Inleiding

Herenhuis in eclectische bouwstijl uit ca. 1873, gebouwd in opdracht van Margaretha Willet, echtgenote van E.L.J. van Dijk.

Omschrijving

Herenhuis op rechthoekige plattegrond, bestaande uit een souterrain en twee bouwlagen onder een met shingles gedekt afgeknot schilddak, vijf vensterassen breed. De gevels zijn gepleisterd; het souterraingedeelte is bekleed met gebosseerde hardsteen. De voorgevel wordt aan weerszijden afgesloten door geblokte pilasters. De bouwlagen worden van elkaar gescheiden door een geprofileerde cordonlijst. De schuifvensters, waarvan sommige met gedeeld bovenlicht, bezitten op de eerste bouwlaag een geprofileerde gepleisterde omlijsting en een gebogen fronton op triglyfconsoles; op de tweede bouwlaag zijn zij voorzien van een rechte kroonlijst en een vaag in het pleisterwerk aangegeven lambrequin. Tussen deze vensters zijn rechthoekige gepleisterde panelen aangebracht. De segment-vormige souterrainvensters bezitten gietijzeren roosters. Het op de hoeken gekorniste hoofdgestel heeft een fries met rechthoekige panelen en een kroonlijst met tandlijstje, die rust op paarsgewijs geplaatste geornamenteerde consoles. Boven de kroonlijst bevindt zich in het midden een drie vensters tellende gepleisterde dakkapel, gedekt door een gebogen, houten fronton met piedestal in het open middenstuk.

Rechts van het huis bevindt zich de uitgebouwde porte-cochere, omlijst door geblokte pilasters en een eenvoudig hoofdgestel. De vleugeldeur is voorzien van panelen en een getoogd bovenlicht met maskersluitsteen.

De achtergevel heeft een driezijdig uitgebouwde erker, waarop een balkonhek met versierde gietijzeren spijlen.

Het interieur is goed bewaard. Het inwendige van de porte-cochere is versierd met een rijke wanddecoratie van panelen, een fries met festoenen, lijsten en consoles. Gecanneleerde Ionische pilasters flankeren de trapopgang naar de hal. Eclectisch stucplafond.

De hal heeft gesneden deurbekroningen, Ionische pilasters, paneeldeuren en een stucplafond. Het trappehuis, van de hal door een wand gescheiden, heeft een wanddecoratie met eenvoudige panelen, een ronde eindbaluster met cannelures, een leuning met versierde spijlen en een bovenlicht waarin rond 1900 aangebracht Art Nouveau glas-in-lood. Op de eerste bouwlaag zijn twee kamers met rijke stucplafonds, marmeren schoorsteenmantels, wandpanelen en tussen de vensters een spiegel in een gesneden omlijsting, alsmede versierde deurbekroningen. Op de tweede bouwlaag is een ruime hal met gesneden deurbekroningen en een stucplafond; in de kamers zijn stucplafonds en schoorsteenmantels. In de rechtervoorkamer zijn zeer rijk uitgevoerde deurbekroningen in neo-Lodewijk XIV-stijl. Het souterrain heeft marmeren vloertegels en troggewelfjes; de kapconstructie is oorspronkelijk. Alle deuren in het huis hebben hun paneelversiering bewaard.

Waardering

Herenhuis van architectuurhistorisch en cultuurhistorisch belang als representatief voorbeeld van eclectische woonhuis-architectuur. Hoofdvorm, detaillering, materiaal en interieur zijn goed bewaard. Als onderdeel van een reeks woonhuizen uit de tweede helft van de 19e eeuw heeft het pand tevens ensemblewaarde.