Boerderij (XIX A) van het middenlangsdeeltype, onder met riet en pannen gedekt wolfdak; vlechtingen en staafankers in voor- en achtergevel; 4-, 15- en 20-ruitsschuifvensters (met luiken) en opgeklampte deur met 4-ruits bovenlicht in voorgevel; een aantal jongere 4-ruitsvensters in de zijgevels van het woongedeelte, waarvan de dakvoet aan beide zijden iets is opgelicht; in de linker gevel van het bedrijfsgedeelte twee ruitvormige vensters en een laag getoogd deurtje; in het midden van de achtergevel getoogde deeldeuren met aan beide zijden een ruitvormig venster, links een getoogde staldeur en rechts een staldeur met betonnen latei. Rechts voor het pand een oude put.