WATERTOREN. Naar ontwerp van C.B. van der Tak in eclectische trant, met op Romaanse en oriëntaalse bouwkunst geinspireerde motieven, gebouwde ronde watertoren met een hoogte van 48 meter. Opgetrokken in baksteen op een natuurstenen sokkel, in vier geledingen onder een zinken kegelvormig dak, voorzien van dakkapellen en lantaarn met spits, waarin een extra hoog-waterreservoir; het lichtuitkragende waterreservoir met hout bekleed, met geschulpte randen aan de onderzijde. De vensters, voorzien van een houten roedenverdeling, zijn alle halfrond afgesloten. De ingangspartij bevat oorspronkelijk deur en gestucte omlijstingen met eenvoudig versierde colonnetten en bogen, op de eerste verdieping aanduiding van de bouwtijd 1871-1873 ter weerszijde van het stadswapen. De toren bevat op de drie (woon)verdiepingen boognissen waarin gekoppelde vensters, en een variant van het keperboogfries. Aan de westzijde de drie nog resterende geledingen van de schoorsteen.