Midden 19e eeuws BOERDERIJCOMPLEX, bestaande uit hoofdgebouw, bijschuur, bakspiker en schaapskooi. Op plint van Bentheimer zandsteen opgetrokken hoofdgebouw onder door rieten wolfdak tegen met hout beschoten geveltop met windveren, uilegat en toef aan achterzijde. De detaillering niet meer oorspronkelijk, behoudens die der achtergevel; grote, door korfboog met initiaal- en jaartalsteen gedekte, baanderdeuren met mandeur; te weerszijden vierruitsvenster en staldeur gedekt door korfboog; zandstenen sluit- en gehengstenen; twee schoorstenen; staafankers. Op het erf grote deels uit steen, deels uit gepotdekselde houten delen opgetrokken en deels met stro beklede vakwerkschuur onder rieten schilddak tegen met stro beklede geveltop met kleine overstek; terugliggende inrijdeuren; staldeuren. Houten aanbouw onder pannengedekt lessenaarsdakje. Eveneens op het erf gelegen bakspiker. Rechthoekig vakwerkgebouwtje met bakstenen vulling onder rieten zadeldak tegen houten topgevels met uilegat en toef; hoekschoorstenen. Vierkante vensters met opgeklampt luik en bewerkte opgeklampte deur met achtruitsbovenlicht. Aan de overzijde van de weg deels uit steen deels uit gepotdekselde houten delen opgetrokken schaapskooi onder rieten wolfdak met toef; deur in een der korte zijden.