Grote of St. Maartenskerk. Van de groots opgezette, doch nimmer voltooide laat-gotische kruiskerk zijn bewaard gebleven het in oorsprong pseudobasilicale later aan de zuidzijde van bovenvensters voorziene schip,gebouwd van 1420 tot omstreeks 1430 bestaande uit een met een houten tongewelf overdekte middenbeuk op achthoekige, bakstenen pijlers, een noorderzijbeuk en een omstreeks 1450 verdubbele zuidelijke zijbeuk. Over de zijbeuken stergewelven. In het westelijke deel van de zijbeuk een in 1554 gebouwde doopkapel met kruisribgewelven op natuurstenen zuiltjes met versierde schachten. Boven de doopkapel een met een stergewelf gedekte librije. Tegen de noorderzijbeuk een portaal met puntgevel en spitsbogige ingang, afgesloten door een hek met bekronend tekstbord in gesneden Lodewijk XIV-omlijsting, midden 18e eeuw. Het herstel van de zware oorlogsschade is gereedgekomen in 1966. Tot de inventaris behoren: 12 panelen, midden 16e eeuw, met medaillons, waarin heiligen, omgeven doorlofwerk, renaissance 6 hiervan aangebracht tegen de kuip van de in oude stijl vervaardigde moderne preekstoel. Koperen lezenaar, 17e eeuw. Koperen voorzangers, marmeren epitaaf voor Stephanus van Welteren, 1709; zes gesneden rouwborden 18e eeuw en zerken, 15e, 16e, 17e eeuw. Kerkhof met beplanting. Orgel met Hoofdwerk, Bovenwerk en vrij Pedaal, in 1854 gemaakt door C.G.F. Witte voor de Nieuwkerk te Dordrecht. In 1962 gerestaureerd en overgeplaatst naar Tiel.