Sebastiaanplein 3, Apeldoorn
Inleiding
PASTORIEWONING van de aangrenzende kerk H.H. Sebastianus en Fabianus. De woning is gebouwd door architect J. van Dongen (1896-1973) in een expressionistische op de Amsterdamse School gelijkende bouwstijl. Met de Nieuwe Haagse School, eveneens onderdeel van het expressionisme, verwant zijn de ten opzichte van elkaar verspringende en in massa ongelijke kubistische muurdelen in de gevels. Een gevelsteen met de cijfers 22 in een kolom van de portiek lijkt te duiden op het bouwjaar 1922, maar het ontwerp dateert uit 1923.
De plattegrond van de woning kenmerkt zich door rechthoekige bouwdelen die asymmetrisch rondom een in grondslag vierkante hoofdvorm zijn gesitueerd. Hierdoor is in het grondvlak een grillige rooilijn ontstaan.
Omschrijving
De uit twee bouwlagen en een zolderverdieping bestaande woning is, met uitzondering van de deels gepleisterde achtergevel, opgetrokken in gele baksteen (Vlaams verband, gele voeg). Het trasraam daarentegen bestaat uit een sierverband in rode baksteen (rode voeg) met halve stenen op hun plat en twee koppen. Het trasraam zet zich over de gevels op verschillende hoogte voort in: diverse muurdammen die buiten de rooilijn treden, in de eerste bouwlaag van voor- en linkerzijgevel, de portiek en de zich erboven bevindende schacht. Ook de beide zijden van het uit één bouwlaag bestaande tussenlid tussen kerk en pastorie zijn hiervan voorzien.
Het samengestelde, geknikte tentdak is met geglazuurde Romaanse pannen belegd. Behalve in de rechterzijgevel worden de dakvlakken aan drie zijden van de woning doorbroken door rechthoekige ongelijke bouwlichamen die zich uit de gevels naar boven hebben doorgezet. De houten daklijst met bakgoot rust op een uitgemetselde rollaag van koppen die de gevel afsluit.
De vensters die grotendeels uit een enkelvoudig, twee-, drie- of vier-gekoppelde enkelruits draairamen met bovenlichten bestaan, bezitten in de meeste gevallen een 2-ruits bovenlicht met een horizontale roede. De verschillende paneeldeuren bezitten een door twee horizontale roeden verdeeld 3-ruits raampje. Bijna alle bovendorpels zijn van een weldorpel voorzien.
De VOORGEVEL is ten opzichte van de straat een kwartslag gedraaid en wordt bepaald door een rechtop de gevel staand tussenlid (verbinding woning-kerk) en een risalerend hoogoprijzend bouwdeel (schacht) vanuit de deurpartij. Twee met glas-in-loodramen voorziene zijlichten en een bovenlicht omgeven een opgeklampte paneeldeur. In het midden van de deur bevindt zich een raampje met kathedraalglas met daaronder de brievenbus, gevat tussen twee verticale geriemde profielen die beneden op de weldorpel eindigen. Tezamen met een boven in het paneel van de deur geplaatst horizontaal profiel, vormen deze parallelle profielen een 'T'. Deur en omlijsting rusten op een hardstenen dorpel en neuten.
Het stoepje in de portiek bestaat uit grauwe baksteen en herhaalt het motief van het metselverband in halve platte kant en twee koppen. Het rooster in het midden is door een steens rollaag omgord.
De deurpartij bevindt zich in een portiek waarvan de linkerwand wordt gevormd door het recht op de gevel staande tussenlid en rechts een muurdam. In deze muurdam bevindt zich een korte, vrijstaande, zwart granieten kolom. In twee van de vier zijden is een nummer 2 aangebracht. De muurdam waarop de kolom rust wordt door rode keramiektegels gedekt. Het platgedekte afdak van de portiek wordt door een steens rollaag afgesloten die zich over de voorgevel voortzet tot halverwege de rechterzijgevel.
De schacht boven de deurpartij deelt de gevel in tweeën. Ter plaatse van het dakvlak is een venster met drie smalle gekoppelde ramen geplaatst waarbij het middelste hoger reikt dan de twee flankerende ramen die van gelijke grootte zijn. Een getrapt zinken dakje dekt de schacht.
In het linkerdeel van de gevel bevindt zich in de eerste bouwlaag een uit vier gekoppelde draairamen bestaand venster zoals beschreven in de inleiding, maar hier voorzien van een tweede laag enkelruits bovenlichten.
In de tweede bouwlaag bevinden zich twee rechthoekige vensters en rechts van de schacht, een venster met twee gekoppelde ramen zoals beschreven in de inleiding.
In de LINKERZIJGEVEL domineert het platgedekte hoogoprijzende bouwdeel dat de trappenhal bevat. Deze verdeelt de gevel in drie nagenoeg gelijke delen doordat in de tweede bouwlaag, het linker- en rechterdeel van de gevel terugwijken.
Midden en recht op de gevel is in de eerste bouwlaag een muurdam geplaatst die door een rollaag wordt afgesloten. Deze zet zich tot boven de stolpdeuren in de linkergevel voort.
Links van de muurdam bevinden zich stolpdeuren met aan weerszijde een openslaand raam alle voorzien van eerder beschreven bovenlichten. Rechts is een deur met meerruits raam geplaatst (onregelmatigheden in het metselverband duiden op wijzigingen van de deurpartij). Links naast de bovenhoek van de deur komt een identiek beton-element voor zoals beschreven bij de ramen in het tussenlid.
Het rechterdeel van de linkerzijgevel bevat v.l.n.r. een klapraampje, een deur (van het type dat in de inleiding is beschreven) met (later aangebracht) bovenlicht en een venster met drie gekoppelde ramen. Geheel rechts op de hoek bevindt zich een uit de rooilijn springende, platgedekte annex van een bouwlaag met lage schoorsteen. Verdeeld over twee zijden van de annex is resp. een deur op natuurstenen dorpel en neuten, geplaatst en een venster met twee gekoppelde ramen van het hiervoor genoemde type.
De trappenhal in het midden van de tweede bouwlaag is voorzien van een fors L-vormig venster met drie langgerekte gekoppelde ramen waarvan het liggende deel zich over de hoek omzet. Ter plaatse van het trapbordes zijn de ramen onderbroken. Het middelste van de drie ramen reikt, overeenkomstig het raam in de schacht van de voorgevel, ten opzichte van de flankerende ramen, hoger.
In de zijmuur van de trappenhal, boven het links gelegen balkon, is een klein vierkant draairaam gesitueerd.
Het linker deel van de gevel vertoont op de verdieping met het rechter gelijkenis, hoewel zich hier een balkon bevindt en in plaats van drie gekoppelde ramen (zoals die eerder nauwkeurig zijn beschreven), zich hier een deur met flankerende ramen bevindt. De ACHTERGEVEL wordt door een witgepleisterde risaliet, bestaande uit drie bouwlagen, gedomineerd. De twee meerruits stolpdeuren in de eerste bouwlaag, die rusten op neuten en natuurstenen dorpel, worden door een 6-ruits raam geflankeerd en boven afgesloten door vier bovenlichten van het veelvuldig voorkomende type. In de rechterzijmuur van de risaliet bevindt zich een smal identiek venster met bovenlicht.
In de tweede bouwlaag zijn twee vensters voorzien van stolpramen en bovenlichten gesitueerd. Hierboven bevinden zich tenslotte weer twee stolpramen die nu in ieder raam zijn voorzien van twee horizontale roeden.
Het linkerdeel van de achtergevel heeft in de eerste bouwlaag een paneeldeur met ter weerszijde een raam en drie bovenlichten. Geheel links is, diep terugliggend in het gevelvlak dat vanuit de rechterzijgevel is omgehoekt, een klein vierkant, door een horizontale roede gedeeld raampje. Twee ver naar voorstekende muurdammen, gedekt door keramiektegels, markeren een verhoogd vloergedeelte met kepermotief.
In de tweede bouwlaag is een venster met enkelvoudig raam met 2-ruits bovenlicht geplaatst. Het rechterdeel van de gevel is, in twee bouwlagen, voorzien van een identiek venster met drie gekoppelde ramen met bovenlichten.
De RECHTER ZIJGEVEL kenmerkt zich door ten opzichte van elkaar trapsgewijs verspringende muurvlakken. De hier voorkomende vensters zijn alle van het type dat in de inleiding is beschreven.
In het rechter en naar voorstekende deel van de gevel, is een verdiept venster met drie gekoppelde ramen met bovenlichten aangebracht. In de twee zijmuren van de uitbouw bevinden zich identieke vierkante raampjes waarvan het ene in de rechterzijmuur al is beschreven in het linkerdeel van de achtergevel.
De uitbouw vormt het balkon in de tweede bouwlaag waarop een paneeldeur uitkomt, geflankeerd door twee ramen en afgesloten door drie bovenlichten. De balkondekplaat is geprofileerd en is met het muurvlak omgehoekt naar de achtergevel.
In het linker gevelvlak bevindt zich alleen in de tweede bouwlaag een venster met twee gekoppelde ramen en bovenlichten. In de zijmuur is een soort blind-nisje of raampje met gemetselde sierrand in de verder gesloten wand. In het dakschild bevindt zich een klein enkelruits dakraam.
Het meest van de straat gelegen gevelvlak bezit in twee bouwlagen een identiek venster met twee gekoppelde ramen met bovenlichten. Het venster beneden heeft echter tussen de ramen een breed, halfrond en witgeschilderd betonelement zoals die ook voorkomen in het tussenlid.
Het venster hierboven is in het metselwerk ingehakt.
Het TUSSENLID vertoont in plattegrond een smalle langgerekte rechthoek waar, aan de zijde van de kerk, twee uitbouwen grenzen die ongelijk van hoogte zijn. Dit samenstel van bouwdelen, dat is gesitueerd aan de de tuinzijde, bestaat uit een bouwlaag en is vlakgedekt. De gevel aan de straatzijde bezit vijf kleine raampjes die ieder zijn gevat tussen brede halfronde en witgeschilderde betonelementen die door een rustklamp worden ondersteund. Ter weerszijden van de vijf ramen is een deur gesitueerd zoals die al eerder is beschreven. Deuren en ramen worden alle door een uitgemetselde platte laag oranjerode baksteen afgesloten.
De gevel aan de tuinzijde wijkt van die van de straatzijde af door drie in plaats van vijf ramen en de plaatsing van de deur in de aangrenzende uitbouw recht op de gevel. In de hoogste uitbouw van de twee is boven het trasraam een venster met twee gekoppelde ramen met bovenlichten geplaatst. Een steens rollaag sluit de gevel af.
Het INTERIEUR van de woning vertoont een grote mate van oorspronkelijkheid, waarbij de traphal het meest met zorg is behandeld. Fraaie details in de gesneden balusters en trappalen van de bordestrap die door een over een hoek omgezet L-vormig venster van twee zijden wordt belicht. De drie langgerekte gekoppelde ramen bestaan uit een herhaling van vijf naast elkaar gelegen biezen met de primaire kleuren blauw, geel en rood. De oorspronkelijke, eenvoudig bewerkte paneeldeuren zijn met de deurkrukken nog merendeels aanwezig.
Waardering
Pastorie bij naastgelegen kerk van architect J.G.A. van Dongen jr. (1896-1973) in een expressionistische, op de Amsterdamse School gelijkende stijl.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en nagenoeg gaaf bewaard voorbeeld van een pastorie met een strakke en eenvoudig uitgevoerde vormgeving, beïnvloed door de architectonische vormgeving van het expressionisme (Amsterdamse en Nieuw Haagse School). Het pand onderscheidt zich door fantasierijke gevelindelingen die nergens tot uitbundigheid leidt. De schikking van kubische ruimten die buiten de gevellijn treden laat gemakkelijk plaatsing toe van eenvoudig vormgegeven vensters. Voor het interieur levert dit bovendien een licht geheel op. In onderdelen blijkt ook de zorg voor details: de opgeklampte deur in de voorgevel, de gevelsteen die is voorzien van het jaartal 1922, het gekleurde glas van de trappenhal en de weldorpel boven in de kozijnen van de vensters.
- Van stedenbouwkundige waarde: het pand vormt met het tussenlid een directe verbinding met de door dezelfde architect, ontworpen kerk. De woning is, vrijliggend, meer nog dan de kerk, van de straat gescheiden door het kerkplein en een groenstrook.
- Van cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming, welke verbonden is met een historische ontwikkeling. Waardevol kan eveneens worden beschouwd dat pastorie en (aangrenzende) kerk zijn gebouwd in een overwegend protestants Apeldoorn. In de tweede helft 19de eeuw tot eerste helft 20ste eeuw was een duidelijke toename te constateren van bouwwerken die ontstonden vanuit katholieke opdrachten te bevordering van het katholicisme in Nederland. Hiervan zijn in Apeldoorn enkele voorbeelden te vinden zoals de kerk H.H. Fabianus en Sebastianus en het Klein Seminarie.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Katholieke PAROCHIEKERK, H.H. Fabianus en Sebastianus, met aangebouwde PASTORIE, gebouwd in 1923-1924 naar ontwerp van de Bredase architect J.G.A. van Dongen jr. (1896-1973) in een expressionistische, op de Amsterdamse School gelijkende stijl.
De kerk met aangrenzende pastoriewoning vormt een markant ensemble even terzijde van de Arnhemseweg. Het kerkgebouw ligt in een zichtas vanaf de Arnhemseweg op de kop van het Sebastiaanplein. De rijbaan buigt vóór de kerk af naar de Fabianusstraat. Door deze aanleg wordt de aanwezigheid van het gebouw nog eens stedebouwkundig benadrukt. Kerk en pastorie zijn gesitueerd temidden van een woonwijk die vlak na de bouwtijd van de kerk is ontstaan.
Jan van Dongen is geboren in Breda. Hij studeerde bouwkunde in Amsterdam en associeerde zich later met zijn oom J.A. van Dongen, die eveneens architect was.
Van Dongen was verantwoordelijk voor vele gebouwen en verbouwingen in Nederland. Kerken van zijn hand zijn te vinden in Assen, Steenwijksmoer en Breda. In Apeldoorn bevinden zich de Jozefstichting met kapel en de H. Theresiakerk, beide uit 1939. Van Dongen liet zich echter niet alleen in met de kerkenbouw, maar ontwierp en bouwde vele scholen, ziekenhuizen en psychiatrische inrichtingen. Het Arnhemse nonnenklooster 'Insula Dei' is van Dongen's grootste bouwwerk. Van Dongen behoorde tot een generatie architecten die zich al vrij snel afzette tegen de Neogotische bouwstijl die de voorgaande jaren in zwang was. Zijn kerken kenmerken zich door gesloten muurvlakken met kleine vensters. In deze opzet zijn ze traditioneel te noemen voor de Katholieke kerken in die tijd. Maar de grote, overkluisde ruimten, waarbij pijlers of zuilen ontbreken, warenzonder meer vernieuwend. Het bood de kerkganger daarmee alle zicht op de liturgische handelingen op het altaar. Ook op andere gebieden dan als architect was van Dongen actief. In 1925 werd hij lid van de Algemeene Katholieke Kunstenaarsvereniging (AAKV) die zich ten doel had gesteld 'kunst en de beoefening daarvan in overeenstemming te brengen met de katholieke levensbeschouwing alsook dienstbaar te maken aan de eredienst van de kerk'. In dit kader moet ook van Dongen's gedachte over de rol van de architect worden bezien. Deze diende primair het geestelijke ideaal voorop te stellen. Het kerkgebouw moest een afspiegeling zijn van de maatschappij die niet door individuen werd bepaald maar van een hechte samenstelling getuigde, zonder verderfelijk gewin naar materiële zaken. De totale gedachte was geënt op een goddelijk heilsplan.
Zijn ideeën verkondigde hij niet alleen op schrift. In de jaren dertig had van Dongen voor de KRO-radio een rubriek waarin hij de toepassing van diverse kunstvormen als 'Gesammt Kunstwerk' propageerde. Van Dongen was actief lid van de Geldersche Schoonheidscommissie tot 1966. Maar ook in plaatselijke comités (Arnhem en Nijmegen) had hij zitting. Op het moment dat in Apeldoorn een dergelijke commissie in het leven werd geroepen trad hij ook daar toe.
De kerk H.H. Fabianus en Sebastianus met pastorie was van Dongen's eerste opdracht als zelfstandig architect in Apeldoorn.
Waardering
Kerkgebouw met pastorie van architect J.G.A. van Dongen jr. (1896-1973) in een expressionistische, op de Amsterdamse School gelijkende stijl.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en nagenoeg gaaf bewaard voorbeeld van een kerkgebouw met pastorie met een strakke en eenvoudig uitgevoerde ornamentiek, beïnvloed door de architectonische vormgeving van het expressionisme en de Amsterdamse School.
In de dispositie van schip en afgescheiden koorpartij is het kerkgebouw zonder meer bijzonder te noemen. Geheel eigen is de welhaast kubistische vormgeving van de pastorie.
- Van stedebouwkundige waarde zijn kerk en pastorie gezien hun situering temidden van een woonwijk die vlak na de bouwtijd van de kerk is ontstaan. De kerk met aangrenzende pastoriewoning vormt een markant ensemble even terzijde van de Arnhemseweg.
Het kerkgebouw ligt in een zichtas vanaf de Arnhemseweg op de kop van het Sebastiaanplein. De rijbaan buigt vóór de kerk af naar de Fabianusstraat. Door deze aanleg wordt de aanwezigheid van het gebouw nog eens stedebouwkundig benadrukt.
- Van cultuurhistorische waarde is de katholieke kerk omdat zij is gebouwd in het overwegend protestante Apeldoorn. In de tweede helft van de 19de eeuw tot de eerste helft 20ste eeuw was een duidelijke toename waar te nemen van bouwwerken die ontstonden vanuit katholieke opdrachten ter bevordering van het katholicisme in Nederland. In Apeldoorn zijn daar onder meer voorbeelden van te vinden in de kerk H.H. Fabianus en Sebastianus en het Klein Seminarie.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Pastorie(F) | Religieuze gebouwen | Kerkelijke dienstwoning | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Sebastiaanplein | 3 | – | 7333 BA | Apeldoorn | – | – | Ja |
Sebastiaanplein | 1 | – | 7333 BA | Apeldoorn | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | L | 10764 | – | Apeldoorn |
– | L | 13893 | – | Apeldoorn |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1923 | 1924 | – | vervaardiging |