Voormalig ministerie van Koloniën, thans ministerie van Binnenlandse Zaken.

Gebouw in eclectische trant, aanbesteed in 1852, ontworpen door W.N. Rose en voltooid in 1860. Gepleisterd blokvormig gebouw, bestaande uit parterre en drie verdiepingen van nagenoeg gelijke hoogte, gescheiden door geprofileerde waterlijsten. Het middendeel van de voorgevel en de hoeken worden gemarkeerd door risalieten. De binnen rechthoekige omlijstingen geplaatste vensters hebben op symmetrische wijze ten opzichte van de middenas gevarieerde breedten. In de eerste verdieping dragen de vensters hoofdgestellen; de vensters van de tweede en derde verdieping hebben geprofileerde omlijstingen met bladlijsten en oreilles.

De hoekrisalieten hebben brede vensters met driedelige, getoogde raamomlijstingen. De kroonlijst wordt gedragen door klossen, waaronder consoles en bekroond door een balustrade met kruisvormige vullingen. In de hal op de eerste verdieping vier paar dubbele gietijzeren zuilen met palmetkapitelen en grote voluten met bladornament.

Op deze verdieping aan de voorzijde de vergaderzaal met betimmeringen en stucplafond, waarvan de hoeken bezet zijn door rozetten en wapenschilden. De van snijwerk in mengvormen tussen renaissance, Lodewijk XIV en Lodewijk XV voorziene betimmering wordt aan de korte zijden van de zaal onderbroken door een portret van de jonge koningin Wilhelmina door W. Maris, gevat in gesneden omlijsting, en door een schouw met marmeren mantel in Empirevormen, waarboven een spiegel in gesneden omlijsting, bekroond door leeuwen, die het Nederlandse wapen vasthouden.

De dubbele toegangsdeuren hebben een versiering met panelen. In deze zaal voorts een langwerpige tafel met 19 stoelen in Lodewijk XVI-stijl en portretten van alle gouverneurs-generaal van het v.m. Nederlands Indië tussen 1610 en 1945, in neo-barokke omlijstingen. Kristallen kroonluchter.

De eerste verdieping telt voorts verscheidene kamers met stucplafonds, omzoomd door een palmettenlijst en in het middendeel versierd met bladmotieven en bloemen. Sommige kamers hebben betimmeringen en schouwen met marmeren mantel en houten bovenstuk, waarin spiegels met omlijsting van snijwerk.