Rechthoekig, aan de uiteinden voor inspringend en achter rechthoekig uitspringend blok van twee WONINGEN met een halve verdieping; het middengedeelte onder zadeldak met aan de voorzijde, een hoge, brede insteekkap (zadeldak) tegen puntgevel met (oorspronkelijk) houten decoratie in de geveltop en met aan de achterzijde een lagere en smallere insteekkap (zadeldak); het wat lagere middengedeelte aan de uiteinden onder wolfdak met op de nokeinden een decoratie - kegel met bollen en ringen - in tichelwerk; de aanbouw tegen de achterzijde onder lessenaardak; alle daken zijn gedekt met pannen. In de voor- en zijgevel(s) getoogde T-vensters met 4-ruits bovenlicht; deuren met venster en getoogd bovenlicht. De voorgevel en het wat lagere gedeelte aan de uiteinden hebben op verdiepingshoogte een decoratie met verdiepte velden en veldjes, waaronder in de voorgevel een in het midden onderbroken dubbele rij muizetanden. De in baksteen opgetrokken woningen zijn witgeverfd met zwarte plint. De woningen met afzonderlijke (vrijwel) rechthoekige, door afscheiding omgrensde erven dateren uit de jaren 1907-1909, zijn ontworpen door A.Reichpietsch en vormen een onderdeel van de mijnwerkerskolonie "Hopel", welk in opdracht van de mijn Laura & Vereeniging werd gebouwd.