Inleiding

Herenboerderij gebouwd in 1909 met kenmerken van de Overgangsarchitectuur zoals renaissancistische motieven en diverse Art Nouveau elementen naar ontwerp van G. Otten Jzn.. Het representatieve woonhuis is als dwarshuis voorgeplaatst, het achterhuis is in een soberder stijl opgetrokken.

Omschrijving

Boerderij bestaande uit een dwars voorgeplaatst woonhuis en een achterhuis/bedrijfsgedeelte. Het woonhuis heeft een hardstenen plint, een bakstenen opbouw met enkele natuurstenen speklagen en een daklijst bestaande uit een geprofileerde goot op opengewerkte klossen en een fries van geel-groen metselmozaiek (verblendsteen). Het inzwenkende schilddak is belegd met leien (Rijndekking) en heeft vier zinken dakkajuiten en twee nokhoekschoorstenen. De symmetrisch ingedeelde voorgevel heeft een licht vooruitspringend entreepartij met rondboog, hardstenen stoep, granito vloer, wangen met rijk geornamenteerde geglazuurde tegels, een dubbele paneeldeur met snijwerk, naald en smeedijzeren hekwerk voor de vensters; een gesneden wisseldorpel en een rondboog bovenlicht. Boven de entree een hardstenen balkon op dito consoles; Art Nouveau smeed- en gietijzeren hekwerk; openslaande balkondeuren met Art Nouveau roedeverdeling in bovenlicht. Het verhoogde middenstuk heeft een inzwenkend zadeldak met overstek rustend op opengewerkte klossen in Chaletstijl; gevelsteen met afbeelding van liggende leeuw en opschrift: 17 HIANB 87 (deze steen is afkomstig uit de tuitgevel van de nabijgelegen herberg). Aan weerskanten van de entree twee rechtgesloten schuiframen met rolluiken voorzien van hardstenen casementen en onderdorpels, alsmede natuurstenen sierfrontons (segmentboog). De oost- en westgevel in vergelijkbare stijl opgetrokken waarbij de ramen (een schuif- en een openslaandraam) voorzien zijn van gedecoreerde latei met hanekam. De westzijde heeft een aangebouwde serre op hardstenen basis; stijlen, borstwering alsmede kozijnen en daklijst voorzien van snijwerk; de bovenlichten in gekleurd glas-in-lood (Art Nouveau). Het achterhuis heeft op het woongedeelte een schilddak met geglazuurde tuile du nord en een nokhoekschoorsteen. De gevels zijn vergelijkbaar met het voorhuis maar soberder zoals de eenvoudiger geprofileerde goot met een fries van geel-rood-wit metselmozaiek. De rechtgesloten T-vensters of openslaande vensters zijn voorzien van hardstenen onderdorpel en latei waarboven een ontlastingsboog met aanzet- en sluitsteen. Aan de westzijde is onder het tweede venster een breed keldervenster met diefijzers. Het bedrijfsgedeelte wordt gedekt door een afgewolfd rietdak met uilebord. Aan de oostzijde zit een sprong met een rondboog wagendeur voorzien van snijwerk en smeedijzeren sierhekjes alsmede aanzet- en sluitstenen. Rechts een uitspringende hoekrisaliet die aan bovenzijde wordt afgedekt door een gedecoreerde hardstenen afdekplaat. De oostelijke zijgevel kent een afwisselend patroon van twee getoogde gietijzeren stalramen en steunberen. Hoekrisaliet aan achterzijde. De achtergevel heeft van links naar rechts een rondboog baander met hardstenen neggeblokken; aanzet- en sluitstenen; loopdeur met rondboog bovenlicht en aan weerszijden gietijzeren rondboog vensters; rechtgesloten mestdeuren met gesneden wisseldorpel en gekoppeld drieruits bovenlicht; loopdeur naar koegang voorzien van zijlichten met roedeverdeling en rondboog bovenlicht; recht gesloten deur naar de koestand; rechtgesloten dubbele mestdeur met ontlastingsboog. Bij de achtergevel zijn alle deuren voorzien met binnengeheng. Bovenlangs een rij gietijzeren rondvensters. De westelijke zijgevel heeft in de sprong een zesruits raam met ontlastingsboog; in de zijgevel een opgeklampte loopdeur (naar melklokaal) met zesruits zijlichten; twee laag geplaatste luiken (voor de ton); getoogde gietijzeren stalvensters; staafankers.

INTERIEUR. De schuur is vrijwel origineel. Bestaat uit vier asymmetrische ankerbalkgebinten. Paardestal met ruif en voergang. Complete koegang met tongewelf, houten hooiluiken boven de oorspronkelijke stalpalen. Lage koestand en groep aan achterzijde met een lager gelegen mestgang.

Waardering

Boerderij van cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang vanwege de voor Drenthe bijzondere ontwikkeling van rijke boerderijbouw; vanwege de typologie, de vormgeving en het materiaalgebruik alsmede vanwege de ligging ten opzichte van het totale complex en ten opzichte van het waardevolle dorpsgezicht. Door de compleetheid en gaafheid tevens zeldzaam.