Deventerweg 19, Voorst
Omschrijving onderdeel 22
HOF TE PRAESINK
Boerderij en landbouwschuur met middenlangsdeel uit 1938, nadat de voormalige boerderij door brand verloren was gegaan. De plaats, reeds genoemd rond 1400, behoorde in de 16de en 17de eeuw tot de voornaamste hofsteden van de voormalige marke "Gietelo". Boerderij en schuur zijn opgetrokken uit baksteen en afgesloten door middel van rietgedekte zadeldaken met wolfseinden. Op de daknok van beide staat een bakstenen schoorsteen. De boerderij heeft in het voorhuis een woongedeelte met kelder, begane grond en een zolderverdieping. De voorgevel heeft vensters met schuiframen en gepleisterde onderdorpels alsmede opgeklampte luiken op de begane grond. De ramen hebben een roedeverdeling. De vensters zijn aan de bovenzijde afgesloten door middel van een hanekamstrek. Ter plaatse van het woonhuisgedeelte hebben de zijgevels een toegangsdeur met glas en vensters met een tussenstijl. In de vensters ramen met een roedeverdeling. Het venster links in de rechterzijgevel heeft luiken. De zijgevels hebben ter plaatse van het bedrijfsgedeelte opgeklampte staldeuren en gietijzeren stalvensters met een roedetraceririg; het geheel is aan de bovenzijde getoogd. De achtergevel heeft deeldeuren onder een ellipsboog. Ter weerszijden laaggeplaatste halfrond gesloten gietijzeren vensters en mestgangdeuren, afgesloten door middel van een korfboog. Op zolderhoogte enkele gietijzeren rondvensters met een roedetracering.
Waardering Boerderij HOF TE PRAESINK, behorend tot de historische buitenplaats De Poll van algemeen cultuurhistorisch belang
- wegens de ouderdom
- wegens de ontwikkelingsgeschiedenis
- wegens het type
- wegens de betekenis als ferme ornéé bij de beleving van de buitenplaats
- wegens de ensemblewaarde als onderdeel van de buitenplaats
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Complexomschrijving
In structuur en in detail gaaf bewaard historisch buitenplaatscomplex De Poll, bestaande uit het HOOFDGEBOUW (Huis De Poll) (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), PAARDENSTAL (3), TUINMANSWONING (4), WERKSCHUUR (5), HOUTLOODS (6), MOESTUINMUUR MET KAS (7), KOUDE BAKKEN (8A en 8B), DE OUDE POLL (9), DE ZUTPHENBOER (10), LANDBOUWSCHUUR BIJ DE ZUTPHENBOER (11), DE BREMTE (12), LANDBOUWSCHUUR BIJ DE BREMTE (13), HOF TE GIETEL (14), LANDBOUWSCHUUR BIJ HOF TE GIETEL (15), BAKHUISJE BIJ HOF TE GIETEL (16), DE STAKENBERG (17), LANDBOUWSCHUUR BIJ DE STAKENBERG (18), DE GIETELSCHE BROUWERIJ (19), PORTIERSWONING (20), DE HOEK (21), HOF TE PRAESINK (22), LANDBOUWSCHUUR BIJ HET HOF TE PRAESINK (23) BELLE RENSINK (24), LANDBOUWSCHUUR BIJ BELLE RENSINK (25), WINTERAKKERS (26), DE KORTE BREE (27), BAKHUISJE BIJ DE KORTE BREE (28), KOZAKKENHUT (29), ZONNEWIJZER (30), LANDBOUWSCHUUR BIJ DE PORTIERSWONING (31), PIJLERS (32a EN 32b).
In 1772 wordt De Poll als volgt omschreven: 'Pol, (ouwe en nieuwe) zyn twee Heerenhuisen, onder het Schoutampt van Voorst, ten Zuydoosten van het dorp Wilp op de Veluwe, een groot Myl van Deventer, naby aan de westzyde van den Ysselstroom gelegen. Het eerste is oud en slecht; dog het ander is een fraay nieuwerwets Gebouw, met een deftige Stalling voor de Paarden, en met een bekwaam Koetshuis voorzien'. Op een tekening van Cornelis Pronk uit 1730 zijn de twee huizen afgebeeld: het voorname nieuwe huis onder het hoge schilddak met een geprononceerde ingangspartij door water omgeven en op de achtergrond de Oude Poll, een bescheiden bouwwerk onder zadeldak tussen trapgevels. Op de voorgrond links beeldt Pronk een poortgebouw af. Op een tekening uit 1792 blijkt het poortgebouw verdwenen te zijn. Tegenwoordig is de Oude Poll een boerderij, achter het tegenwoordige landhuis, aan de overzijde van de waterpartij (zie hiervoor onderdeel 9). De naam De Poll is afgeleid van het Germaanse woord 'polla', een stuk grond dat iets hoger ligt dan zijn omgeving en gewoonlijk door sloten of ander water omringd is.
Op de plaats van de 'Nieuwe Poll', - ook wel het Hof te Gietelo genoemd, een naam die later op een van de boerderijen is overgegaan (zie hiervoor onderdeel 14) - stond al in de 16de eeuw een gebouw waar weinig naders over bekend is. Pas in 1555 is er sprake van een havezate met de naam Poll. In een acte uit 1694 wordt gesproken over 'Sweder van Apeldorn, op de havesaete den Poll toe Gietelo, 1555'. Sweder werd opgevolgd door zijn derde zoon, Peter van Apeldoren, die in 1602 op de Poll woonde en er in 1611 een nieuw gebouw liet optrekken. Dit huis bestond uit een kelder en twee verdiepingen en was waarschijnlijk onderverdeeld in een zaal en een kamer. Van deze bouwfase zijn aan het huidige huis bouwsporen te zien in de oostelijke gevel: ter breedte van twee ramen speklagen, een ontlastingsboog van een dichtgezet venster, evenals aan de westgevel. In 1626 overleed Peter van Apeldoren. De Poll ging naar de oudste zoon, Sweder of Assueer, die in 1618 was getrouwd met Anna van Lynden. Assueer maakte in 1636 de Poll tot een Gelders leen; de omschrijving in het leenregister luidt: "De huysinge ende havesate, genoemt het huys Gietelo ofte Pol, mette landeriën, daeronder gehoorende ende gebruyckt wordende (...)'. In die tijd werd waarschijnlijk haaks op de 16de-eeuwse vleugel een nieuwe vleugel gebouwd zodat er een L-vormig gebouw was ontstaan. Ook deze vleugel bestond uit een kelder en twee bouwlagen. Vóór 1730 werd het huis met een erkerkamer uitgebreid tot een vrijwel vierkant huis, dat een nieuwe, symmetrisch ingedeelde voorgevel met risalieten kreeg: het huis dat Pronk afbeeldt. In de loop van de 19de eeuw werd het huis een aantal malen verbouwd, waarbij de vensters gewijzigd werden, de kap verlaagd, de gevels gepleisterd en de ingangspartij zijn ronde beëindiging verloor. Bij een uitgebreide restauratie in de laatste jaren van de 20ste eeuw kreeg het huis zijn huidige aanzien.
De plattegrond van Hottinger uit 1783 geeft de vroegste informatie over de omgeving van de Poll. Buitendijks, dat wil zeggen buiten de IJssel- of Bandijk die als winterdijk dienst deed, ligt het huis op een eiland in een forse waterpartij, het restant van een dijkdoorbraak van de IJssel. Op het eveneens omgrachte voorterrein liggen twee bouwhuizen en een kleine, formeel aangelegde tuin. De waterpartij wordt aan de zuidkant met een segmentboog afgesloten. Vanuit de lange oprijlaan lopen twee rechte, met bomen beplante lanen in noordwestelijke richting. De meest noordelijke van de twee biedt zicht op de boerderij de Bremte (zie hiervoor onderdeel 12). Langs de beide dwarslanen is sprake van een formele aanleg met een recht en een elkaar kruisend lanenpatroon. Over de hele lengte van de IJsseldijk vanaf de Nijenbeekseweg tot aan het huis De Poll is aan de westkant sprake van een met paden doorsneden bos. De oostkant van de dijk, de uiterwaard, is met bouw- en weilanden onderverdeeld. De grootste veranderingen vonden omstreeks 1800 plaats, toen Willem Anne Schimmelpenninck van der Oye Heer van de beide Pollen was. Bij zijn overlijden in 1816 had de buitenplaats grotendeels de vorm gekregen die het nu nog steeds bezit. De nieuwe fase van de buitenplaats is afgebeeld op de kaart van M.J. de Man uit 1805. In vergelijking met de Hottingerkaart uit 1783 heeft er een opmerkelijke wijziging plaats gevonden. Het deel ten noordwesten van het huis dat in 1783 nog een formele indeling had is nu gewijzigd in een aanleg waarin kronkelende waterpartijen en paden domineren. Overigens zijn de formele structuren ten westen van het huis en de bospercelen langs de de dijk nog wel aanwezig. De kadastrale minuut van 1827 bevestigt de gegevens van de kaart van De Man. De landschappelijke aanleg is echter aangepast. Het huis met voorterrein en 'plaisiertuin' is nu opgenomen op een fors, grillig gevormd eiland. In de grote waterpartij ligt een klein eiland, dat op de OAT ook 'Eiland' wordt genoemd. De oprijlaan is over de IJsseldijk heen getrokken en loopt via een brug recht aan op de huisplaats. Aan de oostkant van de IJsseldijk is ter hoogte van het huis een stuk bos aangeplant, dat overgaat in het landschapspark. In het landschapspark zelf dat 'Plattenberg' heet, ligt een 'Kozakkenhut' (zie hiervoor onderdeel 29). In vergelijk met de situatie in 1805 is de afwisseling in het park van waterpartijen, wandelingen en eilanden met opgaande bomen en hakhout scherper gemaakt. Hier is de hand te herkennen van de landschapsarchitect Hendrik van Lunteren die in 1812 wijzigingen aan het park heeft aangebracht. De rondwandeling over de buitenplaats van Schimmelpenninck van der Oye in het begin van de 19de eeuw gaf een afwisseling aan beelden te zien. Op de kadasterkaart en de kaart van De Man is te zien hoe boerderijen een rol spelen in de beleving van het buitenplaatsenlandschap. Genoemd is al de Bremte aan het eind van een van de dwarslanen. De Oude Poll (zie hiervoor onderdeel 9) en de Zutphenboer (zie hiervoor onderdeel 10) zijn opgenomen als visuele elementen in de wandeling vanaf het Huis en het landschappark. Zij zijn niet de enige. Komend vanaf het huis over de oprijlaan ligt aan de noordkant het Hof te Gietel met de bijgebouwen (zie hiervoor onderdeel 14) en aan de zuidkant de gebouwen van de hoeve Praesink (Preseng) (zie hiervoor onderdeel 22). Iets verder naar het westen, maar nog steeds beleefbaar als element in de wandeling is de Stakenberg gesitueerd (zie hiervoor onderdeel 17). Aan het eind van de oprijlaan ligt de Gietselsche Brouwerij met zijn bijgebouwen (zie hiervoor onderdeel 19). Op de plaats van de huidige portierswoning (zie hiervoor onderdeel 20) zijn twee gebouwtjes afgebeeld. De Topografisch Militaire Kaart van 1844 vertoont een volgende fase: het water aan de westkant van het huiseiland is gedempt en de oprijlaan is nu met een bocht verlegd, zodat deze vanuit de zuidkant het huis benadert. Ten zuiden van de verlegde oprijlaan is de moestuin met diverse gebouwen en muren afgebeeld. Van der Aa schrijft in 1847: '... Het is een der aanzienlijkste goederen in den omtrek, van liefelijke partijen doorsneden en met sierlijke boomgewas prijkende, bevat het een in moderne smaak opgehaald huis'. Deze situatie is tot op heden niet veranderd. Het landschapspark aan de west- en noordzijde van het huis, de IJsseldijk met de bosschages en bosstroken, doorsneden met wandelingen, de toegangslanen met zichten over de bouwlanden naar verschillende boerderijen: een door de mens gecreëerd arcadisch landschap waarbij gebruik gemaakt is van bestaande elementen in het landschap als de oude IJsseldijk en waarin verschillende boerderijen door middel van een rondgaande wandeling een rol spelen als gezichtspunt en als 'ferme ornée', een sierend nutselement dat men al wandelend gewaar wordt en dat typerend is voor de vroege landschapsstijl in de 19de eeuw. Dominee Craandijk verwoordde het in 1887 als volgt: '...Rijtuigen en wandelaars verlaten doorgaans den straatweg, om de laan te volgen, die voorbij het huis loopt en daar, van rigting veranderend, met het hooge geboomte op den straatweg een' grootschen driehoek van trotsch opgaand beukenhout vormt, waartusschen het bouwland als in een prachtig lijstwerk ligt gevat...'.. In opdracht van toenmalig eigenaar Rudolf van Weede maakte tuinarchitect L.A. Springer in 1932 een reorganisatieplan voor het tuingedeelte voor het huis. Of en in hoeverre dit is uitgevoerd is niet bekend. Van Weede stierf het jaar daarop en op topografische kaarten van na die tijd zijn geen merkbarre wijzigingen aangegeven. Gedurende de Tweede Wereldoorlog zijn de bossen van De Poll voor een groot deel gekapt, maar de herbeplanting is nadien krachtig ter hand genomen, zodat het huis weer in een fraai parklandschap gesitueerd is. Het bijgebouw voor het huis, dat onder andere de functie van koetshuis en oranjerie had, is tijdens de Tweede Wereldoorlog zo zwaar beschadigd geraakt, dat het nadien moest worden herbouwd. Dit gebouw valt buiten de bescherming.
De omgrenzing en de aanduiding van de onderdelen zijn op de bijbehorende kaart aangegeven.
Waardering
HET HISTORISCHE BUITENPLAATSCOMPLEX DE POLL is van algemeen cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch belang:
- wegens de ouderdom
- wegens de ontwikkelingsgeschiedenis
- wegens een aantal formele laanelementen uit de 17de-eeuwse aanleg
- wegens de inrichting van het landschapspark en de samenhang met het hoofdgebouw
- wegens de plaats van het park in het oeuvre van Hendrik van Lunteren
- wegens het gebruikmaken in de aanleg van cultuurlijke en natuurlijke aspecten waarmee een arcadisch landschap is geschapen in de traditie van de vroege 19de eeuw
- wegens de aanwezigheid van een aantal bijgebouwen, boerderijen, opstallen en bouwwerkjes die deel uitmaken van de beleving van de19de-eeuwse rondwandeling
- wegens de visuele samenhang tussen de verschillende componenten
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Boerderij(M1) | Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Deventerweg | 19 | – | 7383 AA | Voorst | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 850 | – | Voorst |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1938 | 1938 | – | vervaardiging |