Inleiding KLOOSTER, gesitueerd in de gesloten zuidelijke gevelwand van het Akerkhof op de hoek met de Schoolholm tegenover de middeleeuwse Akerk, bestaande uit twee bouwdelen, die door een gang van elkaar zijn gescheiden. Het oostelijke deel staat op de hoek van het Akerkhof zuidzijde en de Schoolholm; het westelijke deel is onder een stompe hoek met de rooilijn geplaatst. Het complex is in 1908 gebouwd als klooster voor de Zusters van Onze Lieve Vrouwe van Amersfoort naar ontwerp van de Groninger architect A.Th. van Elmpt in een neo-gotische bouwstijl. Het gebouwencomplex is thans in gebruik als zalencentrum en daartoe inwendig aangepast met uitzondering van de kapel op de eerste verdieping. Omschrijving Het omvangrijke gebouw is opgetrokken op een diepe, rechthoekige plattegrond uit een roodbruine baksteen. De gevels van het oostelijke gedeelte zijn aan beide zijden drie raamtraveeën breed; de afgeschuinde hoek is één travee breed. Het westelijke pand bestaat uit een raamtravee dat risaliseert, een toegangstravee en een absisvormige, driezijdige uitbouw. In het voordakschild een gemetselde kajuit met trapgevel. Het westelijke gedeelte bestaat uit een souterrain waarboven twee bouwlagen onder een afgeknot schilddak, gedekt met leien. De huidige ingang van het complex is bereikbaar via een ingangsportaal met een rondboog en hardstenen trap (vier treden) met smeedijzeren hek in het midden van de voorgevel. Het portiek wordt verlicht door een vierdelig hoog bovenlicht boven een met leien gedekte luifel. De gevel is verlevendigd met rijke baksteenornamentiek met neo-gotische stijlkenmerken. De vensters van het souterrain, geplaatst in een risalerende baksteenplint met bruingeglazuurde afsluiting, hebben geprofileerde hardstenen lateien. De linker travee is voorzien van een halfronde uitbouw, die via pendentiefs op de eerste verdieping overgaat in een driezijdige absis waarachter de voormalige kapel van het klooster ligt. Deze uitbouw wordt afgedekt door een driezijdig tentdak en is geplaatst tegen een getrapte topgevel. De hoge begane grondkozijnen in de uitbouw zijn onder een rondboogtrommel recht gesloten en rusten op natuursteen afzaten. De ramen op de verdieping, evenals die in de oostelijke zijgevel zijn spitsboogvormig en gevat in het omringende, fors geprofileerde metselwerk. De uitbouw wordt omzoomd door een boogfries onder de bakgoot. De rechter travee bevat drieledige vensters met afzaten en drieledige trommeltracering; op de begane grond onder een segmentboog samengevat. Ook hier is de gevel afgesloten met een boogfries onder een bakgoot met leibekleding. Het oostelijke deel telt eveneens twee bouwlagen, maar onder een plat dak. De rechtgesloten vensters met verfijnde roedeverdeling in de bovenlichten zijn gevat tussen bakstenen muurdammen die aan de bovenzijde zijn afgesloten met boven het platte dak uitstekende bakstenen penanten. Zeer karakteristiek zijn de gekoppelde rondboogvomige ontlastingsbogen boven de vensters, die zijn samengevat onder een segmentboog. De boogtrommels zijn gevuld met baksteendecoraties. De gevels zijn aan de bovenzijde afgesloten met reliëfmetselwerk. Inwendig nog van belang de kapel op de eerste verdieping. Waardering Kloostercomplex, met een opvallende gevel met uitbundige baksteendecoraties in neo-gotische stijl naar ontwerp van de destijds bekende Groninger architect A.Th. van Elmpt, van algemeen belang vanwege zijn cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van kerkelijke architectuur en vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur. Bovendien is het gebouw van betekenis voor de sociaal-maatschappelijke geschiedenis van de stad Groningen.
