Inleiding

BOERDERIJ uit 1938. De architectuur van de boerderij is een typerend product van de zoektocht naar vernieuwingen in die periode. In een tijd van bedrijfsmatige moderniseringen werd vaak vanuit tradtionele regionale typen gezocht naar een modern uiterlijk. Aan deze boerderij zijn zowel elementen van het hallenhuistype als van het Groninger boerderijtype te herkennen als inspiratiebron.

De boerderij ligt op een erf met hoefijzervormige oprijlaan en solitaire bomen. Op het erf staan twee eenvoudige schuren onder zadeldaken, een met onderschoer, een met gevelbeschot. De schuren zijn van belang voor het erf maar voor bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang.

Omschrijving

Boerderij met krimpen onder met Hollandse pannen gedekt zadeldak. Op de scheiding tussen woon- en bedrijfsgedeelte een schoorsteen op de nok. Woongedeelte opgetrokken over twee bouwlagen. Gevels van machinale rode baksteen met trasraam van donkerbruine baksteen.

De voorgevel van het woongedeelte (N) is volledig symmetrisch. De terugspringende entree met stoep is centraal geplaatst onder een luifel. Aan weerszijden is een drieledige vensterpartij geplaatst met vierruits vensters met tweeruits bovenlichten. Op de verdieping centraal een tweeledige vensterpartij, geflankeerd door twee drieledige vensterpartijen, allen met vierruits venster. In de geveltop twee liggende zesruits vensters gescheiden door een halfrond uitgemetselde deelzuiltje, met daarop een kruis tegen het gevelvlak geplaatst. De aanzetten van de topgevel zijn geaccentueerd in natuursteen.

In de linker zijgevel (O) rechts een venster met vierruitsvensters en tweeruits bovenlichten en links de keuken met een deur en twee vierruits vensters met smalle bovenlichten. Op de verdieping drie vierruits vensters.

In de rechter zijgevel (W) van het woongedeelte op de begane grond twee vensterpartijen met vierruits vensters en tweeruits bovenlichten. Op de verdieping dezelfde vensterpartijen echter zonder bovenlichten.

In de hoofdgevel van het bedrijfsgedeelte (Z) is centraal in het gevelvlak een dubbele laaddeur geplaatst met aan weerszijden eenruitsvensters. Daaronder twee tweeruits stalramen. Erboven in de topgevel een driehoekig venster. Links in de gevel de baanderdeuren onder een korfboog met links een tweeruits stalraam. Rechts in de gevel drie rechtgesloten staldeuren.

De hemelwaterafvoer rechts langs de gevel is van latere datum. De zijgevels van het bedrijfsgedeelte zijn voorzien van tweeruits stalramen, rechts afgewisseld met twee staldeuren. In de kopgevels van de krimpen zitten deuren; in de oostgevel is deze overhoeks geplaatst onder een luifel met verjongende hoekkolom.

Het interieur is sober, doch stijlvol uitgevoerd en verkeert nog in originele staat. De keuken is voorzien van roomwitte tegels. Ook het bedrijfsgedeelte verkeert, op enkele kleine wijzigingen na, nog in originele staat.

Waardering

Boerderij van architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang:

- als typerend voor beeld van de vernieuwing in de boerderijbouw in de jaren 1930.

- vanwege de functionele en ruimtelijke relatie met de andere gebouwen op het erf

- de gaafheid van in- en exterieur