Vijf traveeën breed onderkelderd pand met verdieping onder dwars zadeldak tussen topgevels met schoorstenen, waarop borden. De statige gevel bekroond door rechte kroonlijst met tympaan; zesruitsvensters en omlijste ingang met brede stoep waarop bank; voor de keldervensters hekwerk tussen stoep en twee forse stoeppalen terzijde.

In de achtergevel waartegen twee lage kabinetten zijn uitgebouwd, jaartal 1722. In de hall binnenpui met snijwerk, waarachter de trap met fraai gesneden leuning, deuromlijsting met buste en spreuk van Cato. Tuinzaal met lambrizering, schouwboezem waarin schildering door Wassenbergh, beschilderd plafond met allegorische voorstelling, buffetnis. Zijkamer met dergelijk beschilderd plafond en gesneden schouwboezem.