't Joppe, Joppe
(Joppelaan bij 110) HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. De oudste historische bronnen van de aanleg van 't Joppe gaan terug tot in 1565, toen Lubbert van Cuenre de ontginning van het terrein van 't Joppe ter hand nam. Of er nog sporen in de aanleg van 't Joppe uit deze tijd bewaard zijn gebleven is niet bekend. In 1699, toen 't Joppe in eigendom was van luitenant Willem van Sughtelen, werd de aanleg van de buitenplaats vergroot. In dit jaar werd rondom een ringsloot uitgegraven, die voor het grootste gedeelte nog steeds bestaat en die via rechte lijnen, hoeken en bochten een onregelmatige figuur vormt. Deze ringsloot beslaat de kadastrale percelen Gorssel nrs. B2279, B2278, B1444, B1450, B314 en B1446, met uitzondering van de slingervijver in landschapsstijl, waartoe een deel van het laatstgenoemde perceel in de 19e eeuw is uitgegraven. Een overzicht van de formele aanleg van 't Joppe in de 18e eeuw biedt de Hottinger-kaart uit ca. 1785. Hierop is de aanleg van de rechthoekige gracht rond het huis en de erachter gelegen hof (toponiem: Het Bloemstuk) en de ernaast gelegen aan drie zijden omsingelde moestuin en boomgaard (waarin enkele hoogstam fruitbomen) te zien. De structuur van deze waarschijnlijk 18e-eeuwse aanleg bestaat nog steeds, zij het dat het verloop van de 3-armige gracht rond 1800 grillig werd gemaakt; van de singel langs de drie zijden van de boomgaard en moestuin is de laan aan de NO-zijde (thans eiken in enkel verband, 20e-eeuws) bewaard gebleven. De boomgaard en moestuin wordt aan twee zijden door een 18e-eeuwse bakstenen muur begrensd; in het verlengde van de muur aan de NO-zijde bevindt zich een taxushaag uit de eerste helft van deze eeuw, die de moestuin en boomgaard naar de ernaast gelegen boomsingel afschermt. Ook de in de as van het huis gelegen zichtas in zuidwestelijke richting, die op de alhier gelegen koepel is geprojecteerd, is op de kaart aangeduid, evenals de laan vanaf genoemde koepel in noordelijke richting, die aan de ZW-zijde van de bewaard gebleven boomsingel langs de moestuin en boomgaard uitkomt; of de huidige koepel reeds in ca. 1785 bestond is niet zeker. Op de Hottingerkaart is voorts de nog bestaande ronde kom ten noordwesten van het huis te zien. De 18e-eeuwse kom bevindt zich even ten noordwesten van de in oorsprong 19e-eeuwse boerderij. Deze boerderij werd in 1954, afgezien van het beganegrond-gedeelte aan de voorzijde, ingrijpend verbouwd en deels afgebroken en is met de aanleg van het haar omringende erf (kadastraal perceel Gorssel nr. B1453) van ondergeschikte betekenis voor de buitenplaats. De eerste aanleg in landschapsstijl is weergegeven op een verpondingskaart van 't Joppe uit 1807. Hierop is het grillige verloop van de 3-armige gracht en het aan de ZW-zijde hiervan gelegen slingerbos te zien. Het slingerend padentrace van dit bos (thans onder meer eik en beuk, 19e- en 20e-eeuws), alsmede het glooiend profiel van het grondoppervlak is geheel bewaard gebleven; ook op het omgrachte tuingedeelte is nog deels een glooiend bodem-profiel waarneembaar, dat, evenals het slingerpad aan de ZW-zijde hiervan, vermoedelijk uit de eerste fase van de landschapsstijl op 't Joppe dateert. Waarschijnlijk werd ook de kleine ovale vijver aan de westzijde van de gracht langs de oprit naar het huis in deze tijd aangelegd. Kort nadat 't Joppe in 1828 door aankoop in het bezit kwam van Antoni Brands werd de aanleg in landschapsstijl aanzienlijk uitgebreid. In tegenstelling tot de eerste aanleg in landschapsstijl, die min of meer op zich zelf staande elementen in de reeds bestaande aanleg vormden, was deze nieuwe aanleg veel grootschaliger van structuur en werden agrarisch benutte percelen, die in de 18e eeuw vanuit 't Joppe waren ontgonnen, bij de aanleg betrokken. Brands liet een groot gedeelte van de op de as van het huis gelegen oprijlaan, die in de 18e eeuw was aangelegd en vermoedelijk omstreeks 1800 tot de Joppelaan werd doorgetrokken (thans eik en beuk, deels in dubbel-verband, 19e- en 20e-eeuws) kappen. Voor het huis werd een ruime weide in landschapsstijl aangelegd. De rechte oprijlaan vertakt aan de NW-zijde van dit weiland in twee richtingen. De noordelijke tak voert via ruime curven langs de ronde kom en de voormalige 19de-eeuwse boerderij naar het voorplein. De zuidelijke tak verloopt in een ruime bocht naar het voorplein en biedt aan de rechter zijde een gezicht op de kerktoren van 't Joppe, op een nabij gelegen boerderij (kadastraal perceel Gorssel nr. B1855), op het hierachter gelegen weiland met in een de hoek van de Eikeboom Laan en Joppelaan gelegen boerderij (kadastraal perceel Gorssel nr. B1434), op een vijver in landschapsstijl en op het weiland ten zuiden van het naast de gracht gelegen slingerbos. Beide boerderijen zijn wat betreft hun architectuur voor de aanleg van ondergeschikte betekenis. Afgezien van het weiland ten zuiden van het slingerbos kunnen deze gezichten nog steeds grotendeels ook vanuit het huis waargenomen worden. Solitairen en boomgroepen vergroten de perspectief-werking en de schilderachtige allure van deze gezichten. Tegenwoordig zijn deze gezichten deels door opschot dichtgegroeid. Zo maskeert opschot langs het pad vanaf de oprijlaan naar de bij de slingervijver gelegen boerderij (kadastraal perceel Gorssel nr. B1855) voor een groot deel het het gezicht vanuit het huis en oprit op een coulisse van 19e-eeuwse in groepsverband geplante eiken bij de genoemde boerderij en op het hierachter gelegen weiland. Een tekening van de weide voor het huis uit de jaren '30 van de 19e eeuw maakt duidelijk, dat hier en waarschijnlijk elders in de parkaanleg oorspronkelijk meer solitairen en boomgroepen de gezichten verlevendigden als tegenwoordig het geval is. Noemenswaardig zijn de 18e- of 19e-eeuwse solitaire linde voor het huis, een 19e-eeuwse solitaire eik op het weiland ten noordoosten van de oprijlaan en een 18e- of 19e-eeuwse bruine en rode beuk en eik aan de ZW- en een 19e-eeuwse bruine beuk aan de NO-zijde van het omgrachte tuingedeelte (toponiem; Het Bloemstuk). Aan de NO-zijde van het koetshuis annex stal bevindt zich een groep 18e- of 19e-eeuwse eiken en beuken. Naast deze gezichten vanuit het huis en vanaf de oprit voeren wandelpaden en lanen met recht en slingerend verloop door en rondom de historische aanleg van 't Joppe. Tegen de NO-grens van de aanleg voert een 19e-eeuws slingerpad door een bebost parkgedeelte (thans gemengd loof- en naaldhout, 20e-eeuws) om deze ten oosten van het huis te kruisen en zijn slingerend verloop door een eveneens bebost parkgedeelte (thans gemengd loof- en naaldhout, 20e-eeuws) langs de binnenzijde van de ringsloot in de richting van de koepel te vervolgen. Even voor de koepel biedt deze wandeling in oostelijke richting een gezicht op een weiland met stroken bos en rijen bomen (thans eiken en beuken, 19e- en 20e-eeuws) in landschapsstijl omzoomd. Vanaf de koepel voert een korte 19e-eeuwse slingerlaan (thans eiken in enkel verband, (19e-eeuws) en een rechte laan (thans populieren) in zuidelijke richting en biedt de wandelaar naar het noorden een gezicht op het weiland ten zuiden van het naast de gracht gelegen slingerbos. Het pad eindigt op de Eikeboom Laan (thans deels dubbel en deels enkel met 19e-eeuwse eik en beuk beplant) - aan deze zijde de grens van de historische aanleg - die aan de noordzijde bij de Joppelaan (thans deels enkel en deels dubbel beuk en gemengd loofhout, 19e- en 20e-eeuws) aansluit. Aan de NO-zijde gaat de Joppelaan in zuidoostelijke richting om in de Dorther Dijk (thans eik en beuk in enkel verband, 19e- en 20e-eeuws), die aan deze zijde de grens van de historische aanleg vormt. In 1863 werd 't Joppe geveild. De nieuwe eigenaar Frans Ernest Alexander baron van Hovell tot Westerflier en Weezeveld verlengde in de jaren '80 van de 19e eeuw de oprijlaan tot haar huidige eindpunt bij de ringsloot en liet omstreeks 1900 aan de NO-zijde van het omgrachte tuingedeelte de huidige beuken-berceau aanleggen. Deze berceau buigt aan het einde in een curve in ZW-richting af. Alhier werd langs de binnenzijde van de curve het terrein opgehoogd en werd op dit verheven gedeelte een bloemparterre aangelegd. Van deze aanleg is het opgehoogde terreingedeelte bewaard gebleven. Voorts dateert uit deze tijd de halfcirkelvormige taxushaag aan de NO-zijde van het linker paviljoen van het huis, de ernaast gelegen taxushaag in de vorm van drie heuveltjes - waarschijnlijk een verwijzing naar het familiewapen van Van Hovell tot Westerflier -, de taxushaag achter het middenpaviljoen van het huis, die dateert uit de eerste decennia van deze eeuw, en de moerascypres, liriodendron en de taxus aan de ZW-zijde van het omgrachte tuingedeelte.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
BUITENPLAATS 't JOPPE.
De eerste bronnen van 't Joppe gaan terug tot in 1565, toen Lubbert van Cuenre 'die Nijelanden' onder Gorssel liet ontginnen. De oudst bewaard gebleven sporen dateren uit het eind van de 17e eeuw, toen Luitenant Willem van Sughtelen rondom de aanleg een ringsloot liet uitgraven, die voor het grootste gedeelte nog bestaat en die via rechte lijnen, hoeken en bochten een onregelmatige figuur vormt. Het huidige huis, dat ongeveer in het centrum binnen deze figuur ligt, kwam waarschijnlijk omstreeks 1740 gereed; het bestaat uit een terugliggend centraal gelegen rechthoekig paviljoen - waarin de door uitzonderlijk, monumentaal lijstwerk omgeven ingangspartij -, dat door twee vooruitspringende rechthoekige paviljoens wordt geflankeerd. Stilistische details van de balustrade van het trappehuis en van het genoemde lijstwerk zijn in de jaren '30 van de 18e eeuw te dateren; de rijke stuc-decoraties van het trappehuis, de marmeren schoorsteenmantels en de van gesneden lijstwerk voorziene schoorsteenboezems in Lodewijk XV-stijl van enkele vertrekken zullen omstreeks 1760 zijn aangebracht. In de 18e eeuw werden vermoedelijk de rechthoekige gracht rond het huis en de erachter gelegen hof (toponiem: Het Bloemstuk) en de ernaast gelegen rechthoekige moestuin en boomgaard aangelegd. Toen werden ook de twee rode bakstenen tuinmuren aan de NW- en NO-zijde van deze nutstuinen opgetrokken. Ook de in het as van het huis gelegen zichtas in zuidoostelijke richting, die op een koepel is geprojecteerd, kwam waarschijnlijk in de 18e eeuw tot stand. De huidige rode bakstenen koepel, waarin een ijskelder, dateert in oorsprong uit het eind van de 18e of uit het begin van de 19e eeuw. Rond 1800 werd een gedeelte van 't Joppe in landschapsstijl heraangelegd. De drie armen van de gracht kregen hun huidige slingerende verloop en aan de ZW-zijde van De Bloemhof, aan de overzijde van de gracht, werd het nog steeds bestaande slingerbos aangelegd. Omstreeks 1825 werd op Het Bloemstuk de 6-zijdige ornamentele menagerie met rieten kap gebouwd. Wellicht dateren de twee tegen de zuidhoek van het omgrachte tuingedeelte aangrenzende keermuren, die tevens als pijlers van een brug dienst doen, ook uit deze tijd, zo deze niet later in de 19e eeuw werden opgetrokken.
Kort nadat 't Joppe in 1828 door aankoop in het bezit kwam van Antoni Brands werd de aanleg in landschapsstijl aanzienlijk uitgebreid. In tegenstelling tot de eerste aanleg in landschapsstijl, die min of meer op zich zelf staande elementen in de reeds bestaande aanleg vormden, was deze nieuwe aanleg veel grootschaliger van structuur en werden agrarisch benutte percelen, die in de 18e eeuw vanuit 't Joppe waren ontgonnen, bij deze aanleg betrokken. Brands liet een groot gedeelte van de op de as van het huis gelegen oprijlaan, die in de 18e eeuw was aangelegd en vermoedelijk omstreeks 1800 tot de Joppelaan werd doorgetrokken, kappen. Voor het huis werd een ruime cirkelvormige weide en een eromheen verlopende oprit aangelegd. Het nieuwe park in landschapsstijl werd zodanig ingericht, dat de beschouwer tot op heden vanaf de oprit en vanuit het huis diverse schilderachtige gezichten krijgt voorgeschoteld. Naast deze gezichten, waarvan een bijvoorbeeld op de kerktoren van 't Joppe is geprojecteerd, voeren wandelpaden en lanen met recht en slingerend verloop door en rondom de historische aanleg van 't Joppe. Tegen de NO-grens, die gevormd wordt door de Dorther Dijk, voert een 19e-eeuws slingerpad door een bebost parkgedeelte langs de buitenzijde van ringsloot, om deze ten oosten van het huis te kruisen en zijn slingerend verloop door een eveneens bebost parkgedeelte langs de binnenzijde van de ringsloot in de richting van de koepel te vervolgen. Even voor de koepel biedt deze wandeling in oostelijke richting een gezicht op een weiland, dat door stroken bos en rijen bomen (thans eik en beuk uit 19e en 20e eeuw) in landschapsstijl wordt omzoomd. De bosstrook aan de oostzijde en haar verlengde in noordelijke richting, dat voor een deel door een bospad wordt gemarkeerd, vormt aan deze zijde de oostgrens van de historische aanleg. Vanaf de koepel voert een korte 19e-eeuwse slingerlaan (thans eiken in enkel verband, 19e-eeuws) naar een haaks er op gesitueerde laan (thans aan weerszijden met populieren beplant), die de oostgrens aan deze zijde van de historische aanleg aangeeft. Deze laan eindigt op de Eikeboom Laan, die aan de noordzijde bij de Joppelaan uitkomt. Beide laatstgenoemde lanen markeren de zuid-, zuidwest- en noordgrens van de historische aanleg.
In 1863 werd 't Joppe geveild. De nieuwe eigenaar Frans Ernest Alexander baron van Hovell tot Westerflier en Weezeveld verlengde in de jaren '80 van de 19e eeuw de oprijlaan een stuk in zuidoostelijke richting. Wellicht liet hij ook kort na de aankoop van 't Joppe in de hoek van de twee bakstenen muren in de moestuin en boomgaard de huidige oranjerie bouwen, zo deze niet iets eerder tot stand is gekomen. Voorts werd in de jaren '60 van de 19e eeuw het huidige koetshuis annex stal gebouwd, ter vervanging van een van de bouwhuizen, die in 1862 afbrandde. Omstreeks 1900 liet hij op het omgrachte tuingedeelte de huidige beuken-berceau aanleggen, die aan de ZO-zijde in een curve een stukje langs de korte zijde van het omgrachte tuingedeelte verloopt. In de binnenhoek van de curve werd het terrein opgehoogd voor de aanleg van een verhoogde bloemparterre. De bakstenen muur, die aan de binnenzijde van deze curve ter kering van deze verhoogde bloemparterre werd opgetrokken, bestaat nog steeds.
De historische buitenplaats 't Joppe heeft de volgende samenstellende onderdelen:1. Hoofdgebouw (Huis 't Joppe), zie voor omschrijving hierna;2. Historische tuin- en parkaanleg, zie idem;3. Koetshuis annex stal, zie idem;4. Oranjerie, zie idem;5. Tuinmuren, zie idem;6. Koepel, zie idem;7. Menagerie, zie idem;8. Bakstenen keermuur, zie idem;9. Twee bakstenen keermuren/brugpijlers, zie idem.
De historische buitenplaats 't Joppe is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:
- het in het centrum van een grotere Gelderse historische buitenplaats gesitueerde paviljoenvormige hoofdgebouw, dat vermoedelijk uit de eerste helft van de 18e eeuw dateert en waarvan het inwendige van een trappehuis met rijke 18e-eeuwse stuc-decoraties en van enkele vertrekken met schoorsteenmantels en schoorsteenboezems in Lodewijk XV-stijl zijn voorzien;
- de historische tuin- en parkaanleg, die naast een laat 17e-eeuwse ringsloot nog enkele structurele 18e-eeuwse formele elementen, zoals een gedeelte van de oprijlaan, de zichtas vanuit het huis en de deels ommuurde moestuin en boomgaard, en een ruime gaaf bewaarde aanleg in landschapsstijl uit ca. 1800 en uit de jaren '30 van de 19e eeuw kent;
- de oranjerie uit ca. 1850, waarvan niet alleen het uitwendige maar ook het inwendige nog haar oorspronkelijke gedaante vertoont;
- de in de hartlijn van de aanleg geplaatste in oorsprong 18e- of vroeg 19e-eeuwse koepel.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Joppelaan | 110 | – | 7215 AH | Joppe | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1069 | – | Almen |
– | A | 732 | – | Almen |
– | A | 774 | – | Almen |
– | A | 1088 | – | Almen |
– | B | 334 | – | Gorssel |
– | B | 1434 | – | Gorssel |
– | B | 1435 | – | Gorssel |
– | B | 1447 | – | Gorssel |
– | B | 1490 | – | Gorssel |
– | B | 1492 | – | Gorssel |
– | B | 1496 | – | Gorssel |
– | B | 2282 | – | Gorssel |
– | B | 2608 | – | Gorssel |
– | B | 332 | – | Gorssel |
– | B | 1460 | – | Gorssel |
– | B | 1438 | – | Gorssel |
– | B | 365 | – | Gorssel |
– | B | 364 | – | Gorssel |
– | B | 333 | – | Gorssel |
– | B | 3273 | – | Gorssel |
– | B | 324 | – | Gorssel |
– | B | 1455 | – | Gorssel |
– | B | 1454 | – | Gorssel |
– | B | 1452 | – | Gorssel |
– | B | 1450 | – | Gorssel |
– | B | 1445 | – | Gorssel |
– | B | 318 | – | Gorssel |
– | B | 347 | – | Gorssel |
– | B | 341 | – | Gorssel |
– | B | 315 | – | Gorssel |
– | B | 2674 | – | Gorssel |
– | B | 1970 | – | Gorssel |
– | B | 313 | – | Gorssel |
– | B | 1456 | – | Gorssel |
– | B | 2609 | – | Gorssel |
– | B | 1491 | – | Gorssel |
– | B | 2099 | – | Gorssel |
– | B | 3999 | – | Gorssel |
– | B | 338 | – | Gorssel |
– | B | 336 | – | Gorssel |
– | B | 1431 | – | Gorssel |
– | B | 1449 | – | Gorssel |
– | B | 3278 | – | Gorssel |
– | B | 314 | – | Gorssel |
– | B | 2341 | – | Gorssel |
– | B | 4366 | – | Gorssel |
– | B | 1459 | – | Gorssel |
– | B | 1441 | – | Gorssel |
– | B | 4365 | – | Gorssel |
– | B | 4367 | – | Gorssel |
– | B | 2512 | – | Gorssel |
– | B | 3272 | – | Gorssel |
– | B | 363 | – | Gorssel |
– | B | 328 | – | Gorssel |
– | B | 1497 | – | Gorssel |
– | B | 3315 | – | Gorssel |
– | B | 4038 | – | Gorssel |
– | B | 658 | – | Gorssel |
– | B | 1451 | – | Gorssel |
– | B | 3277 | – | Gorssel |
– | B | 3275 | – | Gorssel |
– | B | 1493 | – | Gorssel |
– | B | 1439 | – | Gorssel |
– | B | 3993 | – | Gorssel |
– | B | 1494 | – | Gorssel |
– | B | 357 | – | Gorssel |
– | B | 366 | – | Gorssel |
– | B | 1313 | – | Gorssel |
– | B | 2506 | – | Gorssel |
– | B | 3996 | – | Gorssel |
– | B | 1448 | – | Gorssel |
– | B | 3997 | – | Gorssel |
– | B | 1312 | – | Gorssel |
– | B | 337 | – | Gorssel |
– | B | 3211 | – | Gorssel |
– | B | 339 | – | Gorssel |
– | B | 3274 | – | Gorssel |
– | B | 1437 | – | Gorssel |
– | B | 2106 | – | Gorssel |
– | B | 3998 | – | Gorssel |
– | B | 4006 | – | Gorssel |
– | B | 4037 | – | Gorssel |
– | B | 4003 | – | Gorssel |
– | B | 335 | – | Gorssel |
– | B | 358 | – | Gorssel |
– | B | 4002 | – | Gorssel |
– | B | 4001 | – | Gorssel |
– | B | 322 | – | Gorssel |
– | B | 4000 | – | Gorssel |
– | E | 4702 | – | Gorssel |