'Voormalig "Hof van Katwijk"/"Het Sand", sinds 1966 deel uitmakend van bejaarden- en verzorgingstehuis "De Wilbert"; in het midden van de 19e eeuw verbouwd tot seminarie onder Monseigneur Baron de Wyckersloot, van 1830 tot 1927 opleidingsinstituut van de paters Jezuieten, daarna in gebruik bij de paters Franciscanen; in de loop der eeuwen herhaaldelijk uitgebreid, gewijzigd, gesloopt en verwoest (als gevolg van oorlogsschade) complex van aanzienlijke omvang. De bescherming betreft de lange, achttien traveeën tellende vleugel uit de 18e eeuw met latere opbouw aan de zijde van en parallel lopend aan de Overrijn, uitgevoerd in donkerrode baksteen boven een grijze natuurstenen plint, met hardstenen stoep, hardstenen stoeppalen en smeedijzeren hekwerk aan de straatkant. Deze in kruisverband opgetrokken vleugel wordt geleed door een erker en bestaat uit twee gedeelten. Het gedeelte links van de erker heeft drie bouwlagen, telt elf traveeen en is gedekt met een plat dak. Begane grond en eerste verdieping van dit linker gedeelte dateren tot en met de strek van de eerste verdieping uit de 18e eeuw; boven de schuifvensters met eenvoudige houten roedenverdeling in kruisvorm bevindt zich een hanekam met zeeg. De tweede verdieping dateert uit de 19e eeuw en heeft ter hoogte van de onderzijde van de vensters een gemetselde doorlopende lijst in baksteen over de breedte van dit geveldeel. De vullingen boven de getoogde vensters zijn voorzien van siermetselwerk. Een houten daklijst op bakstenen consoles sluit dit geveldeel af. Het gedeelte rechts van de erker telt zes traveeen, heeft twee bouwlagen en wordt afgesloten met een brede houten lijst onder een indifferent dakschild met dakkapellen. De getoogde houten vensters zijn in hoofdvorm zesruits- schuifvensters met een metalen roede-indeling die de vorm van het kozijn herhaalt en zijn verder ingedeeld met smalle glaszones aan zij- en bovenkant. De ingangspartij bevindt zich als tweede travee rechts van de drie bouwlagen tellende erker en bestaat uit een houten deur met groot gesneden Lodewijk XV motief. De deur wordt geflankeerd door twee smalle lichtvensters in de vorm van beglaasde pilasters en is voorzien van ijzeren siertracering. Het bovenlicht heeft een lantaarn met versierde bekroning. Hierboven is een venster aangebracht met een natuurstenen afsluiting en eronder een natuurstenen door voluten uitvoerde verbinding met de deurpartij. Het interieur van de erker is op de begane grond voorzien van een zwart marmeren schoorsteenmantel terwijl het drie vakken tellende stucplafond met Lodewijk XV ornamenten is uitgevoerd; de schuiframen hebben aan de binnenzijde schuifluiken; de houten lambrizering dateert uit de bouwtijd. Links achter de ingangspartij voert een trappehuis naar de verdiepingen; de eiken trap, leuning en schotwerk hebben Lodewijk XV motieven evenals het stucwerk boven de trapopgangen. Vermoedelijk zijn in de gehele vleugel aan de Overrijn nog historische hout- en balkconstructies aanwezig, ofschoon deze niet zichtbaar zijn als gevolg van aftimmering en wijzigingen van de vloerniveau's die in de loop der jaren hebben plaatsgevonden. De vleugel van "De Wilbert" aan de Overrijn heeft monumentale kenmerken op basis van zijn historisch herkenbare en markante stedebouwkundige situering aan straat en waterloop, zijn geschakeerde ouderdom, het kunsthistorisch en stilistisch belang van diverse en als representatief te beschouwen Lodewijk XV elementen, terwijl bouwhistorische belangen in het bijzonder verzorgde metselwerk liggen besloten.