Hydepark, Doorn
Omschrijving complexonderdeel 25: Drie vrijstaande 19de-eeuwse langgerekte op het zuiden georiënteerde Koude- of NOORDELIJKE BROEIBAKKEN vervaardigd van lage steens bepleisterde bakstenen muren waarvan de noordmuren hoog zijn en de zuidmuren het laagst. De bakken liggen zuidelijk van de Palmen- en Zaaikas, hebben verschillende lengte, breedte, hoogte maten en zijn van elkaar gescheiden door smalle paden. De meest noordelijke bak is 12 grote ramen breed, de middelste 19 kleinere ramen en de meest zuidelijke 17 ramen. De oorspronkelijke ramen, grenen frames met verticale ijzeren roeden en ruiten, rustten in een sponning op de noordmuren, de zijden in sponningen van de schuin aflopende zijgevels en op zware T-ijzers. Op de zuidmuur tegen een ingemetselde zware ijzeren opstaande lip.
WAARDERING
De drie NOORDELIJKE BROEIBAKKEN zijn in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang
- vanwege de architectuurhistorische waarde
- als voorbeeld van een 19de-eeuws broeibak-ensemble op een historische buitenplaats,
- vanwege de kenmerkende ligging in de moestuin,
- vanwege de ouderdom
- vanwege de ensemblewaarde.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
De buitenplaats Hydepark (voor 1885 Heideperk, Heidepark, Hijdepark genoemd) is rond 1815 door G.H.R. Hoff gesticht. Het totale bezit besloeg in die tijd 52 hectare en 62 hectare in pacht van Rijksdomeinen. Het landhuis dat Hoff liet bouwen was van bescheiden omvang; een bouwlaag onder een rieten kap met aan de zuidgevel een erker- of koepelkamer. Door de ruime overstekken van de kap had het huis rondom veranda's De eigenaar transformeerde het uit overwegend heidegronden bestaande gebied in bouwland en bossen. Het huis werd tussen 1815 en 1864 met een etage verhoogd en ontdaan van de veranda's. In 1885 kwam de buitenplaats in handen van de Amsterdammer jhr. H.M.J. van Loon (1831-1901) en zijn puisant rijke vrouw Catharina Antoinette Borski, die het oude huis lieten afbreken en Hydepark een totaal ander en vooral grootser aanzien gaven. De financiering van een dergelijk project was mogelijk dankzij een erfenis die zij kregen ten gevolge van het overlijden van de vader van Catherina Antoinette Borski in 1881, gevolgd door het overlijden van haar broer in 1884. Onder leiding van architect J.N. Landré, die ontwerper is van nagenoeg alle gebouwen, werd eerst begonnen met de bouw van een omvangrijk, eclectisch landhuis met onder andere renaissance, gotische, Lodewijk XVI en Moorse stijlinvloeden. De gevel van het landhuis had een lengte van 42 meter en het huis was 20 meter diep. Daarnaast werden vele bijgebouwen, verspreid over het terrein, gerealiseerd, waaronder twee portiershuizen, een tuinmanshuis, een boerderij, watertoren, oranjerie en de villa La Forét met koetshuis en dienstwoningen. In de Tweede Wereldoorlog werd het landhuis door brand verwoest en na de oorlog afgebroken. Het terrein kwam voor het grootste deel in handen van de Nederlands Hervormde Kerk. Een ander deel kwam in handen van de Bartiméus Stichting. Op de plaats van het landhuis werd in 1962 een modern gebouw gerealiseerd. In het noordelijk deel van het park zijn in de loop der jaren diverse paviljoens gebouwd. De parkonderdelen die het meest te lijden hebben gehad van nieuwbouw zijn, op de locatie van enkele cementtrustieke onderdelen na, buiten de begrenzing van de bescherming gelaten.
De parkaanleg van de buitenplaats groeide tussen 1815-1890 uit tot 252 hectare en is door aanleg uit 1885-1890 naar ontwerp van Hendrik Copijn een van de laatste grote landschapsparken die op de Utrechtse Heuvelrug werd gerealiseerd. In 3 jaar tijd werd nabij het nieuw gebouwde huis het terrein getransformeerd tot een landschappelijke aanleg die aansloot op een omvangrijk parkbos, afgewisseld door weiden en akkers met slingerpaden en waterpartijen. In het geaccidenteerde landschap werden diverse zichtlijnen en zichtlanen gecreëerd, waarvan het Huis Hydepark de kern vormde. Het huis lag ongeveer 100 meter van de Driebergsestraatweg af en was via gebogen oprijlanen te bereiken. Het terrein voor het huis, waar vóór 1885 bouwland lag, had een open karakter met diverse kleine bospartijen, solitairen en niervormige perken, waar doorheen een netwerk van slingerpaden liep en een aantal zichtlijnen die op het huis waren geprojecteerd. Een vrij grote, onregelmatig gevormde vijver lag in de nabijheid van de openbare weg; deze werd gevoed door een tweetal beekjes die het open gebied doorsneden. Ten westen van het huis werd een kunstmatige heuvel opgeworpen waarop een watertoren verrees. In de heuvel bouwde men een ijskelder. Voor de oranjerie, die even ten noorden van de genoemde heuvel werd gebouwd creëerde Copijn een geometrische rozentuin met een ovale vorm. Ten noorden van de oranjerie werd het gebied bestemd voor agrarische doeleinden en bestond uit weilanden, waaraan een boerderijcomplex, een ommuurde moestuin en boomgaard lagen. Het gebied ten noordoosten van het huis bestond tot aan de Bovenweg uit een parkbos met onder andere een hertenkamp en een (inmiddels verdwenen) beek. In de oosthoek van dit bos liet Henri van Loon omstreeks 1889 de villa La Forêt voor een van de zoons bouwen. Nabij het huis en de toen reeds (en nog) bestaande dienstwoning 'Vijverzicht' werd een koetshuis voor 23 paarden gebouwd. De noordelijk gelegen achterplaats was te bereiken via een cementrustieke boomstammenbrug en tunnels die over en onder de Arnhemsebovenweg lagen. Het oostelijk deel van het park werd omstreeks 1890 uitgebreid door de aankoop van het ruim 131 hectare grote en van oorsprong vroeg 18de-eeuwse landgoed 't Zand. Copijn behield en integreerde hier in zijn ontwerp, het bestaande vroeg 18de-eeuwse bosquet en andere lineaire structuren van 't Zand. De oude Schapendrift, die het verlengde was van de 12de-eeuwse ontginnings- of Broekweg vanuit Werkhoven, werd als oostelijke oprijlaan in de parkaanleg geïntegreerd en aan de openbaarheid onttrokken. Te vervanging van deze Schapendrift werd aan de oostgrens van Hydepark de huidige Broekweg aangelegd waarbij Copijn gebruik maakte van bestaande noord-zuid lopende vroeg 18de- en 19de-eeuwse lanen. Aan de Broekweg nabij de Straatweg werd in 1891 de rentmeesterswoning van Hydepark gebouwd. De vroeg 18de-eeuwse oprijlaan van Huis 't Zand, die zuidelijk over de Straatweg aansloot op de kilometers lange laan naar Kasteel Sterkenburg werd in gebruik genomen als paardenrenbaan, terwijl Huis 't Zand werd verplaatst naar de zuidzijde van de Straatweg. Het bergje waarop het huis stond bleef intact, evenals de moestuin die ten behoeve van La Forêt in gebruik genomen werd.
De beplanting van het park is door Copijn met zorg samengesteld. Er werden ondermeer volwassen bomen geplant op de plek waar de akkers gelegen hadden, waardoor een harmonieuze aansluiting met het oude parkbos tot stand werd gebracht. De jonge aanplant bestond vooral uit exotische en uitheemse soorten die tevens aansloten op de beplanting van de ontginningsbossen die vanaf 1815 waren aangeplant. In 1937 werd de Oude Arnhemse Bovenweg naar het noorden verlegd en verbreed, waardoor de functie van de cementrustieke boomstammenbrug verloren ging. Na de oorlog heeft het terrein vele veranderingen ondergaan. Op de plaats van Hydepark verscheen in 1962 een modern gebouw waarin een theologisch seminarium is ondergebracht. In het oostelijke deel van de Bartimeusstichting werd de villa La Foret in 1964 en de stallen in 1970 gesloopt en verschenen nieuwe gebouwen voor de opvang van visueel gehandicapten.
Het COMPLEX HISTORISCHE BUITENPLAATS HYDEPARK bestaat uit de volgende samenstellenden onderdelen: HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (1), PORTIERSWONING (2), BOERDERIJ (3) PAARDENSTAL MET BERGING (4), VARKENSSCHUUR (5), PORTIERSWONING (6), HOUTEN TUINPRIEEL (7), TUINMANSWONING (8), ORANJERIE (9), IJSKELDER aan de Hydeparklaan (10), GROTTO (11), ROTSPARTIJEN MET BRUG (12), ROTSPARTIJEN (13), TUINMANSHUIS (14), HOUTLOODS (15), NOORDELIJKE MOESTUINMUUR (16), OOSTELIJKE MOESTUINMUUR (17), WESTELIJKE MOESTUINMUUR (18), STOOKHUISJE (19), DRUIVENKAS (20), PERZIKKENKAS (21), PALMENKAS (22), TABLETTEN OF ZAAIKAS (23), MUUR OF VIJGENKAS (24), NOORDELIJKE BROEIBAKKEN (25), WESTELIJKE BROEIBAK (26), ZUIDELIJK MOESTUINHEK (27), WATERRESERVOIRS (28), ZUIDELIJKE BLOEMEN- OF ROZENTUINMUUR (29), TWEE BLOEMEN OF ROZENTUINHEKKEN (30).
Waardering
Het complex met La Forêt en 't Zand welke de buitenplaats Hydepark vormen is van algemeen belang en grote cultuurhistorische waarde;
- vanwege de ontginnings-, ontwikkelings- en bewoningsgeschiedenis tussen de vroege 18de-eeuw en de late 19de-eeuw,
- vanwege (tuin)architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een landschapspark met nog een groot aantal bestaande elementen als bijgebouwen en moestuinen, grotendeels intact zijne paden-, lanenstructuur en waterpartijen die ontstaan zijn vanaf de vroege 18de-eeuw tot de late 19de-eeuw,
- vanwege ensemble-waarde als onderdeel van de Stichtse Lustwarande ten zuiden van de Utrechtse Heuvelrug.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Driebergsestraatweg | 34 | – | 3941 ZX | Doorn | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | Noordelijke broeibakken | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 7999 | – | Doorn |