Inleiding

RENTENIERSWONING met aangebouwde SCHUUR, waarschijnlijk omstreeks 1908 gebouwd en opgetrokken in een stijl die kenmerken vertoont van de Overgangsarchitectuur. In het interieur zijn Art Nouveau kenmerken herkenbaar. Het pand is gelegen aan de Mernaweg die de twee buurtschappen Wehe in het westen en Den Hoorn in het oosten met elkaar verbindt. In de periode 1900-1940 raakte de Mernaweg aan weerszijden bebouwd met villa's en rentenierswoningen.

De rentenierswoning heeft zowel wat het exterieur als het interieur betreft weinig veranderingen ondergaan. Rond 1935 is er centrale verwarming aangelegd, in 1960 is er aan de westzijde van de schuur een garage aangebouwd en in de jaren zestig is de keuken vernieuwd. Deze jonge elementen vallen buiten de bescherming.

Omschrijving

Deels onderkelderde RENTENIERSWONING op rechthoekige plattegrond met aangebouwde serre aan oostzijde en aangebouwde schuur aan zuidzijde. Gepleisterde gevels hebben trasraam van gesinterde steen; in pleisterwerk van gevels zijn ter hoogte van middendorpels van vensters gevelbanden uitgesneden; boven vensters en onder goot gevelband van rode baksteen in siermetselverband. Pand heeft afgeplat schilddak gedekt met geglazuurde oranje tuiles du nord; aan zuidzijde geglazuurde oranje en bruine tuiles du nord; op elke hoek een gepleisterde schoorsteen; in oostelijk en westelijk dakschild een houten dakkapel bekroond door driehoekig fronton. Brede goot op houten klossen. Verticale vensters met gekleurd glas-in-lood met geometrische motieven in bovenlichten; boven vensters wit geverfde muizetandmotieven van baksteen; onderdorpels van gesinterde steen.

Entree bevindt zich in noordgevel (voorzijde). Uitgebouwd portiek wordt gevormd door een balkon dat wordt ondersteund door twee paar fantasiepilaren die op een lage muur van gesinterde steen zijn geplaatst; houten voordeur met boven- en zijlichten met roedenverdeling; drie treden hoge stoep van graniet. Aan weerszijden van entree twee vensters. Boven entree is gevel doorgetrokken tot en met zolderverdieping; topgevel heeft op hoeken een rechthoekig element van rode baksteen. Aan topgevel een balkon met houten balustrade en segmentboogvenster met dubbele deur. Westgevel heeft vier vensters en een keldervenster. Oostgevel heeft op noordhoek een venster en midden aan de gevel een serre. Serre heeft onderbouw van gesinterde steen; bovenste deel bestaat geheel uit vensters met stores; aan zuidzijde deur; serre wordt gedekt door plat dak met breed overstek; goot op houten klossen. Achtergevel (zuidgevel) heeft beneden niet-originele terrasdeuren en daarnaast een kleine platte uitbouw waarin het toilet is ondergebracht. Boven uitbouw groot venster met gekleurd glas-in-lood. Aan achtergevel is een SCHUUR aangebouwd. Gevels van schuur hebben pilasters van rode baksteen met daartussen gepleisterde gevelvelden en een trasraam van gesinterde baksteen. Schuur heeft een schilddak, gedekt met blauwe tuiles du nord; op noordelijk en zuidelijk dakschild een gemetselde schoorsteen; bakgoot op klossen. In oostgevel twee segmentboogvensters met ijzeren roeden en beëindigd door rollaag van rode baksteen. In zuidgevel een opgeklampte deur. In westgevel, tussen woonhuis en garage, niet-originele deur.

In het INTERIEUR met een oorspronkelijke indeling zijn onder meer van belang: in de centrale hal met tochtportaal de granito vloer en plafond van pleisterwerk met schilderingen in de stijl van de Art Nouveau; in tochtportaal de lambrizering van geglazuurde gele tegels, de tochtdeur met boven- en zijlichten met gekleurd glas-in-lood; in de hal de originele deuren met in bovenste deel gekleurd glas-in-lood en Art Deco-achtige omlijsting, de houten bordestrap, venster met gekleurd glas-in-lood met onder andere acht zwarte vogels; in de kamer-en-suite de suitedeuren met bovenin gekleurd glas-in-lood, het plafond van stucwerk met Art Nouveau-decoraties, de schouw van geaderd grijs marmer, de deur naar de serre met gedecoreerd gezandstraald glas; in de kamer aan de westzijde de schouw van rood geaderd marmer en het plafond met decoraties in stucwerk.

Waardering

Rentenierswoning met aangebouwde schuur van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang:

- als voorbeeld van een rentenierswoning uit het begin van de 20ste eeuw in de provincie Groningen

- vanwege de fraaie vormgeving en ornamentiek

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur

- vanwege de kenmerkende ligging aan de met villa's en rentenierswoningen bebouwde Mernaweg