SS Fabianus en Sebastianuskerk, Apeldoorn
Inleiding
Katholieke PAROCHIEKERK, H.H. Fabianus en Sebastianus, gebouwd in 1923-1924 naar ontwerp van de Bredase architect J.G.A. van Dongen jr. (1896-1973) in een expressionistische, op de Amsterdamse School gelijkende stijl.
De kerk H.H. Fabianus en Sebastianus was van Dongen's eerste opdracht als zelfstandig architect in Apeldoorn. Hierin komen zijn revolutionaire ideeën al naar voren. Het altaargedeelte is van het middenschip gescheiden door een donkere viering waarachter het helder verlichte koor extra nadruk kreeg. In het kerkgebouw komt de paraboolvorm van de diafragmabogen in het schip, terug in het portaal; de deuren en in de archivolten. Maar ook in de bekroning van de kerktoren. Het gebouw is niet alleen helder in conceptie maar ook door de toepassing van baksteen in schoon metselwerk. Het eerste ontwerp van de kerk is nooit uitgevoerd maar gaf in plattegrond een langschip met trapeziumvorm, het dak liep trapsgewijs op en de bedekking van het koor was als kerktoren door getrokken. Het ontwerp zou zich ook in onze tijd onderscheiden hebben.
Medewerkers: Gebrandschilderde ramen uit 1930 naar ontwerp van de beeldhouwer/schilder Albert J.J. Verschuuren (1887-1953) te Oosterhout (N.Br) (in noordzijde viering) en van de gebrs. H.M.M. Postel (in zuidzijde viering).
Omschrijving
Een basilicaal KERKGEBOUW op rechthoekig grondplan met projectie van ingangs- en koorpartij. Het schip omvat negen traveeën waarvan de gele baksteen langsgevels inzwenken. Het middenschip wordt door twee lagere zijbeuken geflankeerd en door een imposant zadeldak gedekt. De dakbedekking bestaat uit een mêlée van rode en gesmoorde Romaanse dakpannen. Opgaand muurwerk vanuit de middenbeuk onderbreekt de dakschilden en vormt aldus de lichtbeuk bij vijf traveeën. De lichtbeuk wordt door zes, op luchtbogen gelijkende muurdammen geschoord. Deze zogenaamde luchtbogen zijn gedekt door drie rijen dakpannen. Per travee bevinden zich steeds drie lancetvensters van gelijke grootte. Het dak van de twee westelijke traveeën die zijn voorzien van enkel rode Romaanse pannen, is lager dan het dak van het schip. Aan de oostzijde bevindt zich op de nokas een opengewerkte ellipsvormige torenbekroning die rust op een bakstenen sokkel.
Boven de lichtbeuken en de zijbeuken zijn dakgoten achter borstweringen weggewerkt. De regenpijpen die zich in het midden van iedere zijbeuktravee bevinden zorgen voor een strak ritme van de zijgevel. Het hiervoor geplaatste lage muurtje met hekwerk, schermt een brede goot af die lager is gelegen dan het maaiveld, ter afwatering. In de VOORGEVEL, een brede topgevel die is voorzien van schouderstukken, is de ingangspartij symmetrisch geplaatst. De ingangspartij met gedrukte spitsboogvorm bevat een inpandig portaal. Hierop komen drie houten kerkdeuren uit waarvan de middelste dubbeldeurs, voorzien van zwaar ijzerbeslag, aansluit op de middenbeuk van de kerk. De opgeklampte deuren zijn voorzien van schroten die de vorm herhalen van de spitsboogvorm van het portaal en van de in de muur uitgemetselde verspringingen in halfsteense rollagen. De stolpdeuren draaien over een rails in de in metsel mozaïek gelegde bakstenen vloer.
In de dagkant is aan weerszijden een spitsboogvormige deur opgenomen. Deze is geplaatst onder een steekkap in het portaalgewelf en gevat in een eveneens, spitsboogvormig kozijn, dat rust op hardstenen neuten en dorpel. De deuren zijn met een Latijns kruis opgeklampt.
Door het vooruitspringend dak van het portaal (met koperplaten gedekt) wordt de ingangspartij sterk benadrukt. Deze wordt evenals de koorpartij, door kleine vierkante uitbouwen geflankeerd.
De gevel rust op een sokkel die vooruitspringt en is van een hardstenen schuine dekplaat voorzien. Een halfsteens rollaag sluit deze zone af.
Een stoepje van grauwe baksteen in blokmotief, afgezet met eveneens een halfsteens rollaag, volgt de verspringingen van de voorgevel in het grondplan.
Boven de kruin van het portaal is een venster geplaatst in de vorm van een Latijns kruis. Door een in lagen uitgemetselde spitsboog in de verder gesloten gevel wordt de vorm van de ingangspartij herhaald.
Het dak van het portaal verspringt evenals het grote zadeldak van het kerkgebouw in hoogte.
De zijkanten van de platgedekte uitbouwen ter weerszijde van het portaal zijn voorzien van een venster met glazen bakstenen die in blokmotief zijn geplaatst.
In de zijbeukmuur van de RECHTER ZIJGEVEL bevinden zich per twee traveeën twee gekoppelde, kleine vierkante vensters waardoor alleen in de meest oostelijke en westelijke travee een enkel venster voorkomt. De ramen bevatten een onregelmatig patroon van glazen baksteen. Ze zijn diep in de gevel teruggeplaatst en voorzien van een dorpel van geglazuurde tegels.
De muurdammen tussen de vensters liggen verdiept in het muurvlak en bezitten afgeronde hoeken. Mede door de welving van deze muurvlakken, die zich deels over de muurdammen voortzetten, worden deze als plastische schermen benadrukt. De zijbeukmuur van de twee meest oostelijk gelegen traveeën rijst hoger op dan van de overige traveeën.
De lichtbeuktravee wordt gevormd door drie gekoppelde en inspringende lancetvensters. De gemetselde vensterbogen rusten op vier gemeenschappelijke zandstenen neuten. De drie vensterkoppen zijn voorzien van twee gemeenschappelijke geboortestenen van zandsteen. De dorpels van de vensters zijn in twee lagen schuin in rollagen geplaatst. De vensters zijn van voorzetramen van kunststof voorzien.
Aan het oosteinde van deze rechtergevel sluit een gang (apart monumentnummer 514488) aan die de verbinding vormt met de pastoriewoning (apart monumentnummer 514488) die ten zuidoosten van het kerkgebouw is gesitueerd.
De LINKERGEVEL is nagenoeg identiek aan de rechtergevel. De koorpartij ter plaatse van de ACHTERGEVEL is zowel lager als smaller dan het driebeukige langschip. Evenals het koor is ook de absiskalot met daktegels in maasdekking gedekt. Vijf hoekkepervorsten benadrukken de veelhoekige dakafsluiting. De lichtbeuk is identiek aan die van het langschip maar bezit in plaats van drie, vijf lancetvensters.
Tegen de aangrenzende muur van het hoger oprijzende langschip bevindt zich, langs de dakschilden van de koorpartij een halfsteens uitgemetselde trapgevel. Vanaf de kruin zet het metselwerk zich naar boven voort en sluit aan op de baksteen sokkel van de kerktoren.
Aan weerszijde van de koorpartij bevindt zich een platgedekt bouwblok dat aan de oostzijde vier gekoppelde spitsboog-vensters bezit waarvan de aanleg overeenkomstig die van de lichtbeuk in het langsschip is.
Het INTERIEUR bevindt zich in redelijk oorspronkelijke staat. Het betreft een driebeukig kerkgebouw met smalle zijbeuken in schoon metselwerk. Alleen de gewelfvelden tussen de diafragmabogen, die hun aanzet vanaf de grond hebben, zijn bepleisterd.
In de oostelijke sluitingsmuur van het schip bevindt zich een laag en smal spitsboogvormig gewelf waarachter de viering is gesitueerd. Indirect licht valt door gebrandschilderde ramen binnen. De boogvorm die het koor van de viering afsluit is gezien vanuit het westen opnieuw verkleind. Hierdoor wordt de aandacht voor de liturgie stapsgewijs op het koor gericht.
De smalle zijbeuken worden gedekt door spitsboogvormige tongewelven. Per travee bevinden zich twee van dergelijke gewelven die om en om achterelkaar zijn geplaats.
Fraaie details zijn te vinden in het (geglazuurde) metselwerk en in de zijkanten van de houten kerkbanken waarin de nummers zijn weergegeven. De forse sluitstenen (uitgevoerd in natuursteen) in de scheibogen bestaan uit reliëfs van hoofden van apostelen.
De belangrijkste aanpassing in het verleden is het (verhoogde) koor en de plaatsing van het altaar. Hierdoor is onder meer de rode tegelvloer met zwarte biezen en motieven niet meer zichtbaar.
Waardering
Kerkgebouw van architect J.G.A. van Dongen jr. (1896-1973) in een expressionistische, op de Amsterdamse School gelijkende stijl.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en nagenoeg gaaf bewaard voorbeeld van een kerkgebouw met een strakke en eenvoudig uitgevoerde ornamentiek, beïnvloed door de architectonische vormgeving van het expressionisme en de Amsterdamse School.
In de dispositie van schip en afgescheiden koorpartij is het kerkgebouw zonder meer bijzonder te noemen. Daarnaast is van architectonische waarde de grote overkluizing van het middenschip. Het ontwerp van één van de meest toonaangevende architecten in Apeldoorn vond landelijk weinig navolging.
Het geheel in baksteen opgetrokken gebouw valt op door hoogwaardige esthetische kwaliteiten, zoals het indrukwekkende zadeldak en de paraboloïde vormen in interieur (diafragmabogen, viering en koor) en exterieur (portaal, deuren en torenbekroning).
Verder van belang in het interieur zijn de tegelvloer, de reliëfs in de sluitstenen boven de scheibogen en de glas- in-loodramen in de viering.
- Van stedenbouwkundige waarde is de kerk gezien haar situering temidden van een woonwijk die vlak na de bouwtijd van de kerk is ontstaan. De kerk met aangrenzende pastoriewoning vormt een markant ensemble even terzijde van de Arnhemseweg.
Het kerkgebouw ligt in een zichtas vanaf de Arnhemseweg op de kop van het Sebastiaanplein. De rijbaan buigt vóór de kerk af naar de Fabianusstraat. Door deze aanleg wordt de aanwezigheid van het gebouw nog eens stedebouwkundig benadrukt.
- Van cultuurhistorische waarde is de katholieke kerk omdat zij is gebouwd in het overwegend protestante Apeldoorn. In de tweede helft 19de eeuw tot eerste helft 20ste eeuw was een duidelijke toename op te merken van bouwwerken die ontstonden vanuit katholieke opdrachten ter bevordering van het katholicisme in Nederland. In Apeldoorn zijn daar onder meer voorbeelden van te vinden in de kerk H.H. Fabianus en Sebastianus en het Klein Seminar.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Katholieke PAROCHIEKERK, H.H. Fabianus en Sebastianus, met aangebouwde PASTORIE, gebouwd in 1923-1924 naar ontwerp van de Bredase architect J.G.A. van Dongen jr. (1896-1973) in een expressionistische, op de Amsterdamse School gelijkende stijl.
De kerk met aangrenzende pastoriewoning vormt een markant ensemble even terzijde van de Arnhemseweg. Het kerkgebouw ligt in een zichtas vanaf de Arnhemseweg op de kop van het Sebastiaanplein. De rijbaan buigt vóór de kerk af naar de Fabianusstraat. Door deze aanleg wordt de aanwezigheid van het gebouw nog eens stedebouwkundig benadrukt. Kerk en pastorie zijn gesitueerd temidden van een woonwijk die vlak na de bouwtijd van de kerk is ontstaan.
Jan van Dongen is geboren in Breda. Hij studeerde bouwkunde in Amsterdam en associeerde zich later met zijn oom J.A. van Dongen, die eveneens architect was.
Van Dongen was verantwoordelijk voor vele gebouwen en verbouwingen in Nederland. Kerken van zijn hand zijn te vinden in Assen, Steenwijksmoer en Breda. In Apeldoorn bevinden zich de Jozefstichting met kapel en de H. Theresiakerk, beide uit 1939. Van Dongen liet zich echter niet alleen in met de kerkenbouw, maar ontwierp en bouwde vele scholen, ziekenhuizen en psychiatrische inrichtingen. Het Arnhemse nonnenklooster 'Insula Dei' is van Dongen's grootste bouwwerk. Van Dongen behoorde tot een generatie architecten die zich al vrij snel afzette tegen de Neogotische bouwstijl die de voorgaande jaren in zwang was. Zijn kerken kenmerken zich door gesloten muurvlakken met kleine vensters. In deze opzet zijn ze traditioneel te noemen voor de Katholieke kerken in die tijd. Maar de grote, overkluisde ruimten, waarbij pijlers of zuilen ontbreken, warenzonder meer vernieuwend. Het bood de kerkganger daarmee alle zicht op de liturgische handelingen op het altaar. Ook op andere gebieden dan als architect was van Dongen actief. In 1925 werd hij lid van de Algemeene Katholieke Kunstenaarsvereniging (AAKV) die zich ten doel had gesteld 'kunst en de beoefening daarvan in overeenstemming te brengen met de katholieke levensbeschouwing alsook dienstbaar te maken aan de eredienst van de kerk'. In dit kader moet ook van Dongen's gedachte over de rol van de architect worden bezien. Deze diende primair het geestelijke ideaal voorop te stellen. Het kerkgebouw moest een afspiegeling zijn van de maatschappij die niet door individuen werd bepaald maar van een hechte samenstelling getuigde, zonder verderfelijk gewin naar materiële zaken. De totale gedachte was geënt op een goddelijk heilsplan.
Zijn ideeën verkondigde hij niet alleen op schrift. In de jaren dertig had van Dongen voor de KRO-radio een rubriek waarin hij de toepassing van diverse kunstvormen als 'Gesammt Kunstwerk' propageerde. Van Dongen was actief lid van de Geldersche Schoonheidscommissie tot 1966. Maar ook in plaatselijke comités (Arnhem en Nijmegen) had hij zitting. Op het moment dat in Apeldoorn een dergelijke commissie in het leven werd geroepen trad hij ook daar toe.
De kerk H.H. Fabianus en Sebastianus met pastorie was van Dongen's eerste opdracht als zelfstandig architect in Apeldoorn.
Waardering
Kerkgebouw met pastorie van architect J.G.A. van Dongen jr. (1896-1973) in een expressionistische, op de Amsterdamse School gelijkende stijl.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en nagenoeg gaaf bewaard voorbeeld van een kerkgebouw met pastorie met een strakke en eenvoudig uitgevoerde ornamentiek, beïnvloed door de architectonische vormgeving van het expressionisme en de Amsterdamse School.
In de dispositie van schip en afgescheiden koorpartij is het kerkgebouw zonder meer bijzonder te noemen. Geheel eigen is de welhaast kubistische vormgeving van de pastorie.
- Van stedebouwkundige waarde zijn kerk en pastorie gezien hun situering temidden van een woonwijk die vlak na de bouwtijd van de kerk is ontstaan. De kerk met aangrenzende pastoriewoning vormt een markant ensemble even terzijde van de Arnhemseweg.
Het kerkgebouw ligt in een zichtas vanaf de Arnhemseweg op de kop van het Sebastiaanplein. De rijbaan buigt vóór de kerk af naar de Fabianusstraat. Door deze aanleg wordt de aanwezigheid van het gebouw nog eens stedebouwkundig benadrukt.
- Van cultuurhistorische waarde is de katholieke kerk omdat zij is gebouwd in het overwegend protestante Apeldoorn. In de tweede helft van de 19de eeuw tot de eerste helft 20ste eeuw was een duidelijke toename waar te nemen van bouwwerken die ontstonden vanuit katholieke opdrachten ter bevordering van het katholicisme in Nederland. In Apeldoorn zijn daar onder meer voorbeelden van te vinden in de kerk H.H. Fabianus en Sebastianus en het Klein Seminarie.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Sebastiaanplein | 1 | – | 7333 BA | Apeldoorn | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | – | Basiliek |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | L | 13893 | – | Apeldoorn |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1923 | 1924 | – | vervaardiging |