Inleiding GASTHUIS MET TOEGANGSPOORT, genaamd 'kleine' Midden Gasthuis, gesitueerd aan de zuidzijde van de Kleine Rozenstraat, bestaande uit woningen aan weerszijden van de poort evenwijdig aan de straatzijde gesitueerd en hofwoningen aan een vierkante binnenhof, gebouwd in 1873 in opdracht van de Nederduitsch Hervormde kerk in een ambachtelijk-traditionele bouwtrant. De woningen zijn in 1980-1981 gerenoveerd door woningstichting Gruno. Omschrijving De woningen zijn opgetrokken op rechthoekige plattegronden en tellen één bouwlaag onder een omlopend schilddak, belegd met een zwarte golfpan. De woningen aan de straatzijde nrs. 8 t/m 14 zijn gedekt met een zadeldak, belegd met een zwarte golfpan. De gevels zijn opgemetseld uit roodbruine baksteen. De venster- en deuropeningen zijn overwegend rechtgesloten met strekken. Alle vensters zijn authentiek ingedeeld met een zes- of acht-ruits roedeverdeling. De gevels van de overige hofwoningen zijn opgetrokken uit rode baksteen en gedekt met een omlopend schilddak. De kapnokken ontvingen op regelmatige afstanden een schoorsteenkop waardoor de breedte-structuur van de woningen zichtbaar wordt. De vensters zijn segmentboogvormig gesloten met rollagen en 'wenkbrauwen' van gele baksteen. Hier en daar zijn spatplinten van raapwerk aangebracht. Alle woningen zijn drie traveeën breed. Een toegangsdeur met bovenlicht wordt per woning aan één zijde gecombineerd met twee vensters. In de langgerekte gevels wordt door pilastersuggesties een verdeling per twee traveeën aangegeven. De zuidgevel bevat in het midden tegenover de toegangspoort een verhoogd middenrisaliet met stuc pilasters op de hoeken. De gevels worden afgesloten door een geprofileerde bakgoot op klossen. De toegangspoort kan met een tweedelig gietijzeren hek worden afgesloten. Waardering GASTHUIS MET TOEGANGSPOORT, genaamd 'kleine' Midden Gasthuis, bestaande uit hofwoningen, gegroepeerd rondom een vierkante binnenhof, van algemeen belang vanwege zijn cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde vanwege de architectonische gaafheid van het exterieur en vanwege zijn betekenis voor de geschiedenis van de volkshuisvesting in de stad Groningen.