Burgemeester van Nispenstraat 2, Doetinchem

Inleiding

Dit plastisch vormgegeven, voormalig POSTKANTOOR met DIRECTEURS-WONING uit 1920, is gelegen in het centrum van Doetinchem aan de noordzijde van de Burgemeester van Nispenstraat. Het gebouw is opgetrokken in de Amsterdamse school-stijl. Het postkantoor is aan de noordoostzijde uitgebreid met een in een gelijke stijl opgetrokken uitbouw onder een plat dak.

Het geheel is gebouwd naar ontwerp van de ARCHITECT JOSEPH CROUWEL (1885-1962). Deze te Amsterdam geboren architect, bezocht tussen 1898 en 1911 de plaatselijke kunstnijverheidsschool Quellinus en de dan net door Kromhout opgerichte cursus voor Voortgezet en Hoger Bouwkunstonderwijs aan de Amsterdamse Rijksacademie. Hij kreeg onder andere les van W. Kromhout, H.P. Berlage en R. Roland Holst. Crouwel werkte voor de bureaus van Berlage, De Bazel en Hanrath. In 1911 vestigde hij zich als zelfstandig architect te Amsterdam. In 1917 werd hij benoemd tot rijksarchitect en bleef zijn verdere loopbaan, tot 1950, in rijksdienst. Als zodanig hield hij zich vooral bezig met het ontwerpen van gebouwen voor de PTT. Hij bouwde onder meer de postkantoren in Utrecht (1917-1924), Arnhem (1920-1921, verwoest in de oorlog) en Haarlem (1920).

In 1975 is het pand inwendig grotendeels verbouwd voor de Sociale Dienst, de toenmalige gebruiker. De indeling van de bovenverdieping is nog origineel.

Omschrijving

Het POSTKANTOOR bestaat uit een langs geplaatste hoofdvleugel tussen twee dwarsgeplaatste zijvleugels. Een trappenhuis vormt het centrum van beide zijvleugels. Een toren accentueert het trappenhuis van de rechtervleugel waar de trap, in tegenstelling tot de linkervleugel, doorgaat tot de zolder. Halverwege de rechterzijde van de rechtervleugel is een WONING gebouwd, die door een portaal met het hoofdgebouw is verbonden. Dit was oorspronkelijk de woning van de directeur van het postkantoor.

De oorspronkelijke HOOFDVLEUGEL, evenals de meeste overige delen opgetrokken uit Brabantse miskleurige klinkers en gemetseld in Vlaams verband, is voor de helft afgesloten door een gebroken kap gedekt met rode rechthoekige leipannen (daktegels). De achterzijde telt slechts één bouwlaag met een plat dak. De voorzijde onder het gebroken dak telt één bouwlaag en twee verdiepingen in de kap.

De VOORGEVEL is verdeeld in vier traveeën. Per travee bevinden zich op de begane grond drie vensters, die van elkaar worden gescheiden door op pilasters lijkende bakstenen kolommen. De twee buitenste vensters hebben onder een tweeruits raam en boven een enkelruits. Het middelste venster is driedelig en bevat onder vierruits en boven enkelruits ramen. Onder het middelste venster springt de borstwering naar voren en vormt één vlak met de pilasters. Op de eerste verdieping bevinden zich vier rechthoekige bakstenen dakkapellen, die door de goot steken. Zij springen iets naar voren en rusten op een natuurstenen latei gedragen door de pilasters. De kapellen hebben een vijfdelig venster met tienruits indeling. Het gebroken zadeldak met wolfeinden begint bij de onderdorpel van de dakkapellen en gaat daar stijl omhoog. Boven de kapellen maakt het dak een knik.

De hoeken van de uitspringende en gekorniste plint worden ter plaatse van de pilasters geaccentueerd door natuurstenen blokken, een detaillering die zich bij gelijke hoeken elders eveneens voordoet. Natuurstenen dekplaten met een ovaalvormig element in het midden, een decoratief patroon dat op allerlei plaatsen in het gebouw terugkomt, sluiten de pilasters af. Midden in de gevel zijn nog twee sierlijke natuurstenen brievenbussen aanwezig.

Van de RECHTER ZIJGEVEL is alleen het voorste deel, boven het lage deel van de zijvleugel, zichtbaar. De rand langs het hellende deel van het dak bevat vlechtingen. Onder de nok bevindt zich een houten afdakje boven een driehoekige houten erker. Deze bestaat uit gepotdekselde delen waarin twee schuin geplaatste zesruits vensters, en rust op een driezijdig venster met aan de korte zijden een vijf- en in het midden een tienruits venster. Links van deze aanbouw een tienruits venster. In de LINKER ZIJGEVEL zorgen slechts twee drieruits vensters op de zolderverdieping boven het lage deel van de zijvleugel voor de lichtinval. De gevel heeft gemetselde vlechtingen langs de dakrand. De oorspronkelijke achterzijde van deze hoofdvleugel is door de latere uitbreidingen verdwenen.

De LINKERVLEUGEL bestaat uit twee delen: een laag gedeelte aan de straatzijde met oorspronkelijk een kleedkamer en een toilet en een hoog gedeelte met daarin een trappenhuis en oorspronkelijk een los- en laadplaats, een kleedkamer en boven een bergplaats. Een gebroken schilddak, gedekt met rode rechthoekige leipannen, en een houten goot sluiten deze gedeelten af. De smalle vensters in deze linkervleugel bevatten glas-in-lood met een patroon van driehoeken. Dit geldt overigens voor de meeste smalle vensters.

De VOORGEVEL (Burg. van Nispenstraat) van het één bouwlaag tellende gedeelte, is geleed door uitspringend muurwerk waarbinnen zich vijf smalle langwerpige vensters bevinden. Een zelfde muuroplossing kenmerkt de linker zijgevel van dit gedeelte, hier met tien smalle vensters.

De voorgevel van het hoge gedeelte is in het dakvlak doorgetrokken en telt vijf smalle vensters. Het muurwerk tussen de vensters is afgesloten door natuurstenen dekplaten met een ovaalvormig element.

Het uitspringende muurwerk van de linker zijgevel van het hoge deel is aan de rechterkant van een houten deur in het dakvlak doorgetrokken en wordt doorbroken door twee lange smalle vensters, afgewisseld met metselwerk. Ook hier de natuurstenen dekplaten. Aan weerszijden van de deur twee smalle vensters; links in de gevel vier smalle vensters. In het steile gebroken dak komt de dakkapel overeen met die van de voorgevel van de hoofdvleugel.

De RECHTERVLEUGEL bestaat uit drie bouwelementen: een laag deel aan de straatzijde met oorspronkelijk de vestibule en een tochtportaal, een torenachtig element met het trappenhuis en tenslotte het daarachter gelegen twee verdiepingen tellende deel, dat oorspronkelijk behoorde bij de woning van de directeur. De keuken bevond zich op de begane grond en een kamer en een badkamer op de verdieping.

De VOORGEVEL van het lage deel bevat een originele houten paneeldeur met eenvoudige versiering. De twee natuurstenen wapenschilden aan weerszijden van deze deur zijn vervaardigd door Willem Brouwer. De leeuw aan de linkerkant houdt een schild op met de Hollandse leeuw; daaronder staat geschreven "JE MAINTIENDRAI". Het schild van de leeuw aan de rechterkant toont de letters P en T door elkaar; daaronder staat geschreven "POST & TELEGRAFIE". In de RECHTER ZIJGEVEL twee smalle vensters. De dakbedekking van het gebroken schilddak bestaat uit rode rechthoekige leipannen.

De TOREN is sterk verticaal geleed door teruggeplaatst siermetselwerk dat aan de onderkant overgaat in smalle vensters. Natuurstenen dekplaten met ovaalvormige decoratie, waartussen natuurstenen waterspuwers, sluiten de uitspringende muurdelen af. Aan de brede kanten telt de toren vijf, aan de smalle kanten drie nissen met siermetselwerk. De torenafsluiting bestaat uit een gebroken schilddak gedekt met rode rechthoekige leipannen.

De zijgevel van het derde element, de vroegere keuken etc., telt op de begane grond drie één en twintigruits vensters met daaronder drie negenruits vensters. De dakkapel in het steile gebroken dak bevat een raampartij die bestaat uit vier gekoppelde vensters met in het midden twee tienruits vensters en aan weerszijden een vijfruits venster. Links in de muur nog een klein venster ter plekke van de voormalige badkamer. Het nog zichtbare deel van de achtergevel telt in het uitspringende muurwerk vijf smalle vensters. Ook hier een gebroken schilddak gedekt met rode rechthoekige leipannen.

DE VOORMALIGE DIRECTEURSWONING, gebouwd halverwege de rechterzijde van de rechtervleugel, is met het hoofdgebouw verbonden door portalen die in de toren uitkomen. Op deze plek bevindt zich aan de straatzijde de voordeur, een originele houten deur met een houten roedenverdeling waardoor een 40-ruits glaspaneel wordt gevormd. Voor deze deur bevindt zich een groot portiek, waarvan de ingang gemarkeerd wordt door twee bakstenen kolommen met de ovaalvormige natuurstenen decoratie. Over het portaal en het portiek loopt het dak van het woonhuis (een gebroken, gedeeltelijk afgeplat schilddak met rechthoekige leipannen) door. De voorgevel van het woonhuis telt drie vijftienruits vensters in uitspringend muurwerk. De ZIJGEVEL kent twee maal twee smalle vensters; aan de rechterkant, ter plekke van de serre, twee twaalfruits vensters.

De AANBOUW aan de achterzijde, bestaande uit een bouwlaag met plat dak, is in dezelfde stijl opgetrokken als het oorspronkelijke gebouw. De linker zijvleugel is verlengd met een lage aanbouw waarin een halfronde dubbele houten deur; in de achtergevel vijf smalle vensters. Het lage gedeelte van de hoofdvleugel met plat dak is naar achteren toe uitgebouwd. Hier telt de lange gevel eveneens vier traveeën en bevat een gelijksoortige raamindeling als de voorgevel van de hoofdvleugel. Aansluitend is nog een verbinding gemaakt met de vroegere keuken, de gevel telt hier vijf smalle vensters.

Van het INTERIEUR is nauwelijks iets bewaard gebleven. Op de begane grond van de hoofdvleugel is vrijwel alles uitgebroken. De kamers op de verdieping aan de voorzijde zijn nog intact, evenals de bijbehorende deuren en sommige schouwen.

In de beide vleugels is de indeling nog herkenbaar maar verder is er vrijwel niets origineels te herkennen. De trappartijen zijn nog wel intact.

De kamer van de directeur verkeert nog wel enigszins in de oude staat. Een grote schouw en twee muurkastjes gaan terug naar het ontstaan van dit gebouw.

Waardering

POSTKANTOOR met DIRECTEURS-WONING uit 1920 naar ontwerp van de architect JOSEPH CROUWEL.

- Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een postkantoor in de Amsterdamse schoolstijl. Het exterieur van het object is bijzonder goed en gaaf bewaard gebleven. Het pand valt op door de bijzondere vormgeving, de goede verhoudingen, het materiaal gebruik en de detailleringen. Het object is een goed voorbeeld van het werk van de architect J. Crouwel die als rijksarchitect ook de postkantoren van Utrecht, Arnhem en Haarlem heeft ontworpen. Het object is een goed voorbeeld van een postkantoor uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Het object bezit een natuurstenen wapenschild ontworpen door de bekende beeldhouwer Willem Brouwer.

- Van stedebouwkundige waarde vanwege de sterk beeldbepalende waarde van het gebouw.

- Van cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming van het object als uitdrukking van een cultuur- en economisch-historische ontwikkeling.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
513131
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Direkteurswoning Woningen en woningbouwcomplexen Dienstwoning(K) oorspronkelijke functie
Postkantoor Bestuursgebouwen, rechtsgebouwen en overheidsgebouwen Overheidsgebouw oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Burgemeester van Nispenstraat 2 7001 BS Doetinchem Ja
Burgemeester van Nispenstraat 4 7001 BS Doetinchem
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
C 3048 Ambt-Doetinchem
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1920 1920 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Crouwel, J. (Joseph) ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven