Toren. Overblijfsel van de middeleeuwse kerk. Bouwwerk uit het midden van de 15e eeuw, opgetrokken uit baksteen met lagen van tufsteen. Overhoekse veelvuldig versneden steunberen, uitgebouwde traptoren aan de zuidzijde. Drie geledingen: in de onderste aan de westzijde een hoge, geprofileerde spitsboognis waarin de ingang en een spitsboogvenster, aan de andere zijden telkens een tweetal recht overtoogde en daarboven segmentvormig overtoogde nissen; in de tweede geleding telkens een tweetal door een segmentboog overtoogde en daarboven spitsboogvormige overtoogde nissen; in de bovenste geleding spitsboognissen met galmgaten. Geheel onderaan hebben de spaarvelden in de steunberen en te weerszijden an de ingang naar links schuin oplopende togen. In al deze nissen tufstenen toten. Mechanisch torenuurwerk van Jos van de Kerkhof, 1937, elektrische opwinding. Gerestaureerd in 1937.