Donkerelaan 2, Bloemendaal
Inleiding
Witte VILLA met vierkante hoektoren en dubbel dienstgebouw, overhoeks gesitueerd in ruime tuin op de hoek van Donkerelaan en Brederodelaan. De villa werd in 1871 gebouwd in opdracht van mevrouw C.E. van Valkenburg-Teding van Berkhout naar ontwerp van A. van der Steur. In 1916 werd de villa onder meer in de noord-westhoek uitgebreid met een qua stijl bijpassend bouwvolume waarvan de genoemde hoektoren en een smalle risalerende topgevel aan de westzijde deel uitmaken. De eclectische bouwstijl van het pand kan in de verschijning van 1916 worden beschouwd als te zijn afgeleid van de zogenaamde "Italiaanse villa met toren", waarvan de onregelmatige hoofdvorm in combinatie met toren, flauw hellende zadeldaken en een neo-classicistische decoratie de belangrijkste kenmerken zijn.
De villa heette oorspronkelijk "Villa Franca", in 1916 "Marialust" en vervolgens "Castagnola". De inmiddels in twee woningen gedeelde villa draagt thans (1994) geen naam. De noordzijde van de villa ressorteert onder nummer 2, de zuidzijde onder nummer 4. De westelijke helft van het tegen de noord-oosthoek gesitueerde dienstgebouw heeft als nummer 4A.
De tuin wordt vanaf de openbare weg betreden via drie ingangen, elk gemarkeerd door lage witgepleisterde vierkante pijlers met vierkante afdekplaat. Deze pijlers vallen ook onder de bescherming.
Omschrijving
Op vrijwel rechthoekig grondplan gebouwde villa bestaande uit parterre, verdieping en kapverdieping onder een uit zadeldaken samengestelde kap met overstekken en flauwe dakhellingen. Op het grondplan staan verschillende bouwlichamen. Aan de westzijde - met de noklijn min of meer evenwijdig aan de Brederodelaan - staat een breed bouwlichaam onder flauw hellend zadeldak. Dit is de voorzijde van de villa. Haaks op de achterzijde (O) van dit westelijk bouwlichaam staan twee bouwlichamen van ongelijke breedte met elk een puntgevel. Deze beide bouwlichamen worden van elkaar gescheiden door een smal platgedekt bouwlichaam .
Het muurwerk is opgetrokken in witgepleisterde baksteen op grijsgeverfde plint. De vensters zijn alle van hout, merendeels T-vormig en voorzien van schuiframen of draairamen. Veel vensters hebben blinden. De deuren naar balkons en platforms hebben merendeels dubbele scharnierende deuren (terrasdeuren). De balustrades van de balkons en platforms bestaan uit ijzeren hekwerk tussen muurdammen waarop platte ijzeren siervazen staan. De samengestelde kap is zinkgedekt met roeven. De overstekken met de gootlijsten rusten op de sporen. Het paviljoendak van de toren heeft lei in Maasdekking, bekroond door een loden piron. Elk van de vier dakschilden van het paviljoendak van de toren heeft een kleine dakkapel. De gootlijst van het paviljoendak rust op consoles.
Van de overwegend neo-classicistische decoratie, worden de verticale elementen voornamelijk gevormd door lisenen op de hoeken en de horizontale elementen door dubbele cordonlijsten ter hoogte van de verdiepingvloer. Neo-classicistisch zijn voorts onder meer de cordonlijsten en de bekroningen boven vensters en deuren. Deze bekroningen hebben de vorm van gestucte lijsten op consoles. Het reliëf van de gevels wordt ook gevormd door brede horizontale banden onder de gootlijsten en door spaarvelden in de diverse gevels.
De westzijde (voorzijde) heeft een smalle (eerder genoemde) risaliet met topgevel die de voet van de grote langskap doorbreekt en die wordt afgesloten door een kleine steekkap. De enkele vensteras van deze risaliet bevat op parterre en verdieping een smal venster en ter hoogte van de kapverdieping een rondboogvenster van dezelfde breedte. Het gevelgedeelte links (N) van de risaliet is twee vensterassen breed en heeft over de gehele breedte een op vier vierkante pijlers rustend balkon dat wordt bereikt via de terrasdeuren van de verdieping. De meest linkse vensteras vormt de breedte van de toren. Deze toren heeft ter hoogte van de tweede verdieping twee smalle, naast elkaar geplaatste, rondboogvensters. Rechts (Z) van de risaliet bevindt zich het uit 1871 daterende gedeelte van de westgevel. Dit is een breed gevelgedeelte van drie vensterassen. De parterre heeft twee gekoppelde vijfzijdige serres. Deze serres dateren van na de bouwtijd, maar bestonden al bij de uitbreiding van 1916 (kadaster). De serres hebben houten kozijnen met glas-in-lood in de bovenlichten en worden deels afgedekt door dakschilden met mastiek. Boven elke serre is een klein platform met balustrade dat wordt bereikt via de terrasdeuren in de twee buitenste vensterassen op de verdieping.
De noordzijde heeft rechts (W) de toren met een breedte van één vensteras, waarin zich zowel op de parterre als verdieping een groot venster en ter hoogte van de tweede verdieping twee smalle naast elkaar geplaatste rondboogvensters bevinden. Het gevelvlak links (O) van de toren heeft op de begane grond een uitbouw met daarop een platform met balustrade. De op de oosthoek geplaatste schoorsteen is een latere toevoeging die buiten de bescherming blijft.
De oostzijde heeft links (Z) een breed symmetrisch ingedeeld bouwlichaam met puntgevel en een breedte van drie vensterassen. De middelste vensteras bevat de hoofdingang. Deze as is vormt een smalle risaliet. Boven de hoofdingang bevindt zich een op twee stijlen rustend balkon dat wordt betreden via terrasdeuren op de verdieping. De geveltop is overkragend en voorzien van een smal getoogd venster. Gescheiden door het eerder genoemde platgedekte bouwlichaam ter breedte van een vensteras, staat rechts (N) een bouwlichaam met een breedte van twee vensterassen. Dit bouwlichaam heeft een puntgevel met in de top een getoogd venster.
Aan de zuidzijde bevindt zich links (west) de risalerende kopse zijde van het westelijk bouwlichaam. Deze zijde vormt een puntgevel ter breedte van één vensteras met een venster ter hoogte van parterre, verdieping en kapverdieping. Het venster van de kapverdieping heeft een taps toelopend dubbel raam dat in 1955 ter vervanging van een smaller getoogd venster werd aangebracht. Het resterende deel van de zijdzijde ligt terug. Dit gevelvlak bevat twee brede vensterassen waarin zich op de op de parterre terrasdeuren bevinden. Op de verdieping heeft alleen de meest westelijke vensteras een schuifraam. De oostelijke is blind.
De tegen de noordoostelijke hoek van de villa gebouwde dienstgebouwen staan naast en tegen elkaar en bevatten drie paar vleugeldeuren ten behoeve van paard en koetsen, direct uitkomend op de Donkerelaan. Het linkse (lagere) dienstgebouw (Z) dateert net als de villa uit 1871. Het rechtse dienstgebouw is hier later, doch voor 1921 (kadaster) aan toegevoegd. De verdieping van dit rechtse gebouw werd in 1923 aan de achterzijde vergroot.
De dienstgebouwen staan elk op rechthoekig grondplan met de noklijnen van de overstekende pangedekte zadeldaken haaks op de Donkerelaan. Het linkse dienstgebouw (Z) bestaat uit parterre met kap, in oorsprong respectievelijk ten behoeve van koetshuis en hooizolder. Het linkse dienstgebouw heeft één paar vleugeldeuren met daarboven in de geveltop een dubbele transportdeur. Dit dienstgebouw is smaller dan het rechtse dienstgebouw (N) dat twee paar vleugeldeuren heeft en dat bestaat uit parterre, verdieping en kap, in oorsprong respectievelijk ten behoeve van koetshuis, stal en op de verdieping gelegen koetsierswoning. De voorgevel van de verdieping is teruggeplaatst zodat zich boven de dubbele vleugeldeuren een dakterras bevindt. Beide gebouwen zijn opgetrokken in witgepleisterde baksteen op een creme gekleurde plint. Het rechter gebouw heeft aan de voorzijde in het pleisterwerk nagebootst voegwerk. De geveltoppen zijn bekleed met verticaal beschot dat aan de onderzijde is gepunt. Waar de windveren in de top samenkomen bevindt zich vrijhangend houten lofwerk.
De tuin wordt vanaf de openbare weg betreden via drie ingangen, elk gemarkeerd door lage witgepleisterde vierkante pijlers met vierkante afdekplaat.
Waardering
De villa met bijbehorende dienstgebouwen en hekpijlers is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als representatief voorbeeld van de individuele eclectische villabouw, die vanaf het derde kwart van de 19de eeuw - voorafgaand aan de ontwikkeling van de villaparken - in de natuurrijke gebieden buiten de Bloemendaalse dorpskernen opkwam. De villa is ook van belang vanwege de markante stedebouwkundige situering.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Hek | Voorwerpen op pleinen en dergelijke | Erfscheiding(D) | oorspronkelijke functie | – |
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Donkerelaan | 2 | – | 2061 JL | Bloemendaal | – | – | Ja |
Donkerelaan | 4 | A | 2061 JL | Bloemendaal | – | – | – |
Donkerelaan | 4 | – | 2061 JL | Bloemendaal | – | – | – |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Villa |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 11091 | – | Bloemendaal |
– | A | 10798 | – | Bloemendaal |
– | A | 11093 | – | Bloemendaal |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1871 | 1871 | – | vervaardiging |
1916 | 1916 | – | verbouwing |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Steur, A. van der ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |