complex
De gebouwen en de tunnel van het MAASTUNNELCOMPLEX, gebouwd met een gewapend betonconstructie, worden gekenmerkt door een zakelijk-expressionistische vormgeving afgestemd op de functie. De riviertunnel heeft een rechthoekige doorsnede met twee afzonderlijke kokers voor het autoverkeer en aan de oostzijde boven elkaar twee kokers voor voetgangers en rijwielverkeer (waartoe de roltrappen zijn aangebracht). De betonconstructie is aan de buitenzijde met staalplaten bekleed, de tunnelkokers zijn inwendig met rechthoekige crèmekleurige tegels bekleed. De aanritten naar de tunnel, gezamenlijk vier rijstroken bevattend, zijn eveneens met een betonfundering uitgevoerd en verdiept gelegen in het Maastunneltracé waarover bij de hoofdkruisingen viaducten zijn aangebracht. De traverse geeft directe aansluiting op de rijkswegen naar Den Haag en Dordrecht. Aan weerszijden van de rivier staat een toegangsgebouw met roltrappen en een ventilatiegebouw die vrijwel identiek zijn aan elkaar vormgegeven. Ook de garagegebouwen aan weerszijden van de autotunnel kennen een vergelijkbare vormgeving. De gebouwen zijn voorzien van lambriseringen van oranjebruine Grestegels, wit gepleisterde gevelvlakken, groenkoperen platte, schild- en koepeldaken, stalen deuren en vensterkozijnen met kleine roedenverdeling en 'patrijspoorten'. De zakelijke doch zorgvuldig gedetailleerde interieurs zijn nog grotendeels oorspronkelijk.
Waardering van het complex
Het MAASTUNNELCOMPLEX met bijbehorende onderdelen als de eerste onderwatertunnel voor auto-, fiets- en voetgangersverkeer in Nederland is van algemeen belang vanwege grote cultuur- en architectuurhistorische waarde, alsook van stedenbouwkundige en bouwtechnisch-innovatieve waarde. Binnen het oeuvre van architect Van der Steur neemt het Maastunnelcomplex bovendien een belangrijke positie in.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Weg- en waterbouwkundige werken | Bedieningsgebouw | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Parkkade | 31 | – | 3016 GN | Rotterdam | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Transport | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | G | 637 | – | Delfshaven |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1937 | 1942 | – | vervaardiging |