Rechthoekige, zich naar achteren enigszins versmallend huis met verdieping en schilddak, daterend uit de tweede helft van de zestiende, of het eerste kwart van zeventiende eeuw. Waarschijnlijk werd in de achttiende eeuw de achtergevel vernieuwd en in de eerste helft van de negentiende eeuw de eenvoudig gepleisterde voorgevel (tijdens de restauratie in 1993 herbouwd), de verdiepingsbalklaag en de kap. De plattegrond wordt halverwege door een insteekverdieping in tweeën verdeeld. Hoog, twee traveeën diep voorhuis, voorzien van een moer-en- kinderbinten balklaag. Insteekverdieping eveneens voorzien van een moer-en-kinderbinten balklaag, echter lichter uitgevoerd en drie in plaats van een moerbalk. De strijkbalk is waarschijnlijk de oorspronkelijke puibalk. Onder het voorhuis fraaie overwelfde kelder bestaande uit vier ribloze kruisgewelfjes gedragen door een zware vierkante middenkolom.

Het achterhuis staat ten opzichte van het voorhuis aan de linkerzijde voor de helft op het ernaast gelegen perceel en dateert in oorsprong waarschijnlijk uit de bouwperiode van het voorhuis. De begane grondbalklaag bestaat uit moer-en- kinderbinten.

Pand van architectuur- en bouwhistorische betekenis.