Inleiding

Grote bakstenen langsdeelschuur, op rechthoekige plattegrond, in oorsprong daterend uit omstreeks 1800 en gedekt met een aan twee zijden afgewolfd dak met blauwe en rode (mulden)pannen en oud Hollandse pannen.

Omschrijving

De oostelijke langsgevel heeft in het midden een toegangsdeur en telt vier vierkante luiken. In beide kopgevels (noord en zuid) bevinden zich grote inrijdeuren (later vernieuwd), de westelijke langsgevel is w.b. het middendeel in betonsteen opgetrokken en bezit nog drie oorspronkelijke luikopeningen waarvan één met diefijzers. De noordgevel bevat naast de inrijdeur aan de rechterkant twee kleine, vierkante kozijntjes waarvan één onder een toog (links), het tweede is boven een dichtgezette nis onder keperboog geplaatst; deze gevel is net als de zuidgevel met vlechtingen uitgevoerd. Het baksteenformaat meet 24,8/25x11/11,8x6 cm.; tien lagen in 74 cm.; kruisverband. Inwendig verdelen zes eiken etagegebinten de schuur in zeven vakken (lengterichting) terwijl de op gemetselde poeren staande gebintstijlen een indeling in drieën bewerkstelligen (breedterichting). In de tweede travee (gerekend vanuit het noorden) staat een restant van een laag bakstenen muurtje waarop oorspronkelijk de gebintstijlen stonden. Telmerken op de gebintstijlen: gegutste amandeltjes (west) en gehakte rechte merken (oost). In de breedterichting zijn de stijlen van de etagegebinten door middel van twee ankerbalken boven elkaar verbonden; daarbij is de bovenste balk aan één zijde opgelegd met een overstek van circa 1.50 meter. In de lengterichting zijn de gebinten aan één zijde door middel van gebintkoppelbalken met elkaar verbonden. De gebintconstructie is blijkens sporen met de dissel bewerkt, het schaarspant op de gebinten is vrijwel zeker jonger en gezaagd. Verder bevat de schuur een zogeheten knechtenkamer (noord, verdieping).

Waardering

De langsdeelschuur uit omstreeks 1800 is in hoofdvorm, constructie (baksteen, hout) en indeling gaaf en herkenbaar behouden gebleven en vertegenwoordigt voor de geschiedenis van de bouwkunst ouderdoms- en zeldzaamheidswaarde, waarden die als gevolg van oorlogsschade in dit deel van Nederland nadrukkelijk worden ervaren. De agrarisch-historisch gebruiksvormen van de langsdeelschuur (opslag, dorsen, in- en uitrijdende wagens, woonvoorziening en waarschijnlijk ook veestalling) komen leesbaar tot uitdrukking hetgeen documentaire waarde voor de geschiedenis van het leven en werken op het platteland inhoudt. Voor de bouwhistorie ligt opmerkelijk belang besloten in de gaafheid en volledigheid van zowel metselwerk als houtconstructie. De landelijke situering - met in de nabijheid een boerderij (niet wettelijk beschermd) en de rivier de Niers - draagt in belangwekkende mate bij aan de historische beleving van de langsdeelschuur. De inwendige ruimte laat zich als gevolg van dimensies (ruim 30x13x10 meter) en constructieve elementen als een bijzondere architectonische ervaring opnemen. Op basis van de gememoreerde hoedanigheden wordt aan de langsdeelschuur nationaal belang toegekend.