Inleiding

Het vrijstaande WOONHUIS (met giet- en smeedijzeren hekwerk) is in 1915 gebouwd voor A. Dorhout Mees naar een ontwerp van de Groninger architect G. Knuttel jr.. Het huis heeft de stijlkenmerken van het traditionalisme (Um 1800) en heeft na W.O. II gediend als dienstwoning van de Commisaris der Koningin (tot 1989). Het is een der waardevolle, voor de gegoede burgerij gebouwde, negentiende en vroeg-twintigste eeuwse panden in een gedeelte van de stad dat bekend stond als de "paleizenbuurt".

Omschrijving.

Het in schone, eerste soort handgrauwe waalsteen opgetrokken woonhuis heeft een trasraam van donkere waalklinkers en een verdieping onder een met geglazuurde verbeterde Hollandse pannen gedekt, afgeknot en concaaf gewelfd schilddak met nieuwe, in de oorspronkelijke stijl opgebouwde schoorsteenschachten met helmdakjes met bolbekroning op alle vier nokhoeken. De symmetrische, vier traveeën brede voorgevel is voorzien van rechtgesloten, met persiennes behangen vensters met hardstenen onderdorpels, glas-in-lood bovenlichten onder strekken (begane grond)en hanekammen (verdieping). Aan de linker hoek is een gevellantaarn bevestigd. De hoger opgaande middenpartij wordt beëindigd door een segmentboog met uitgemetselde lijst en smalle schouder boven kraagstenen. Onder de boog is een liggend ovaal oeil de boeuf met roedenverdeling geplaatst. Voor deze middenpartij bevindt zich een gebogen terras van baksteen met hardstenen hoekblokken onder een porticus met dubbele ronde zuilen (met entasis op een basement), die een entablement met geprofileerde kroonlijst en een balkon ondersteunen. Het balkon heeft een balustrade van gedraaide balusters tussen vaasdragende, rechthoekige hoekbalusters met casementen. Zowel op het terras als op het balkon komen twee porte brisées uit, waarvan die op de verdieping eveneens zijn behangen met persiennes. Aan de rechter zijgevel staat een waarschijnlijk iets later toegevoegde garage (staat niet op de oorspronkelijke bouwtekening) met plat dak, een getoogde dubbele garagedeur met een originele gevellantaarn en hoger opgemetselde hoeken, die zijn bekroond door 'platte bollen'. De beide zijgevels zijn voorzien van vensters met persiennes als in de voorgevel en laag in de dakschilden geplaatste houten dakkapellen met fronton. In de linker zijgevel bevindt zich de entree met stoepje. De rechtgesloten deur staat tussen geblokte pilasters (met brievenbus van Bentheimer zandsteen), een houten luifel en een rondboog bovenlicht met gebogen traceringen. Rechts van de entree is een gevelsteen geplaatst door Arnold Regnerus Marie Dorhout Mees op 2 augustus 1915. De gevelpartij links van de entree risaleert en bevindt zich achter een bakstenen dwarsmuurtje met rondboogdeur en uitgemetselde tandlijst. Linksachter tegen de zijgevel en de achtergevel staat een verdiepingloze uitbouw met een houten balustrade rondom het platte dak. Het pand heeft aan de achterzijde rechts een uitbouw met plat dak en in het linker geveldeel een rechtgesloten tuin-porte brisée met zijlichten, rechtgesloten vensters onder strek en een iets hoger opgaande ingangstravee met traplicht en liggend ovaal oeil de boeuf onder segmentboog. Het pand heeft aan de straatzijde een eenvoudige erfscheiding in de vorm van ijzeren hekken tussen ronde hekpijler met een bolbekroning.

Waardering

Het karakteristieke huis (met hekwerk) heeft architectuurhistorische waarde als een mooi en gaaf voorbeeld van representatieve woonhuisarchitectuur in de in Assen weinig voorkomende stijl van het traditionalisme (Um 1800). Het beeldbepalende pand maakt deel uit van de waardevolle, negentiende en vroeg-twintigste eeuwse bebouwing in de "paleizenbuurt" en heeft derhalve een grote ensemblewaarde. Het huis maakt tevens deel uit van het beschermde stadsgezicht Assen.