Omschrijving

VILLA opgetrokken in een gesinterde donkerrode baksteen in kettingverband onder een schilddak gedekt met riet. Het dak heeft een overstek en een gemetselde schoorsteen op het dakvlak (noordwest zijde). De gevels worden geleed door vensters van verschillend formaat, die worden afgesloten door een rollaag.

De voorgevel heeft een doorgetrokken middenrisaliet onder een steekkap met topschoorsteen gedekt met rode leien (maasdekking). In het risaliet een hoekvenster met blank glas-in-lood en houten bloembak, een driedelig venster met één luik en in de topgevel een zonnewijzer van keramische tegels waarop een zon is afgebeeld en waarop de cijfers 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 1 zijn aangebracht en de tekst "Zomer 1936". De hoofdentree bevindt zich rechts in de voorgevel (zuidoost) en bestaat uit een iets terugliggende rondboogvormige gelakte deur met deurlicht met decoratief smeedwerk, binnen een gemetselde omlijsting bestaande uit een rondboog boven twee iets uitgemetselde pilasters met natuurstenen afdekplaat; in de linker pilaster een rood stenen gevelsteen waarop staat: "Zomer 1936, C.N.H.", in de rechter een brievenbus van rode steen. Boven de entree een houten gebogen luifel op twee consoles; voor de entree een gemetselde stoep met bordes van Bremer steen en een zijmuurtje met natuurstenen afdekplaat. Links van het middenrisaliet een groot venster met houten luiken. In de kap erboven een kleine halfronde dakkapel met een deels gekleurd glas-in-lood venster.

De zuidwestgevel heeft een vierzijdige erker met vier ruiten, waarvan twee met bovenlicht (uitzetraam) en in het dakvlak een dakkapel met vier ruiten, waarvan twee met uitzetraam. Op de hoek van de zuidwest- en de noordwestgevel een ommuurde loggia met windscherm van staal en glas, en een houten hoekpilaar; op de vloer tegels van Bremer steen en in de zuidwestzijde een terrasdeur.

De achtergevel (noordwest) heeft een vierhoekige gemetselde serre met balkon met gemetselde borstwering; in de serre twee grote glasruiten en twee openslaande vensters met bovenlicht (uitzetraam); links van de serre een H-venster, een liggend venster met tweeruits bovenlicht en een deur met zesruits deurlicht en een smal bovenlicht. In het dakvlak een brede dakkapel met driedelig venster en een balkondeur tussen twee zijlichten.

De noordoostgevel heeft een dubbel venster met houten luiken, een tweedelige deur met achtruits deurlicht tussen twee zijlichten met blank glas-in-lood en luiken, en een gemetselde stoep met Bremer steen bovenin met rechts een gemetselde bloembak; in het dakvlak een kapel met drie glas-in-loodramen, twee openslaande ramen en een tweedelig glas-in-loodraam.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in de hal de lage houten lambrizering, het balkenplafond, de houten bordestrap met decoratief houtsnijwerk onder de leuningen met afbeeldingen van dieren en de decoratieve trappaal, en de originele deuren met houten platen; in de woonkamer het balkenplafond, de parketvloer, de open haard met schacht met lijstwerk, de zwart granieten vensterbanken en de suitedeuren met blank glas-in-lood. Tevens is van belang de kelder met betonnen vloer, ingedeeld in wijnkelder met houten rekken, stookkelder en kolenhok.

Waardering

Villa van algemeen belang vanwege architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een villa uit 1936 in een landhuisstijl met elementen van de Delftse School

- vanwege de bijzondere detaillering en ornamentiek

- als goede representant van het oeuvre van het architectenduo Kuiler en Drewes

- vanwege de hoge mate van gaafheid van zowel het ex- als het interieur

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Dilgtweg