19e-eeuwse boerderij - 1846 - met achterbaander en aangebouwde schaapskooi. Het zich naar achteren met een sprong verbredende hoofdgebouw wordt gedekt door een aan achterzijde afgewolfd rieten schilddak met uilebord en rand pannen onderlangs tegen gedeeltelijk vernieuwde topgevel met vlechtingen aan voorzijde; staafankers, windveren, topschoorsteen en schoorsteen op scheiding woon- en bedrijfsgedeelte. Het woonhuis uitgerust met opgeklampte deur met bovenlicht en snijraam, zesruitsschuifvensters en zoldervensters; in de grotendeels vernieuwde zij- en achtergevels van het bedrijfsgedeelte baanderdeuren met wybertvenster en aan niet-agrarische functie aangepast venster- en deurdetaillering. De aangebouwde schaapskooi opgetrokken uit hout op stenen voet en gedekt door een aan een zijde doorgetrokken riet- en pannengedekt schilddak met uilegat; stro-vlechtwerk; opgeklampte deuren.