Twickelerlaan 1, Delden
Omschrijving onderdeel 2:
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Twickel. Het huis Twickel ligt aan de voet van een stuwwal (de Deldener Esch); de grachten worden gevoed door kwelwater uit de stuwwal. Voor het kasteel ligt een laagte waar vroeger de Oelerbeek liep, dwars daarvoor loopt op de rand van dit beekdal de Twickelerlaan. De twee belangrijkste waterlopen zijn de (opgelegde) Oelerbeek en de Twickeler Vaart. De hoofdstructuur van de historische buitenplaats Twickel wordt bepaald door de Twickelerlaan (noord-zuid) en de haaks daarop staande Kooidijk (thans Bornsevoetpad), die op het midden van het huis is georiënteerd. Aan de Twickelerlaan tegenover het huis staat een grote zwerfkei met inscriptie aangeboden in 1959 door de Deldense burgerij ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van M.A.M.A. van Heeckeren van Wassenaer. Ten westen van de Twickelerlaan ligt direct rondom het huis het geheel omheinde KASTEELPARK in landschapsstijl met daarin opgenomen neoformele elementen zoals de oranjerie- en voormalige rozentuin. Ten oosten van de laan strekt zich een OVERPARK uit, dat te onderscheiden is in: a) de overplaats, b) het Twickelerbosch, c) de Ruwe Braak, d), de Breeriet e) Umfahrungsweg. De gehele aanleg van de buitenplaats kent een drieledige historische gelaagdheid, die nog duidelijk aanwezig is. De basisstructuur wordt gevormd door de 17de-eeuwse formele aanleg waarvan ondermeer de Twickelerlaan en de Kooidijk deel uit maken. Vervolgens heeft de tuinarchitect J.D. Zocher jr. tussen 1830-1835 de aanleg in landschapsstijl gewijzigd, waarna de Duitse tuinarchitect E. Petzold tussen 1885-1891 de aanleg verder in landschapsstijl heeft verfraaid. Hoewel het kasteelpark door de dichte beplantingsstrook langs drie zijden een zeer besloten karakter heeft, is het door Petzold middels vijf zichtassen, die uit de Twickelerlaan zijn gespaard, bij de aanleg van het overpark betrokken en vormt het een eenheid. Het overpark is in landschappelijke stijl ingericht, door plaatsing van boomgroepen en solitairen en door het scheppen van een groot aantal perspectivische zichtlijnen. KASTEELPARK. De kern van het kasteelpark wordt bepaald door het laat 17de-eeuwse classicistische concept van een hoofdas uitkomend op het huis met symmetrische geplaatste bouwhuizen, die een voorplein omsluiten. Het huis met voorplein is gelegen binnen het 17de-eeuwse grachtenstelsel, waarvan de binnengracht in zijn geheel en twee restanten van het oostelijk deel van de buitengracht nog aanwezig zijn. Vanaf het voorplein lopen enkele zichtassen, restanten van de 17de/18de-eeuwse formele aanleg, door het park; deze lijnen worden gevormd door de loodrechte as op het huis en een noord-zuidas; ook de rechte eikenlaan in het park, komende vanaf de eikelschuur, maakt deel uit van het assenstelsel, dat op het centrum van de buitenplaats is georiënteerd. Het voorplein kent een historiserende neoformele aanleg gevormd door een achtkantig bloemperk voorzien van een balustrade met in het midden een fonteinbak. Deze aanleg kwam rond 1864 gereed toen de balustrade werd geleverd. Aan weerszijden van de toegangsbrug naar het kasteel zijn in 1886 boulingrins gelegen aangelegd naar een ontwerp van de Franse tuinarchitect E. André, die blijkens een situatietekening van H. Poortman uit 1926 ook de aanleg van de achterplaats voor zijn rekening heeft genomen (1888). In 1996 is de structuur van de boulingrins met buxushaagjes aangegeven (andere invulling). Na de archeologische opgravingen op de achterplaats in 1978 werd daar een tuin aangelegd voor de huidige bewoner, Chr. graaf zu Castell Rüdenhausen. Vanaf de derde kwart van de 18de eeuw wordt de landschapsstijl in het kasteelpark doorgevoerd te beginnen in 1769 met de aanleg van een wildbaan en in 1770 met de aanleg van het 'Engelsche bosch' ten zuiden van het kasteel (zie Twickelervaartkaart ca.1785). Enkele elementen die aangegeven staan op de Hottingerkaart en de kaart van Hartmeijer uit 1794 zijn nu nog aanwezig, zoals de begrenzing van de wildbaan (zuid) door een eikenlaan met dubbele bomenrij, deels nieuwe inplant, welke nog goed herkenbaar is in het landschapspark. Evenals de zogenoemde Schneckenberg heuvel in de noordwesthoek van het park die in 1791 werd opgeworpen; aan de voet daarvan bevond zich een loofgang waaraan nu nog zes doorgeschoten oude haagbeuken herinneren. De top van de heuvel, die functioneert als uitzichtpunt, is bereikbaar via een rondlopend pad waarlangs een balustrade van boomstammen is bevestigd. Naast deze heuvel ligt een cascade. Op de kaarten is tevens te zien dat de buitengracht achter het huis tot een vijverpartij vergraven is. Vanaf 1830 zijn grote delen van het park door J.D. Zocher jr. in landschapsstijl gewijzigd, waarbij het grillige padenpatroon van de eerste landschappelijke aanleg (zie Hartmeijer) in ruime curven is veranderd, die zich langs glooiingen in het terrein bewegen. De oevers van de waterpartij achter het huis hebben ronde vormen gekregen. Typisch voor het werk van Zocher is het suggereren van een oneindige verloop van de vijverpartij, bewerkstelligd door de wegbuigende lijnen. In de waterpartij zijn twee eilandjes aangelegd, die zich tijdens het verloop van de wandeling zich in een steeds ander tafereel vertonen. Het op de Hartmeijerkaart voorkomende eilandje in het zuiden is door Zocher verbonden met het vaste land middels een brug. Op dit eilandje staat een rustiek 19de-eeuws prieel. In de bocht van de grote vijver ligt een rond eilandje dat door twee bruggen met het vasteland in verbinding staat. Over de vijverpartij lopen verschillende zichtassen gericht op het prieel op het zuidelijk eiland, dat nu door begroeiing aan het zicht is ontrokken. Zocher creëerde geraffineerde doorzichten waaronder een schuine zichtlijn vanaf de genoemde uitzichtheuvel, die hij als restant van de vroeg-landschappelijke aanleg handhaafde. Deze vijverpartij en ook het padenverloop van Zocher zijn in de tijd dat Petzold op Twickel werkzaam was van 1885 tot 1891 door hem ongemoeid gelaten (vergl. kaart Twickel voor aanleg Petzold en de Petzoldkaart). Petzold heeft voornamelijk de aanleg van de wildbaan veranderd door deze uit te breiden met een strook grond aan de noordzijde en opnieuw met boomgroepen in te richten. De boomgroepen van Petzold hebben een typisch lobbenachtige vorm en vaak geen ondergroei. Ten noorden van de oranjerie wordt, eveneens naar ontwerp van Petzold, een kleine waterstroom vergraven tot een vijver. In het landschapspark zijn drie afzonderlijke tuinen gelegen, de oranjerie-, rots-, en rozentuin, waarvan de laatst genoemde sinds 1971 opgeven is. De beschut liggende rozentuin in het noordelijke deel van het park langs de Bornseweg werd tussen 1911 en 1920 aangelegd vermoedelijk naar de plannen van de Engelse tuinbaas W.H. Rabjohn; de lange rijen rozen en brede borders aan de zijkanten zijn thans vervangen door langwerpige stroken gras. In deze grasparterre zijn de sporen van het oude padenpatroon door reliefverschillen nog duidelijk herkenbaar. Achter de rozentuin in de noordhoek van het park aan de Twickelerlaan (nr. 9) ligt een dienstwoning die in 1996 in historiserende stijl is herbouwd, deze woning is voor de bescherming van ondergeschikt belang. Typerend voor het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw is het toepassen van neoformele elementen in de directe omgeving van het huis. Zo werden voor Twickel ontwerpen gemaakt door André voor de aanleg van een oranjerietuin ten noorden van het huis. Uiteindelijk is de aanleg van de rechthoekige tuin voornamelijk naar idee van Hugo Poortman tot stand gekomen (deze was tot 1930 op Twickel werkzaam). De geometrische invulling met de bloembedden in symmetrische patronen en de geschoren palm- en taxusfiguren volgde de trend om in de directe omgeving van het huis de overgang van architectuur naar natuur soepel te laten verlopen door middel van een neo-formele aanleg. De verdiepte parterre voor de oranjerie werd al in 1897 gerealiseerd naar een schetsontwerp van Poortman. De invulling is in enigszins gewijzigde vorm nog aanwezig. Achter de oranjerietuin werd vanaf 1932 door barones van Heeckeren met behulp van Poortman een begin gemaakt met de aanleg van een rotstuin. Zij werd hiertoe geïnspireerd door Engelse tuinarchitecte Getrude Jekyll. Met zwerfkeien en zandstenen bouwrestanten van het huis legde de barones rondom een gazon gebogen terrassen aan, beplant met vaste planten, bollen, één-, en tweejarigen. Door de onregelmatige gevormde terrassen, de verschillende hoogten in de tuin en het gebruik van bouwonderdelen heeft de tuin een geheel eigen sfeer. In de tuin staan verschillende beelden en een rond houten tuinprieel die de pachters en het personeel aan de barones hadden gegeven voor haar tachtigste verjaardag (1959). Het kasteelpark wordt aan de oostzijde begrensd door de Twickelerlaan die gevormd wordt door een in oorsprong 16de-eeuwse met eiken beplante oprijlaan tussen het kasteel en het kruispunt Delden-Borne. In 1684 werd de laan in de richting van de Deldener Esch verlengd. In 1993 is de laan voor een deel met eiken opnieuw ingeplant. Voor het einde van de Twickelerlaan liggen achter de boerderij 'De Wengel' twee rechthoekige visvijvers in elkaars verlengde en aan de overzijde van de laan een heuvel (sprengkop). Deze aanleg, die zeker in 1681 al aanwezig was, wordt in een legger uit 1726 aangeduid met 'de vijvers in de berg en met de plantage'. Op de Grauwe kaart uit het midden van de 18de eeuw wordt het complex voor het eerst aangegeven en thans is het nog steeds een kenmerkend element. Voor de heuvel ligt een derde rondvormige visvijver, die met een smalle sloot in verbinding staat met de andere vijvers. OVERPARK. De 17de-eeuwse structuur van het overpark wordt gevormd door een dijklichaam, de Kooidijk, die loodrecht op het huis ligt en de Twickelerlaan haaks kruist. Het overpark wordt doorsneden door de Oelerbeek en de Twickelervaart, deze laatst genoemde is in 1771 ten behoeve van de scheepvaart aangelegd (een bestaande beek is hiervoor geschikt gemaakt) met een verbinding naar Carelshaven. Binnen de structuur is de aanleg van Zocher herkenbaar; deze maakte gebruik van de de voor het kasteel liggende open weiden en boomgroepen. De visuele begrenzing van de weiland wordt bepaald door de bossen aan de noord- en oostzijde. Lopende op het door Zocher aangelegde padenstelsel werden steeds wisselende zichten en doorzichten gecreëerd. Daar het padenpatroon van Zocher tegenwoordig nog grotendeels aanwezig is, wordt het karakter van de overplaats sterk door zijn aanleg bepaald. Petzold heeft, naast de verfraaiing van landschappelijke elementen zoals bij het landschap rondom de Azelermeen (gebied gelegen tussen de Noordmolen en de boerderijen Bokdam en Graes) en de aanleg van een nieuw park aan de kant van Ossenweijde en Braamrot, de gehele overplaats tot een samenhangend geheel gemaakt. Het ontwerp van Petzold is door zijn dood in 1891 onvoltooid gebleven. a) Overplaats en moestuin. Het landschap van de overplaats, gevormd door het weidegebied ten oosten van de Twickelerlaan en aan weerszijden van de Kooidijk, bestond reeds in de middeleeuwen. De weilanden Beltmaat, Akker- of Ulkmaat, Havermaat, Dijkmaat en Ossenweijde vormden oorspronkelijk het beekdal van de Oelerbeek. De formele perspectiefwerking van de Kooidijk werd in 1785 te niet gedaan door de kap van de beplanting ter plaatse van de oude moestuin, die van 1715 tot 1888 aan het Bornsevoetpad was gelegen. Tussen 1831 en 1835 vinden verschillende veranderingen aan de overplaats plaats, die deels op eigen initiatief en deels naar ontwerp van J.D. Zocher jr. uitgevoerd worden. In 1832 (zie aantekeningen van Gravin van Wassenaer) werd direct aan de oostzijde van de Twickelerlaan een verdiept liggende weidepartij gerealiseerd. Met de grond van de verdiepte weide werd de halverwege de Kooidijk liggende eendenkooi en tevens enkele oude vijvers in het bos dichtgegooid. Langs de zuid- en oostkant van de oude moestuin werd een nieuw voetpad aangelegd. Zocher legde een nieuw padenstelsel aan met afwisseldende wandelingen en zichten waarbij deze gebruik maakte van de aanwezige niveauverschillen en beplantingselementen van de overplaats (zie Percelenkaart 1874). Tussen 1885 en 1891 werkt Petzold aan de aanleg van de overplaats. Vanuit het bestaande houtbestand poogde Petzold het gebied in een landschappelijke compositie te wijzigen door middel van grote doorkappingen of juist door de plaatsing van boomgroepen werden zichtlijnen gecreëerd die een dieptewerking en eindeloos perspectief suggereerden. Deze door coulissen begrensde zichtassen en doorzichten over weiden bepalen de structuur. Kenmerkend zijn de grillige en gebogen lijnen om variatie in het landschap te creëren. De loop van de Twickelervaart, die de overplaats doorkruist, werd aangegeven door aanplant van bomen. Het parkdeel bij Braamrot en de Ossenweijde is door Petzold voorzien van een nieuw pad leidend naar Carelshaven en ingericht met boomgroepen en solitairen. Hoewel dit gebouw van beeldbepalende waarde is als zicht vanuit het park, wordt het door de rondweg en als monument teveel verstoord en is zodanig voor de omschrijving van ondergeschikt belang. In dezelfde periode werd op voorstel van Petzold de moestuin verplaatst en het Bornsevoetpad achter de Schaapskooi omgeleid, zodat tegenover het kasteel een ruim uitzicht over een weidepartij ontstond. In 1980 werd het laangedeelte door de weilanden voor het kasteel weer hersteld. Op de hoek van de Twickelerlaan - Bornsestraat is in 1891 naar ontwerp van Petzold de ommuurde moestuin aangelegd, waarvan het oorspronkelijke lanenstelsel nog grotendeels intact is. Vanaf de hoofdentree aan de Twickelerlaan loopt een rechte door fruitbomen geflankeerde laan naar de westelijke tuinmuur. Halverwege wordt deze laan doorkruist door een noord-zuid as met een kleine vijverpartij. b) Twickelerbosch. Aan de linkerkant wordt het weidegebied van de overplaats begrensd door het Twickelerbosch, dat voor het weiland functioneert als een lobbenvormige coulis. Door het bos (Beuken en Eiken) heeft Zocher een gebogen padenstelsel aangelegd, dat nog grotendeels intact is. In het parkbos ligt een open ruimte: ten noorden van de recent aangelegde parkeerplaats aan de Twickelerlaan een langgerekte weide met solitaire bomen. c) de Ruwe Braak. Haverwege de Kooidijk lag oorspronkelijk een eendenkooi en twee vijvers aan weerszijden van de dijk temidden van een bos doorkruist door lanen in sterpartoon, zoals de 'Grauwe Kaart' uit het midden van de 18de eeuw laat zien. Deze lanen worden aan het einde van de 18de eeuw vervangen door vroeg-landschappelijke kronkelpaden (Twickelervaartkaart ca.1785); hiervan is echter niets meer aanwezig, de aanleg van het sterrenbos is echter in het rabattenpatroon terug te vinden. Aansluitend op het sterrenbos met oude aanplant van Zomereik en Beuk liggen de heidegronden met naaldbomen. d) de Breeriet. In het dal van de Oelerbeek ten zuiden van het Bornsevoetpad ligt een geïsoleerd moerassig gebied, de Breeriet, dat door baron J.D.C. van Heeckeren in 1846 werd aangekocht. Tuinarchitect L.P. Zocher, de zoon van J.D. Zocher, maakte in 1871 een ontwerp in landschapsstijl, welke tussen 1872 en 1873 werd uitgevoerd. De aanleg bestaat uit een centraal liggende weide met boomgroep en een grillig gevormde, rondlopende waterpartij die een oneiding verloop suggereert. De wandeling leidt over enkele gebogen paden, verfraaid met bijzondere boomsoorten, waarvandaan wisselende zichten over de waterpartij en open weiden worden verkregen. Tussen 1996 en 1998 is de verwaarloosde aanleg (padenpatroon en vijverpartij) weer hersteld. e) Verbindingsweg station- kasteel en Umfahrungsweg. In 1886 begon Petzold met de aanleg van een 'nieuwe weg', een verbindingsweg tussen het station en de Twickelerlaan. Petzold besteedde vooral veel aandacht aan de aanplant langs de weg. Het landschap werd aan weerszijden voorzien van grasstroken en boomgroepen begrensd door meidoornhagen. Op het punt waar het huidige Rentmeesterslaantje op de Twickelerlaan aansluit, heeft Petzold door middel van een doorkapping een, thans nog zichtbare, diagonale zichtas op het huis gerealiseerd. Tegenwoordig wordt het gebied aan weerszijden van de 'nieuwe weg' naar het station doorsneden door de rondweg om Delden. De verbindende factor van het ontwerp van Petzold moest gevormd worden door de geplande Umfahrungsweg. Volgens het ontwerp van Petzold liep de weg over de Twickelerlaan tot voorbij de visvijvers, waarna de weg naar rechts afboog en ten noorden van de Noordmolen uitkwam. Vanaf de Noordmolen liep de weg met een grote bocht richting Buren en vervolgens met een scherpe bocht naar het westen om bij de Breeriet uit te komen. Van dit ontwerp is alleen het gedeelte vanaf de weg Delden - Hengelo tot aan de Meyerinkveldkampweg ten noorden van het kasteel uitgevoerd en bij de Azelerbeek zijn enkele aanzetten te zien. De bedoeling van de weg is dat ze voerde langs alle belangrijke bezienswaardigheden en de uiterste grens van het park vormde.
Waardering
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Twickel van algemeen belang
- vanwege de herkenbaarheid van het middeleeuwse ontginningslandschap;
- vanwege het geometrische patroon van wegen, lanen en waterpartijen dat tot stand is gekomen in de 17de- en 18de eeuw;
- vanwege de bij de buitenplaats behorende aanleg in landschapsstijl waarin een aantal 17de- en 18de-eeuwse formele elementen gehandhaafd zijn en die als zodanig een gaaf voorbeeld is van een aanleg in landschapsstijl met een formele basis;
- als een zeldzaam gaaf voorbeeld van een aanleg van tuinarchitecten J.D. Zocher jr. (1830-1835) en E. Petzold (1885-1891);
- vanwege de neoformele oranjerietuin naar ontwerp van tuinarchitect Hugo Poortman uit het begin van de 20ste eeuw;
- vanwege de collectie pot- en kuipplanten;
- vanwege de rotstuin, als zodanig een typologisch belangrijk, gaaf bewaard en zeldzaam Nederlands voorbeeld in een omlijsting van borders, terassen en rotspartijen met gebruikmaking van oude bouwfragmenten, uit de jaren '30 van de 20ste eeuw;
- vanwege het belang van de aanleg voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur;
- vanwege de functioneel-ruimtelijke samenhang tussen de verschillende onderdelen van de buitenplaats.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
HISTORISCHE BUITENPLAATS TWICKEL
Omschrijving complex historische buitenplaats Twickel Het landgoed Twickel beslaat een gebied van ca.4000 hectare; de kern van het landgoed ligt bij Delden en wordt gevormd door het kasteel Twickel met bijgebouwen en de tuin en parkaanleg bij het kasteel en aan de oostzijde van de Twickelerlaan, het bos en de landschappelijke aanleg. Op 21 mei 1347 kocht Herman van Twickelo het huis Eysinc van Berend van Hulscher. Volgens overlevering liet hij naast deze boerderij een huis bouwen, dat in een akte uit het jaar 1389 voor het eerst met het huis 'te Twicloe' werd aangeduid. Beide genoemde gebouwen zijn niet meer aanwezig. Bij archeologisch onderzoek in 1978 werden op de binnenplaats van het huidige huis bouwresten aangetroffen van een laat-middeleeuws edelmanhuis. In het midden van de zestiende eeuw werd een begin gemaakt met de bouw van het huidige huis Twickel. De havezate bleef tot het midden van de twintigste eeuw in familiebezit van vier opeenvolgende adellijke geslachten Van Twickelo, Van Raesfelt, Van Wassenaer Obdam en Van Heeckeren van Wassenaer. Nadat het goed door huwelijk van Agnes van Twickelo met Gosen van Raesfelt in het bezit van dit geslacht kwam, vond er een 'erbauwing des Hauses Twickel' plaats, waarvoor in 1551 de eerste steen van de front vleugel werd gelegd. Tussen 1551 en 1572 werd het huidige kasteelfront met de linker hoektoren in Renaissancestijl gerealiseerd. Het was waarschijnlijk de bedoeling dat het kasteel een vierkant grondplan zou krijgen naar voorbeeld van het ouderlijk slot van Van Raesfelt; een Westfaalse waterburcht bestaande uit een vierkant omgracht gebouw met torens op de hoeken rondom een binnenplaats. Dit plan is echter nooit gerealiseerd. De kaart van Jacob van Deventer uit ca. 1560 laat een onregelmatig gebouwd complex zien rondom een binnenplein, dat is omringd door een dubbele omgrachting. Op deze kaart is geen tuinaanleg getekend, maar wel is de Twickelerlaan, het gedeelte tussen het huis en het kruispunt met de weg Delden - Borne, in structuur al aanwezig. In de eerste helft van de zeventiende eeuw werd het huis door Johan van Raesfelt de Jonge met een zuidelijke woonvleugel uitgebreid (1643). Deze liet tevens in 1647 een nieuw grachtenstelsel aanleggen. Een pentekening van Abraham de Haen (1727) toont de nieuwe zijvleugel en de zuidtoren bekroond met een torenspits, die echter in 1728 vervangen is voor een dakterras met stenen balustrade. Deze belvédère bood een mooi uitzicht over de nieuw aangelegde siertuinen in formele stijl. In 1847 werd de zuidtoren weer in oude staat terug gebracht. De tekening laat ook zien dat alle kruiskozijnen door schuifvensters zijn vervangen. De uitbreiding van de havezate met een poortgebouw kwam tot stand rond 1662 onder het beheer van Adolf Hendrik van Raesfelt; dit gebouw, bestaande uit een dubbele zandstenen toegangspoort en staande op het tweede eiland, gelegen in de binnenste gracht, werd in de achttiende eeuw vervangen. Een kaart uit deze tijd (1665/92) laat een besloten aanleg zien met voornamelijk moestuinen en boomgaarden, gesitueerd binnen de buitenste gracht en een lanenstelsel. Deze laatste twee elementen zijn nu nog goed herkenbaar. Evenals de op de kaart getekende, thans aanwezige, drie omgrachte onderdelen gevormd door de voorplaats, het voorplein en het huis. De siertuinen werden in een legger van Van Raesfelt (1681) aangeduid met 'parterhoff'. Tot het begin van de 18e eeuw zal de buitenplaats deze eenvoudige aanleg behouden. In het laatste decennium van de zeventiende-eeuw werd het kasteel aanzienlijk verfraaid en uitgebreid onder de leiding van Jacob van Wassenaer Obdam. Deze was sinds 1676 getrouwd met Adriana van Raesfelt. Hoewel zij vanwege verplichtingen in Den Haag woonden en Twickel als buitenverblijf gebruikten, besteedden zij veel aandacht aan huis en tuin. Hun testament van 1692 spreekt over 'huys of te slot Twickelo met de bogaerden, thuynen ende plantagien'. Stadhouderlijke architect Jacob Roman maakte het ontwerp van een uitbouw aan de achterzijde van de hoofdgevel, bestaande uit een galerij en twee hoekpaviljoens met inwendig een groot overkoepeld trappenhuis; daarnaast zijn ook verschillende interieurontwerpen voor betimmeringen, schoorstenen en plafonds van zijn hand. Het stucwerk werd door Johannes Sima en Jacob Husly uitgevoerd. Door verbouwingen in de periode 1896-1922 is veel van de zeventiende-eeuwse aankleding verdwenen. Naast deze bouwactiviteiten nam de belangstelling voor tuinaanleg steeds meer toe. Aan Daniël Marot werd de opdracht gegeven de tuinen te verfraaien. Van zijn hand is één tekening van de in totaal acht ontwerpen van parterres overgebleven. Op het bewaard gebleven ontwerp komt een spiegelboogvormige uitstulping in de buitengracht achter het huis voor die terug te vinden is op twee latere achttiende-eeuwse kaarten. Dit gegeven maakt het waarschijnlijk dat de ontwerpen, of een deel daarvan inderdaad zijn uitgevoerd. In ieder geval kwam voor het jaar 1715 een nieuwe tuin tot stand toen de 'gragten om den nieuwen hof' werden gegraven en de rekeningen spraken over de bouw van 'twee cascades, een fontein en lusthuizen in den hof'. Op de zgn. 'Grauwe kaart' uit het midden van de achttiende eeuw is de aanleg gerealiseerd. Deze geometrische aanleg werd bepaald door het formele, op de as van het huis gerichte, lanenstelsel (Twickelerlaan en de Kooidijk, het huidige Bornsevoetpad), het sterrenbos en de geometrische indeling van de tuinen rondom het huis. De tuinen werden door Abraham de Haen 'deftige plantagsien' genoemd (1730). In deze tijd verhuisde de moestuin naar de overzijde van de Twickelerlaan. Door Petzold werd de moestuin aan het eind van de negentiende eeuw nogmaals verplaatst naar een terrein ten noorden van de weg Delden-Borne. Een onderdeel van de formele aanleg was de oranjerie waarvan een instructieboek van Unico Wilhelm van Wassenaer Obdam voor de rentmeester uit 1760 voor het eerst melding maakte. Op de Hottingerkaart uit ca. 1783 werd de segmentvormige oranjerie ten noorden van het huis voor het eerst aangegeven; thans staat de oranjerie, na enkele uitbreidingen, nog op dezelfde plaats. Het voorplein werd ingericht naar het classicistische concept: door de nieuwe symmetrisch geplaatste bouwhuizen aan weerszijden van het plein voor het huis, nu nog zo aanwezig, kreeg het een open karakter. In de rentmeestersrekeningen van 1736 werd van de bouw van de bouwhuizen al melding van gemaakt, maar deze werd pas in 1761 afgerond. In 1771 laat de nieuwe eigenaar graaf Carel George van Wassenaer Obdam de 11 kilometer lange Twickelervaart tussen Delden en de Regge graven om het vervoer van producten van de opkomende Twentse textiel te bevorderen. Aan het eind van de achttiende eeuw deed onder zijn beheer de landschapsstijl haar intrede (Hottingerkaart 1783). Het park aan de zuidzijde van het huis kreeg een aanleg met slingerpaden en ten noorden van het huis werd een hertenweide, de zgn. wildbaan, aangelegd (1769). De eendenkooi gelegen aan de Kooidijk werd vergraven tot een waterpartij met een eilandje in het midden. Eveneens werd de Twickelerlaan met eiken en dennen opnieuw beplant. Aan het eind van de achttiende eeuw was de landschapsstijl volledig doorgevoerd zoals weergegeven staat op het 'Plan van de situatie des huyses Twickel met de geheele Wildbaan d'Orangerie, Engelsch Bosch en een gedeelte der hoven daarin begreepen' van Hartmeijer (1794). De bassins achter het huis werden vergraven tot een grote grillig gevormde waterpartij en een romantische wandeling leidde langs verspreid in het park liggende pittoreske tuinpriëlen en paviljoens. Op de kaart wordt een 'onderaardsche gang na de ijskelder' aangegeven. Deze aanleg in vroege landschapsstijl met bijbehorende onderdelen is nog terug te vinden: in de noordwest hoek van het park het Bergje en nabijgelegen vijver, 'het Fonteingat'; in minder grillige vorm de grote vijverpartij met eilandje; de wildbaan, hoewel iets verplaatst nog steeds aanwezig; het Engelse bos met beuken (ca.200 jaar) en de huidige parkhut die een verbouwing is van het 'huisje aan de Maas'. In het midden van de negentiende eeuw vond er een flinke uitbreiding van het grondbezit van Twickel plaats door de verdeling van marken. Er werden veel nieuwe boerderijen op het landgoed gebouwd en bestaande boerderijen verbouwd. De landgoedeigenaar J.D.C. van Heeckeren van Wassenaer volgde hierbij de in de rentmeestersinstructie van de in 1760 vastgelegde bouwverordening, die voorschreef dat de boerderijen en schuren gebouwd moesten worden met daken met wolfseinden en met zandstenen plinten in de buitengevels. De genoemde elementen bepalen nog steeds het karakteristieke uiterlijk van de Twickeler boerderijen. In deze periode waren er verschillende bouwactiviteiten; de bepleistering van het front van het kasteel in 1830 (1894 weer ontpleisterd), de verbouwing van de oranjerie door J.D. Zocher jr. in 1830 (deze maakte ook ontwerpen voor een tempel, ananaskas, ijskelder en menagerie) en in 1847 de bouw van de Noordtoren naar het ontwerp van de Engelse architect Robert Hesketh. De grillige lijnen van de vroeg-landschappelijke aanleg werden onder leiding van Zocher rond 1830 gemoderniseerd door de vergroting van de vijverpartij met gebogen vormen, het tot ruimere curven verlopen van de wandelpaden en de afwisseling van open weiden en solitairen, zoals thans nog grotendeels aanwezig is (zgn. 'percelenkaart' uit 1874). Zijn zoon L.P. Zocher, gaf in 1871 een gebied in het overpark, De Breeriet, opnieuw vorm. Deze parkaanleg is onlangs hersteld. Van 1841 tot 1850 waren de tuinarchitecten H. van Lunteren & Zoon regelmatig op Twickel werkzaam. Zij maakten enkele ontwerpen voor de oranjerietuin, waarvan waarschijnlijk één is uitgevoerd. In 1886 wordt een begin gemaakt met de aanleg van een geometrisch ingerichte oranjerietuin waartoe de Franse tuinarchitect Edouard André enkele ontwerpen leverde, die enkele jaren later door Hugo Poortman weer werden aangepast. De formele tuin is wat vereenvoudigd, doch de eenheid van aanleg, snoeivormbomen en de bijzondere collectie kuipplanten is thans nog aanwezig. Belangrijke moderniseringen van de buitenplaats vonden plaats onder het beheer Rodolphe Frédéric van Heeckeren van Wassenaer. Door hem werd de landschapsarchitect E. Petzold aangetrokken, die de parkaanleg van Zocher met meer bijzondere boomsoorten verrijkte, een grote variëteit aan doorzichten schiep en plannen maakte voor een Umfahrungsweg rondom het landgoed. Het interieur werd ingrijpend in neostijl door W.S. Weatherley en M.J. Theunissen gewijzigd. In 1894 werd een waterleiding aangelegd en in 1912 een elektrisch net. Barones van Heeckeren van Wassenaer, de laatste vrouwe van Twickel, bracht in 1953 de bezittingen onder in een stichting om het landgoed in stand te houden en te beheren. Het huis wordt nu nog deels bewoond.
Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven. De omgrenzing omvat het kasteel met bijbehorende park, de lanenstructuur (Twickelerlaan) en de deels aangelegde Umfahrungsweg van tuinarchitect Petzold; de rondweg om Delden vormt een harde grens aan de zuidzijde, een klein deel aan de overzijde van deze weg is om cultuurhistorische redenen bij de omgrenzing getrokken alhoewel de eenheid door deze rondweg is verstoord; het betreft de door Petzold ontworpen wandeling tussen het station en het park.
De historische buitenplaats Twickel is uit de volgende onderdelen opgebouwd: 1. hoofdgebouw (Twickel), zie voor omschrijving hierna; 2. historische tuin- en parkaanleg, zie idem; 3. noordelijk bouwhuis, zie idem; 4. zuidelijk bouwhuis, zie idem; 5. toegangsbrug over binnengracht, zie idem; 6. ophaalbrug met hek over buitengracht, zie idem; 7. keermuur voorplein, zie idem; 8. brug over gracht achterzijde, zie idem; 9. kademuur buitengracht aan parkzijde, zie idem; 10. keermuur en balustrade met tuinvazen achterplaats, zie idem; 11. buste achterplaats, zie idem; 12. zonnewijzer achterplaats, zie idem; 13. tuinvazen achterplaats, zie idem; 14. leeuwen voorplein, zie idem; 15. zolenschrapers voorplein, zie idem; 16. balustrade met tuinvazen en fonteinbak voorplein, zie idem; 17. tuinvazen voor ingangspartij bouwhuizen, zie idem; 18. tuinvazen voor hoek bouwhuizen, zie idem; 19. kanonnen voorplein, zie idem; 20. brug met tuinvazen, toegangshek en keermuren naar park, zie idem; 21. tuinvazen op sokkel voorplaats, zie idem; 22. hekwerk voorplaats, zie idem; 23. hekwerk rondom parkaanleg, zie idem; 24. parkhut, zie idem; 25. prieel met botenhuisje, zie idem; 26. tuinvazen achterzijde, zie idem; 27. houten brug over grote vijver, zie idem; 28. toegangshek oranjerie, zie idem; 29. oranjerie, zie idem; 30. tuinbanken oranjerietuin, zie idem; 31. sokkel oranjerietuin, zie idem; 32. tuinbeelden oranjerietuin, zie idem; 33. tuinvazen oranjerietuin, zie idem; 34. hek tussen oranjerie- en rotstuin, zie idem; 35. tuinvazen oranjerietuin, zie idem; 36. zonnewijzer voor oranjerie, zie idem; 37. inrichting oranjerietuin met trappen en fonteinkom, zie idem; 38. tuinvazen oranjerietuin, zie idem; 39. tuinornament, zie idem; 40. tuinvaas oranjerietuin, zie idem; 41. tuinbank rotstuin, zie idem; 42. tuinbeelden rotstuin, zie idem; 43. tuinvazen rotstuin, zie idem; 44. bouwfragmenten en trapje rotstuin, zie idem; 45. zonnewijzer rotstuin, zie idem; 46. houten schuur rotstuin, zie idem; 47. stenen tuinbank rotstuin, zie idem; 48. inrichting hertenkamp (hek en schuur), zie idem; 49. ijskelder, zie idem; 50. eikelschuur, zie idem; 51. tuinkraan rozentuin, zie idem; 52. tuinvazen rozentuin, zie idem; 53. rentmeesterij (mon.nr. 507802), zie idem; 54. houten paardenschuur werkplaats (mon.nr. 507803), zie idem; 55. pomp werkplaats (mon.nr. 507804), zie idem; 56. boerderij 'Braamrot' (mon.nr. 507806), zie idem; 57. moestuinmuur, zie idem; 58. kas 'Iron House' moestuin (mon.nr. 507783), zie idem; 59. anjerkas moestuin (mon.nr. 507784), zie idem; 60. pits en bakken moestuin (mon.nr. 507782), zie idem; 61. schaapskooi 't schaap'n schot', zie idem; 62. jachtopzienershuis 'Casa Nova' met schuur (mon.nr. 507810), zie idem; 63. boerderij 'Bornse hoeve' met schuur, zie idem; 64. gedenksteen, zie idem; 65. huis 'Borner Braak' met schuur, zie idem; 66. boerderij 'Olieslager' met schuren, hooiberg en put, zie idem; 67. boerderij 'Voortman' met schuur en bakhuisje (mon.nr. 507796), zie idem; 68. Noordmolen met stuw, waterrad en keermuur, zie idem; 69. watertoren (mon.nr. 507505), zie idem; 70. boerderij 'Brincate', zie idem. 71. kademuur met duiker, zie idem; 72. bruggetje, zie idem; 73. boerderij 'Erve De Haar', zie idem; 74. boerderij 'Arke' met schuur, zie idem; 75. boerderij 'Delta' met schuren, zie idem; 76. gedenksteen, zie idem; 77. boerderij Bruggeman (mon.nr. 507502), zie idem; 78. huis 't Eysink, zie idem; 79. huis 'Bagatelle' (mon.nr. 507508), zie idem.
De historische buitenplaats Twickel is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang - vanwege het hoofdgebouw met zijn bijzondere Renaissance voorgevel; - vanwege de bij de buitenplaats behorende parkaanleg in landschapsstijl, die een representatief en gaaf voorbeeld is van het werk van de landschapsarchitecten J.D. Zocher jr. en C.E.A. Petzold; - vanwege het complex van de bouwkundige onderdelen en parkaanleg; - vanwege het feit dat Twickel een van de grootste en in cultuur-historisch opzicht de meest gevarieerde en het rijkste aangekleed is vergeleken met de overige buitenplaatsen in Nederland.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Twickelerlaan | 1 | a | 7495 VG | Ambt Delden | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 1304 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2147 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1298 | – | Ambt-Delden |
– | B | 835 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1288 | – | Ambt-Delden |
– | B | 465 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1285 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1281 | – | Ambt-Delden |
– | B | 474 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1347 | – | Ambt-Delden |
– | B | 441 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1904 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1026 | – | Ambt-Delden |
– | B | 409 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1116 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1324 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1287 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1936 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1280 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1945 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1083 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1316 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1070 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2093 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1333 | – | Ambt-Delden |
– | B | 421 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1785 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1581 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1351 | – | Ambt-Delden |
– | B | 505 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1066 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1095 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1587 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2148 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1315 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1275 | – | Ambt-Delden |
– | B | 341 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1271 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1345 | – | Ambt-Delden |
– | B | 235 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2099 | – | Ambt-Delden |
– | B | 349 | – | Ambt-Delden |
– | B | 345 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1786 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1093 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1079 | – | Ambt-Delden |
– | B | 344 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1069 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1068 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1056 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1065 | – | Ambt-Delden |
– | B | 342 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1105 | – | Ambt-Delden |
– | B | 404 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1064 | – | Ambt-Delden |
– | B | 346 | – | Ambt-Delden |
– | B | 390 | – | Ambt-Delden |
– | B | 361 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1286 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1063 | – | Ambt-Delden |
– | B | 837 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1653 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1265 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1055 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1131 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2100 | – | Ambt-Delden |
– | B | 357 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1879 | – | Ambt-Delden |
– | B | 402 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1274 | – | Ambt-Delden |
– | B | 411 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1269 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1580 | – | Ambt-Delden |
– | B | 389 | – | Ambt-Delden |
– | B | 472 | – | Ambt-Delden |
– | B | 356 | – | Ambt-Delden |
– | B | 236 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1272 | – | Ambt-Delden |
– | B | 434 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1273 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1319 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1320 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1332 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1783 | – | Ambt-Delden |
– | B | 423 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1346 | – | Ambt-Delden |
– | B | 401 | – | Ambt-Delden |
– | B | 413 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1321 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1097 | – | Ambt-Delden |
– | B | 412 | – | Ambt-Delden |
– | B | 466 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1353 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1270 | – | Ambt-Delden |
– | B | 435 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1297 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1940 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1384 | – | Ambt-Delden |
– | B | 475 | – | Ambt-Delden |
– | B | 470 | – | Ambt-Delden |
– | B | 343 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1126 | – | Ambt-Delden |
– | B | 477 | – | Ambt-Delden |
– | B | 494 | – | Ambt-Delden |
– | B | 501 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1767 | – | Ambt-Delden |
– | B | 495 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1366 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1880 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1941 | – | Ambt-Delden |
– | B | 415 | – | Ambt-Delden |
– | B | 398 | – | Ambt-Delden |
– | B | 397 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1132 | – | Ambt-Delden |
– | B | 400 | – | Ambt-Delden |
– | B | 403 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1370 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2144 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1768 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1108 | – | Ambt-Delden |
– | B | 482 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1724 | – | Ambt-Delden |
– | B | 417 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1588 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1586 | – | Ambt-Delden |
– | B | 431 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1115 | – | Ambt-Delden |
– | B | 849 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1725 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1770 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2145 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1784 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1391 | – | Ambt-Delden |
– | B | 493 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1289 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1390 | – | Ambt-Delden |
– | B | 729 | – | Ambt-Delden |
– | B | 427 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1129 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1964 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1252 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1096 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1067 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1579 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1578 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1054 | – | Ambt-Delden |
– | B | 834 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1053 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1511 | – | Ambt-Delden |
– | B | 416 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1051 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1267 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1948 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1107 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2095 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1277 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1392 | – | Ambt-Delden |
– | B | 492 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1293 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1368 | – | Ambt-Delden |
– | B | 384 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2050 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1278 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1944 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1302 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1284 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1279 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2098 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1583 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1077 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2143 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2221 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1881 | – | Ambt-Delden |
– | B | 358 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1582 | – | Ambt-Delden |
– | B | 399 | – | Ambt-Delden |
– | B | 422 | – | Ambt-Delden |
– | B | 490 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1290 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1883 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2146 | – | Ambt-Delden |
– | B | 489 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2223 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1367 | – | Ambt-Delden |
– | B | 237 | – | Ambt-Delden |
– | B | 362 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1372 | – | Ambt-Delden |
– | B | 426 | – | Ambt-Delden |
– | B | 473 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1937 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1373 | – | Ambt-Delden |
– | B | 491 | – | Ambt-Delden |
– | B | 471 | – | Ambt-Delden |
– | B | 735 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1769 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1276 | – | Ambt-Delden |
– | B | 425 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1343 | – | Ambt-Delden |
– | B | 733 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1739 | – | Ambt-Delden |
– | B | 391 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1585 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1322 | – | Ambt-Delden |
– | B | 405 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1352 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1291 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1344 | – | Ambt-Delden |
– | B | 410 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1318 | – | Ambt-Delden |
– | B | 414 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1130 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1878 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1292 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1303 | – | Ambt-Delden |
– | B | 424 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1294 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1296 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1938 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1772 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1905 | – | Ambt-Delden |
– | B | 433 | – | Ambt-Delden |
– | B | 1317 | – | Ambt-Delden |
– | B | 2222 | – | Ambt-Delden |
– | I | 263 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1965 | – | Ambt-Delden |
– | I | 268 | – | Ambt-Delden |
– | I | 269 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1968 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1856 | – | Ambt-Delden |
– | I | 274 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1700 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1284 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1967 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1990 | – | Ambt-Delden |
– | I | 964 | – | Ambt-Delden |
– | I | 262 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1858 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1754 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1753 | – | Ambt-Delden |
– | I | 122 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1710 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1747 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1857 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1989 | – | Ambt-Delden |
– | I | 962 | – | Ambt-Delden |
– | I | 1701 | – | Ambt-Delden |
– | A | 8228 | – | Stad-Delden |
– | A | 5886 | – | Stad-Delden |
– | A | 7624 | – | Stad-Delden |
– | A | 5158 | – | Stad-Delden |
– | A | 8839 | – | Stad-Delden |
– | A | 8407 | – | Stad-Delden |
– | A | 3363 | – | Stad-Delden |
– | A | 2271 | – | Stad-Delden |
– | A | 8260 | – | Stad-Delden |
– | A | 9635 | – | Stad-Delden |
– | A | 1860 | – | Stad-Delden |
– | A | 8258 | – | Stad-Delden |
– | A | 8261 | – | Stad-Delden |
– | A | 8162 | – | Stad-Delden |
– | A | 9584 | – | Stad-Delden |
– | A | 6535 | – | Stad-Delden |
– | A | 6351 | – | Stad-Delden |
– | A | 7625 | – | Stad-Delden |
– | A | 8259 | – | Stad-Delden |
– | A | 9636 | – | Stad-Delden |
– | A | 8837 | – | Stad-Delden |
– | A | 8104 | – | Stad-Delden |
– | A | 6533 | – | Stad-Delden |
– | A | 9561 | – | Stad-Delden |
– | A | 8577 | – | Stad-Delden |
– | A | 8255 | – | Stad-Delden |
– | A | 8257 | – | Stad-Delden |
– | A | 8232 | – | Stad-Delden |
– | A | 8838 | – | Stad-Delden |
– | A | 7269 | – | Stad-Delden |
– | A | 8840 | – | Stad-Delden |
– | A | 6519 | – | Stad-Delden |
– | A | 8233 | – | Stad-Delden |
– | A | 8269 | – | Stad-Delden |
– | A | 7623 | – | Stad-Delden |
– | A | 2658 | – | Stad-Delden |
– | A | 5080 | – | Stad-Delden |
– | A | 8406 | – | Stad-Delden |
– | A | 8253 | – | Stad-Delden |
– | A | 8254 | – | Stad-Delden |
– | A | 1859 | – | Stad-Delden |
– | A | 2264 | – | Stad-Delden |
– | A | 2263 | – | Stad-Delden |