Inleiding.

Herenhuis met voormalige personeelswoning uit 1926 gebouwd in de stijl van de Delftse School met expressionistische details zoals die voorkomen in de Amsterdamse School. De woning is ontworpen door de architecten J. en T. Stuivinga voor de familie De Mol van Otterloo.

Omschrijving.

Het herenhuis, 't Hoenstraat 5, beslaat een rechthoekige plattegrond met een lange achtervleugel haaks hierop, waartegen aan de westzijde een kortere en een langere zijvleugel zijn aangebouwd. Het pand staat vrij op de hoek met de Burnierstraat en is door een laag tussenlid verbonden met de voormalige personeelswoning Burnierstraat 52.

De voorvleugel in de 't Hoenstraat heeft in de rooilijn een totale breedte van zeven vensterassen, is ten dele onderkelderd en telt twee bouwlagen met een hoge kapverdieping in de zadeldaken. Het pand bestaat uit een hogere middenpartij met puntgevel, geflankeerd door zijvleugels van ongelijke hoogte, waarvan de zadeldaken worden afgesloten door puntgevels. De gevels zijn uitgevoerd in rode handvormsteen met lateien, gebeeldhouwde kraagstenen, consoles en dekplaten in zandsteen. Overstekende houten dakgoten. De kappen bezitten een dekking met rode leien, dakkapellen en hoge schoorstenen. De puntgevels vertonen in de top een gemetselde naad, rustend op een gebeeldhouwde kraagsteen met een dierfiguur, waaronder het tweelichtskozijn van het zoldervenster met zware middenstijl. De puntgevel van de middenpartij aan de 't Hoenstraat bezit tegen de eerste verdieping een bakstenen, driezijdige erker op een zandstenen latei en met een afsluitend, gebeeldhouwd fries waarin motieven uit de fauna en flora. Op de erker een klein balkon met gemetselde borstwering. De rechts naast de middenpartij aangebrachte hoofdingang omvat een rechthoekige, zandstenen omlijsting met deur en bovenlicht. De deur vertoont panelen, deurbeslag en een rond tralievenster; het bovenlicht bevat een in hout gesneden versiering van herten in een bos. De puntgevels van de zuid-westelijke achtervleugels bezitten elk een brede, segmentvormige erker op een gemetselde borstwering die wordt gedragen door een zandstenen latei met consoles.

De hoek met de Burnierstraat is op de parterre afgeschuind en bevat de garage-inrit met vleugeldeur onder een uitstekende, zware zandstenen latei die het rechthoekige gevelbeloop volgt. De vensters bezitten houten kruiskozijnen; ook gekoppelde kozijnen komen voor. De parterrevensters worden beveiligd door ijzeren traliewerk. In het interieur bezit de hal een lambrizering in marmer en hout, gebrandschilderd glas en een trap met houten balustrade.

De voormalige personeelswoning, door een laag tussenlid met zadeldak verbonden met het herenhuis, vertoont dezelfde vormgeving en materiaalbehandeling. Zij bestaat uit twee bouwlagen met kapverdieping in het hoge zadeldak, dat drie dakkapellen bezit, de nok evenwijdig aan de straatas heeft en aan de korte zijden aansluit tegen puntgevels. In het voorste dakvlak een hoge, gemetselde schoorsteen. Boven de voordeur is een strek met zandstenen hoekblokken. De vensters bezitten houten kruiskozijnen. Voor de twee paarsgewijs geplaatste verdiepingsvensters in de voorgevel bevindt zich een houten bloembak op drie zandstenen consoles.

Het herenhuis met personeelswoning wordt aan de achterzijde omgeven door een tuin. Rechts van 't Hoenstraat 5 loopt een gemetselde tuinmuur met ezelsrugafdekking en een getoogd poortje. Links van Burnierstraat 52 bevindt zich een tuinmuur met houten lijst en later aangebrachte inrijpoort.

Waardering.

Herenhuis met voormalige personeelswoning van architectuurhistorisch belang als vroeg voorbeeld van de Delftse School, waarin de traditionalistische, ambachtelijke kenmerken van deze architectuurstroming samengaan met expressionistische details zoals die voorkomen in de Amsterdamse School. Stedebouwkundig heeft het een toegevoegde waarde vanwege de belangrijke ligging op een straathoek in een landschappelijk fraai gedeelte van het Benoordenhout.