Omschrijving

Deels onderkelderd WOONHUIS, opgemetseld van rode baksteen en gedekt door een samengesteld wolfdak van geglazuurde oranje verbeterde Hollandse pannen. In beide hoeknokken een driehoekig venster met roedenverdeling; in het zuidelijk dakschild een nieuw gemetselde schoorsteen. De gevels hebben een trasraam van gesinterde donkerpaarse baksteen en een bakgoot op houten klossen. De vensters zijn verticaal, hebben bovenlichten met houten roedenverdeling en worden beëindigd door strekken.

De entree bevindt zich in de portiek in de oostgevel, de voorgevel. De portiek heeft aan weerszijden een natuurstenen dorische zuil, die op een lage muur is geplaatst en wordt beëindigd door een rondboog met een gedecoreerde natuurstenen sluitsteen; de vloer van granito en de twee treden hoge halfronde stoep van gesinterde baksteen. In de portiek een paneeldeur met rechthoekig bovenlicht; links van de deur in baksteen gegraveerd "D.C.W.M. 23/2", rechts "I.M.W. 1917". Ten zuiden van de entree een segmentboogvomige erker met drie grote verticale vensters met houten stores; boven de erker springt de gevel iets terug en bevindt zich een balkon met een borstwering opgemetseld van rode baksteen; het balkon heeft een dubbele deur met vensters. Boven de entree een verticaal venster en naast de entree twee kleine zesruits vensters. De noordgevel heeft in het midden een topgevel gedekt door een wolfdak; in de topgevel een groot verticaal T-venster; eronder twee grote verticale venster en daaronder twee keldervensters. Ten oosten van de topgevel drie kleine zesruits vensters en een klein vierruits venster. Ten westen van de topgevel een portiek, beëindigd door een rondboog met een paneeldeur met bovenlicht; ernaast een opgeklampte deur met tienruits bovenlicht. De westgevel, achtergevel, is volledig twee bouwlagen hoog. Op de begane grond een opgeklampte deur met tienruits bovenlicht en drie T-vensters. Op de eerste verdieping drie negenruits vensters. De zuidgevel heeft een serre aangebouwd, geheel opgemetseld van rode baksteen. De serre heeft een trasraam van gesinterde donkerpaarse steen; in de zuidgevel een dubbele deur met vensters en bovenlicht en een bakstenen stoep; aan weerszijden van de deur en in de zijgevels van de serre een groot verticaal venster. Boven de serre is de gevel tot en met de eerste verdieping doorgetrokken en bevindt zich een balkon; in het doorgetrokken geveldeel een dubbele deur met vensters; balkon heeft een borstwering opgemetseld van rode baksteen. Ten westen van de serre ligt de goot op dezelfde hoogte als in de achtergevel; in dit geveldeel op de begane grond een verticaal venster met nieuwe kozijnen waarboven een dubbel zesruitsvenster. Ten oosten van de serre twee grote verticale vensters met houten stores en daarboven in smeedijzer het jaartal 1917.

Het INTERIEUR is, wat de indeling betreft, enigszins gewijzigd. Oorspronkelijk is de hal met tochtportaal en trappenhuis in Berlagiaanse stijl. Hal en tochtportaal hebben een vloer van granito en een plafond van balken met dwarsbalken; wanden hebben tot de helft een lambrizering van gebeitste houten panelen, het overige deel van de wanden bestaat uit metselwerk van rode baksteen; originele paneeldeuren met strakke omlijsting van gebeitst hout; tochtdeur en boven- en zijlichten hebben roedenverdeling en zijn van gebeitst hout; bordestrap met balustrade van gebeitst hout.

Waardering

Rentenierswoning van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang

- als voorbeeld van een rentenierswoning uit de jaren tien van de 20ste eeuw op het Hogeland

- vanwege de hoge esthetische kwaliteit van het ontwerp

- vanwege de sobere vormgeving en het materiaalgebruik

- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur