Inleiding

Het in 1876 gebouwde WOONHUIS is op een bijzondere wijze vorm gegeven in een eclectische stijl met invloeden van de gotiek (perpendicularstyle) en de chaletstijl. Het vrijstaande huis staat schuin op de straat, gericht naar de T-kruising waar het Van der Feltzpark op de Nassaulaan uitkomt. Het huis is een van de vele negentiende en vroeg twintigste eeuwse woonhuizen voor de gegoede Asser burgerij in de "paleizenbuurt" en maakt deel uit van het beschermd stadsgezicht. Het huis onderscheidt zich van de overige bebouwing in de nabije omgeving vanwege de buitengewone, verfijnde detaillering en het materiaalgebruik.

Omschrijving.

Het vanuit een L-vormige plattegrond opgetrokken pand telt twee bouwlagen onder met bitumineuze dakbedekking gedekte, uitkragende zadeldaken met windveren. De voor een deel gepleisterde gevels zijn cremekleurig en voorzien van grijze plinten en helder-okerkleurige accenten. De meest representatieve gevel is die aan het Van der Feltzpark. Deze is drie-assig en heeft een symmetrische indeling met een breed middenrisaliet, waartegen een bijna even brede serre is gebouwd. De serre heeft een onderbouw die gedeeltelijk in gepleisterde baksteen en gedeeltelijk in hout is opgetrokken en is voorzien van basementen met casementen. Op de basementen staan octogonale, gietijzeren kolommen met composietkapitelen. Deze vormen de aanzetten van de geprofileerde tudorbogen en de rondbogen daartussen, die evenals de omliggende zwikken zijn ingevuld met glas-in-lood. De serre wordt beëindigd door een kroonlijst rondom het platte dak, dat is voorzien van als hoekbalusters fungerende basementen (als van de serre), waartussen houten hekken met vierpassen staan. Op het plat komt een dubbele porte brisée met rondboog-bovenlichten uit. Ze zijn voorzien van profiellijsten en staan onder een overspanningsboog met een invulling van een geprofileerde cirkel en driezijdige booglijsten in de zwikken. De geveltop is voorzien van een rond oeil de boeuf met diagonale kruisverdeling en een gevelbeëindiging in de vorm van een gebroken entablement met casementen. De porte brisees worden overdekt door de uitkraging van de kap. Deze steunt op ronde kolommen met komposietkapitelen, die in het verlengde liggen van de kolommen in de serre. De gepaard staande kolommen worden aan de voorzijde met elkaar verbonden door rondbogen met een invulling van houten ajourwerk en door een driepasboog in de beide zijkanten. De beide zijtraveeen zijn op de begane grond voorzien van vensters met doorgetrokken onderdorpels onder tudorboog, waarvan het gesneden houtwerk in de bovenramen onregelmatige tudorbogen vormt. De vensters hebben een profiellijst die wordt bekroond door een kuif. De vensters op de verdieping zijn rondgebogen met boogtraceringen in de bovenlichten en evenals de vensters op de begane grond voorzien van profiellijst en gepleisterde stootlijst met cirkels onder de vensters. De omlijste gevelvelden rondom de vensters zijn voorzien van schijnvoegen. Aan weerszijden staan bundels van drie kolommen met komposietkapiteel. De entablementen liggen grotendeels onder de op opengewerkte klampen steunende, uitkragende dakranden, waarvan de rechter is voorzien van een gedraaide houten "rail". De linker kopgevel is alleen gepleisterd onder de doorgetrokken onderdorpel en rondom de vensters, die geheel zijn uitgevoerd als de vensters in de zijtraveeen van de voorgevel, maar hier tevens zijn behangen met persiennes. In de geveltop staat een rond oeil de boeuf, gelijk aan dat in de voorgevel. Aan de achtergevel bevindt zich linksachter een uitbouw onder plat dak, waaraan in 1927 een deel is toegevoegd. In de ongepleisterde achtergevel zijn waarschijnlijk in hetzelfde jaar wijzigingen aangebracht in de indeling van de gevel, waarin een deel van de vensters is toegevoegd. In de geveltop van het risalerende linker deel staat een rond oeil de boeuf, dat is te vergelijken met die in de andere gevels. De gevel aan de Nassaulaan bestaat uit een hoger opgaand risaliet en een lager terugliggend gedeelte met onder meer een gevelsteen waarop het jaartal 1876 en de naam P.B. Westerhuis staan vermeld. Het risaliet is op de begane grond voorzien van twee gekoppelde vensters (als op de begane grond in de voorgevel) met een smalle, geprofileerde penant en staan binnen een profiellijst met afgeronde hoeken. De vensters op de verdieping zijn evenals de omlijstingen gevormd als de porte brisees in de voorgevel. Ook in deze geveltop staat een rond oeil de boeuf. Tussen de vensters van de beide bouwlagen bevond zich oorspronkelijk een balkon. Het rechter geveldeel bevat de entree, die bestaat uit een paneel- vleugeldeur met gietijzeren raamijzers, een geprofileerd kalf en een tudorboogvormig bovenlicht met glas-in-lood invulling en kuifbekroning. De vensters hier rechts van zijn eveneens gelijk aan die op de begane grond in de voorgevel. Boven de parterre bevinden zich drie liggende vensters binnen profiellijsten met afgeronde hoeken. De gevel wordt beëindigd door een breed entablement met geprofileerde banden en lijsten. De schoorsteenschacht op dit bouwdeel is bepleisterd en overkapt. Rechts staat schuin op de hoek een in 1924 gebouwde garage van schone baksteen met een plat dak en dubbele inrijdeuren. Het betreft echter een toevoeging van ondergeschikt belang.

Waardering

Het karakteristieke huis is een bijzonder mooi en gaaf voorbeeld van eclectische woonhuisarchitectuur voor de gegoede burgerij. De op een belangrijke locatie gesitueerde, beeldbepalende villa is een opvallende verschijning in de "paleizenbuurt", waar veel waardevolle negentiende eeuwse en vroeg twintigste eeuwse representatieve woonhuizen zijn geconcentreerd, waardoor ook de stedebouwkundige en ensemblewaarde van het pand groot is. Het huis maakt tevens deel uit van het beschermde stadsgezicht Assen.