Zes proeftuinen, Dedemsvaart

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Zes proeftuinen: Confectieborders, Verdiepte Tuin, Zonneborders, Vijvertje met Riet, Stadstuin en Schaduwborders.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
532140
Complexnaam
Tuinen Mien Ruys
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Het complex 'TUINEN VAN MIEN RUYS' ligt aan de Moerheimstraat te Dedemsvaart. De tuinen bestaan uit een twintigtal proeftuinen, ontworpen en aangelegd door tuinarchitect Mien Ruys (1904-1999), in de periode van 1924 tot 1999. Zij omvatten een gebied van circa 2,5 ha. De volgende tuinen vallen onder de bescherming van rijkswege: 1. de VERWILDERINGSTUIN (1924), 2. de OUDE PROEFTUIN (1927), 3. de WATERTUIN (1954) en 4. ZES PROEFTUINEN (1960). De overige proeftuinen vallen vanwege hun te geringe ouderdom buiten de bescherming.

De tuinen ontstonden direct achter het huis van de familie Ruys (villa Lellingbo, 1902) in Dedemsvaart, alwaar Bonne Ruys aan het einde van de 19de eeuw de zeer vermaarde kwekerij Moerheim begon. In deze kwekerij werden vaste planten gekweekt en werden door kruising vele nieuwe variëteiten gewonnen, die over de hele wereld werden geëxporteerd, waarmee Bonne Ruys een grote naam kreeg. Zijn dochter Mien Ruys was niet zozeer geïnteresseerd in het kwekersvak, maar wel in het ontwerpen en beplanten van tuinen met behulp van vaste planten. Ze kreeg al op jonge leeftijd de leiding over het aan de kwekerij verbonden ontwerpbureau. Opleidingen in dit vak, evenals boeken of tijdschriften over dit onderwerp waren er in die tijd vrijwel niet. Ze moest zich de kennis zelf eigen maken. Dat deed ze in de tuin van haar ouders. In 1924 legde ze in de boomgaard haar eerste proeftuin aan: de 'Verwilderingstuin'. Rondom de vierkante vijver plantte ze allerlei vaste planten uit de kwekerij. Ze zat erbij en keek. Hoe komen planten het best tot hun recht, welk effect hebben bepaalde combinaties, wat doen kleuren en vormen, wat is de invloed van grondsoort en schaduw en hoe ontwikkelden de planten zich. Ze moest veranderingen aanbrengen op zoek naar harmonie en evenwicht en ze leerde. Na een stage in Engeland en een bezoek aan Gertrude Jekyll legde ze in 1927 de 'Oude Proeftuin' aan, een tuin met een grote plantenborder op de zon. Ze onderzocht hoe om te gaan met contrasten, vorm en kleur, zon en schaduw, strakke en gebogen lijnen, sober en uitbundig, hoog en laag. Langs de border van 30 meter lang en 4 meter breed legde ze een recht pad van uitgewassen betontegels. Op de kwekerij had ze ontdekt dat door slijtage in de oude betonpaden het grind zichtbaar werd en dat dit een mooie structuur gaf. Door betontegels uit te borstelen tijdens het hardingsproces verkreeg ze tegels met dezelfde structuur. Ze noemde ze griontegels ( gri-nd en bet-on). Het werd de voorloper van de uitgewassen grindtegel. In de jaren '40 verplaatste ze haar ontwerpbureau naar Amsterdam. Ze kwam in die tijd in contact met de groep architecten van de 8 en de Opbouw en voelde zich verwant aan hun opvatting over architectuur; het ging om het zoeken naar de juiste maten en verhoudingen, eerlijkheid in materiaalgebruik, vorm geven aan functies, eenvoud en helderheid, de essentie van de ruimte. Met een aantal van deze architecten werkte ze later vaak samen en raakte ze bevriend. Na de Tweede Wereldoorlog legde ze de 'Watertuin' (1954) aan. De tuin werd gerenoveerd in 2002. In de jaren die volgden werden vele nieuwe proeven genomen en 'de Tuinen' breidden zich uit naar een nabij gelegen gedeelte van de kwekerij. Hier werd een deel ingericht met de zogenaamde confectieborders en werd een stadstuintje ontworpen in de standaardmaat van de toenmalige uitbreidingswijken, waarbij met gewone stoeptegels, gras, een border, een boom en een grasveldje een voorbeeld werd gemaakt van een perfecte ruimte voor weinig kosten. In het verdiepte tuintje met biels maakte ze een prachtig voorbeeld hoe spoorbiels te gebruiken voor het maken van kleine hoogteverschillen. Enkele jaren daarvoor had ze in een tuin in Overveen de spoorbiels in Nederland geïntroduceerd, functioneel, goedkoop en goed toepasbaar op Nederlands slappe ondergrond. Er werden tuingedeelten ontworpen met terrassen in verschillende vorm, verschillende materialen en verschillende beplanting. Ook in de jaren '70 en '80 ontwierp Mien Ruys enkele proeftuinen. De Gele tuin ontstond in 1974. Deze tuin bestaat uit een grote cirkel van gras, die omgeven wordt door enkele rijen gele klinkers. Tussen de klinkers en de omringende haag is een brede border aangelegd met aan een kant hoge en aan de andere kant lage beplanting. De border heeft alle kleuren geel in zich; van heel licht tot donkergeel. De tegenover liggende border is geel-oranje. Toen daktuinbegroeiingen werden geïntroduceerd werden de eerste proeven hiermee in Dedemsvaart gedaan, en als een van de eersten werd in de 'Moerastuin' recyclet kunststof als vervanger getoetst voor hardhout door hiervan een brug te maken en 'plankieren' over het water. De laatst aangelegde tuinen door haar opvolgers in het ontwerpbureau, de Hoektuin en de Geknipte Tuin, dateren van 1999. Ook deze tuinen worden gekenmerkt door de ontwerpprincipes van Mien Ruys: een heldere, structuurbepalende vormgeving en in contrast daarmee een weelderig groeiende, natuurlijke beplanting.

Het werk van Mien Ruys is van grote invloed geweest op tuinierend Nederland. Ze onderscheidde zich van haar tijdgenoten, niet in de laatste plaats door haar enorme kennis van het assortiment en de rol van beplanting binnen het ontwerp van een tuin. Ook profileerde ze zich doordat ze publiceerde in het tijdschrift Onze Eigen Tuin, dat ze samen met haar man, uitgever Theo Moussault, in 1954 oprichtte en dat nog steeds vier keer per jaar verschijnt. Daarnaast beschreef ze in tal van boeken (o.a. 'Het nieuwe vaste plantenboek') haar opvattingen over het ontwerpen, het beplanten en onderhouden van tuinen. In een periode van ruim 70 jaar nam ze in haar tuinen steeds nieuwe proeven, die steeds weer nieuwe en interessante tuinen opleverden. Deze tuinen, 25 in totaal, zijn door het jarenlange consequente en zorgvuldige onderhoud fraai bewaard gebleven. In de jongere tuinen staan nog enkele opstallen als de tuinmanswoning, een schuur en het huisje van Mien Ruys, deze opstallen vallen buiten de bescherming van rijkswege.

Waardering

Het complex 'Tuinen van Mien Ruys', met de daarbinnen gelegen VERWILDERINGSTUIN, de OUDE PROEFTUIN, de WATERTUIN en ZES PROEFTUINEN, is van algemeen belang:

- als onderdeel van de proeftuinen die een representatief voorbeeld zijn van modernistische tuinarchitectuur, ontworpen en aangelegd door tuinarchitect Mien Ruys in de periode 1924-1999;

- vanwege de, ook in detail, gaaf bewaarde hoofdstructuur van de tuinen bestaande uit paden, gazons, borders, vijvers, hagen en schuttingen, waarbinnen een gaaf bewaard beplantingschema;

- vanwege de samenhang tussen de tuinen;

- vanwege het belang van de aanleg voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur;

- vanwege de invloed van Mien Ruys op de ontwikkeling van de (particuliere) tuinarchitectuur in Nederland.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Tuin Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Moerheimstraat 84 7701 CG Dedemsvaart BY Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
L 5304 Avereest
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1959 1965 vervaardiging
Naar boven