Groep van drie etagewoonhuizen elk bestaand uit bel-etage, drie woonverdiepingen en een kapverdieping, gebouwd in een mengvorm van gotiserende en "chalet-"stijl, naar ontwerp van A.C.Boerma, 1884. De panden zijn opgetrokken in baksteen, afgewisseld met natuursteenblokken en -banden, en voorzien van houten erkerpartijen. Het middelste pand wordt afgedekt door een dwarsgeplaatst zadeldak met deklijst, de twee - van topgevels voorziene - panden te weerszijden elk door een afgeplat tentdak waarin dakkapellen; en bekroond door een schoorsteen, de topgevels worden afgedekt door een zadeldak met groot overstek en gesneden daklijsten en in driepasvorm opengewerkte windveren, met gesneden dierenkoppen aan de uiteinden. Vensters en verdere detaillering uit de bouwtijd. Bij de erkers en bij de topgevels zittende putti en kabouters (die elkaar de bal toewerpen). Groep rijkversierde woningen, met op de gotiek geinspireerde motieven - spitsboogvormige toegangsportieken, driepassen, smeedijzeren bekroning met bloem, bundelpijlers bij de erkers, etc. - en op eigen fantasie berustende figuren - kabouters en putti - in een opmerkelijke toepassing van stijlen.