Leidsevaartweg 1, Heemstede
Inleiding
GEBOUW VOOR DE BLOEMBOLLENCULTUUR, gebouwd tussen 1924 en 1928 door architect J. Zietsma volgens een stijl die de strakke variant van de Amsterdamse School genoemd kan worden. Het pand is gesitueerd aan de Leidsevaartweg, die ten oosten van de spoorlijn Leiden-Haarlem loopt, ongeveer vier kilometer ten zuiden van het station Heemstede/Aerdenhout. Het complex is geplaatst op de smalle strook grond tussen Leidsevaart en spoorlijn en wordt omgeven door een tuin. Vanaf 1957 zijn enkele wijzigingen aangebracht die de monumentale waarde van het geheel evenwel niet hebben geschaad.
Omschrijving
Het complex is gebouwd op een langgerekte, rechthoekige plattegrond met in het midden een gedeelte dat aan voor- en achterzijde iets uitsteekt en hoger is opgetrokken dan de rest van het gebouw. Het hele ontwerp is in blokken verdeeld van verschillende hoogte. Elk blok heeft een eigen functie. In het midden bevindt zich aan de voorzijde (oost) een trappenhuisblok dat zich naar achteren verbreedt in een voormalig directie/kantoorgedeelte. De twee vleugels zijn onderverdeeld in een pakplaatsblok ter weerszijden van het trappenhuis en droogruimtes ter weerszijden van het directie/kantoorblok. De droogruimten hebben langs de zijkanten een arcade. In het oorspronkelijke directie kantoorgedeelte bevond zich in 1986 een woning. Het complex is opgetrokken met behulp van een ijzeren constructie, die bestaat uit een geraamte van kolommen met hoofdliggers en gordingen, en bruine baksteen in kettingverband, op sommige plaatsen in decoratief metselverband, onder meer in de bogen bij de hoofdingang en in de muurdammen tussen de vensters hierboven.
Het middendeel bestaat uit twee bouwlagen; de beide zijvleugels uit één bouwlaag; het geheel afgedekt met platte daken en voorzien van een hoge borstwering waarop een natuurstenen lijst met daaronder een rand van siermetselwerk. Voor het middendeel (oost) is een overdekte doorgang gemaakt. Deze heeft aan de voorzijde drie gemetselde boogopeningen en aan de zijkanten een enkele boog. Op deze doorgang bevindt zich tegenwoordig een balkon. De muur waar de doorgang tegenaan staat heeft ook drie bogen. De middelste bevat de voordeur; links en rechts hiervan zijn de bogen dichtgemaakt in siermetselwerk. Het middenblok heeft op de verdieping een vooruitspringend gedeelte met daarin vijf smalle, lange verticale vensteropeningen, waartussen naar voren stekende muurdammen geplaatst zijn. Het middelste raam is door een houten deur vervangen, de andere ramen zijn nog intact en bevatten stalen kozijnen. Boven de vensteropeningen is een overstek van natuursteen aangebracht. Ter hoogte van het balkon bevindt zich links en rechts van de vijf ramen een vensterstrook met een vierkant raam aan de voorzijde en drie gelijksoortige ramen langs de zijkanten van het middenblok; deze zijn voorzien van nieuwe houten kozijnen.
Van de zijvleugels is de linker nog grotendeels oorspronkelijk (de rechter langgerekte zijvleugel is verbouwd en vergroot waardoor de symmetrie enigszins is verstoord). De beschrijving beperkt zich dan ook tot het linker gedeelte. Dit smalle langgerekte bouwblok ligt iets terug ten opzichte van het middengebouw. Gedeeltelijk ervoor, tegen het middendeel aan, is een lager blok geplaatst (dit blok is vergroot in 1957). Zowel in dit uitspringende deel als in het overige van de zijvleugel bevindt zich een reeks ramen, waaronder een doorlopende, smalle plantenbak is geplaatst. Het enkele raam in het uitspringende gedeelte is nieuw, het venster met beneden- en bovenraam in het overige deel is oorspronkelijk. Tussen deze ramen zijn uitspringende muurdammen geplaatst met daarboven een sluitsteen van natuursteen. Links en rechts in deze vleugel bevindt zich een deuropening waardoor oorspronkelijk de rails ten behoeve van het vervoer van de bollen naar buiten kwamen.
De rechter deur (evenals de linker deur in de rechter zijvleugel) is ten behoeve van de vergroting van de uitbouw verplaatst. Boven de deuren: een luifel en steunpunten van natuursteen.
De zuidgevel bevat in het rechterdeel een zelfde deur met vensters ter weerszijden; de plantenbak loopt om de hoek door. In het linker deel van deze gevel is vóór de oorspronkelijke boogopeningen van de arcade (vijf) een muur met vijf garagedeuren geplaatst. De bogen hebben hetzelfde siermetselwerk als de bogen van de overdekte doorgang aan de voorzijde van het complex. De rechter zijgevel van het complex (noord) is door ver- en aanbouw verdwenen.
De achtergevel (west) is een bedrijfsgevel in tegenstelling tot de representatieve voorgevel. Aan deze kant bevindt zich in het midden van de verdieping de directeurskamer die, over de spoorlijn heen, uitzicht biedt op bollenvelden die oorspronkelijk bij het bedrijf hoorden. De beschrijving van de achtergevel loopt van zuid naar noord. De zuidelijke hoek wordt gevormd door een naar voren springend gedeelte van de arcade van de zijgevel, oorspronkelijk open, later met metselwerk en een raam dichtgezet. Op dit naar voren springende gedeelte ligt een overstekende lijst van gewapend beton die doorloopt tot de linkerkant van de achtergevel. Deze lijst volgt het verspringen van de gevelblokken en springt dan ook bij deze hoek uit ten opzichte van het terugliggende, langgerekte, lage blok dat tot aan het middendeel van het complex loopt. In dit lage blok bevinden zich op regelmatige afstand van elkaar vier deuropeningen waardoor oorspronkelijk de rails naar buiten kwamen ten behoeve van het vervoer van de bollen. De deuren in deze openingen zijn later door nieuwe vervangen. Tussen de deuropeningen telkens twee ramen, elk met twee horizontale roeden, en muurdammen. Tegen het middendeel aan, op de plaats waar oorspronkelijk een vijfde, gelijksoortige deur was aangebracht, bevindt zich nu een kleinere deur; de ramen rechts daarvan zijn dichtgemaakt. Het middendeel springt op de begane grond naar voren en bevatte oorspronkelijk in het midden een gedeelte van de centrale verwarmingshal, ter weerszijden daarvan opslagruimten en op de hoeken trappen, die naar het boven gelegen terras van het directie/kantoorblok leidden; alleen de linker trap is bewaard gebleven. De gevels van beide opslagruimten hebben onder meer siermetselwerk, een deur (gelijk aan die van de rechter zijgevel) en smalle verticale ramen met uitstekende muurdammen daartussen. In het linker deel is het merendeel van deze ramen dichtgemetseld. Midden voor het uitspringend gedeelte is een doorgang geplaatst, waar de rails onderdoor liepen. Deze doorgang wordt gevormd door vier bakstenen pijlers waarop het terras van de directiekamer rust. De verdieping van het middendeel bestaat uit twee voormalige kantoorblokken ter weerszijden van de gedeeltelijk iets teruggelegen en hoger opgaande directiekamer. In de kantoorblokken is de oorspronkelijke vensterindeling grotendeels bewaard gebleven; de ramen zijn evenwel vernieuwd bij de verbouw tot woning. De directiekamer heeft drie dubbele deuren tussen vier muurdammen, bekroond door een overstek van gewapend beton. Daarboven springt, met uitzondering van de muurdammen, het gevelvlak terug en heeft tussen de muurdammen drie vensters. Ter weerszijden van het directieblok is een schoorsteen geplaatst. In de vleugel links van het middenblok zijn nog enkele oorspronkelijke ramen en deuren te zien. De lijst van gewapend beton is hier weggeslagen om plaats te maken voor een silo die daardoor een gedeelte van de gevel min of meer aan het zicht onttrekt.
Net als het gebouw was de tuin ook geheel symmetrisch van opzet. De tuin was zeer belangrijk in het ontwerp als functie aanduiding (gebouw voor de bloembollencultuur). Van de oorspronkelijke tuinaanleg zijn, met name aan de oost- en zuidzijde, belangrijke delen bewaard gebleven.
Het terrein aan de Leidsevaartweg is afgebakend door een bakstenen omheining. In 1926 heeft Zietsma ook hiervoor het ontwerp geleverd. Rechts voor het complex heeft de muur een opening tussen twee zware pijlers; op dezelfde plaats aan de linkerkant is de doorgang later dichtgemaakt. Op het muurwerk bevindt zich tegenwoordig een ijzeren hek. De hoofdingang in de muur wordt gevormd door vier grote bakstenen pijlers met siermetselwerk. Alleen tussen de binnenste twee is een doorgang; de andere twee openingen zijn dichtgemaakt. Aan de achterzijde zijn tegen de vier pijlers bloembakken gemetseld.
Het interieur van het directie/kantoorgedeelte werd in 1935 tot woning verbouwd. Van de oorspronkelijke indeling zijn evenwel belangrijke delen bewaard gebleven, zoals de directiekamer en het trappenhuis aan de voorzijde op de begane grond.
Waardering
Het gebouw voor bloembollencultuur is van architectuurhistorische betekenis:
- als representatief voorbeeld van baksteenarchitectuur uit de jaren twintig van de 20ste eeuw, ook wel strakke variant of tweede generatie van de Amsterdamse school genoemd, vanwege het accent op het ontwerpen vanuit een totaal-conceptie, op het ambachtelijke en de toepassing van decoratieve metselverbanden, gecombineerd met invloeden van Frank Lloyd Wright;
- als zeldzaam voorbeeld van de toepassing van een dergelijke architectuur bij een bloembollengebouw, bedoeld om de welstand van het bedrijf tot uitdrukking te brengen;
- vanwege de grotendeels gave hoofdvorm en detaillering.
Het complex is van cultuurhistorische betekenis als element uit de geschiedenis van handel en industrie in Nederland, in casu de bloembollenteelt in Zuid-Kennemerland, waarbij een voor die tijd zeer moderne bedrijfsvoering werd toegepast.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Tuin | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | – |
Bollenschuur | Boerderijen, molens en bedrijven | Boerderij (M) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Leidsevaartweg | 1 | – | 2106 NA | Heemstede | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 4973 | – | Heemstede |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1924 | 1928 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Zietsma, J. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |