Soerenseweg 71, Apeldoorn

Inleiding

In Neorenaissance stijl opgetrokken POORTGEBOUW uit 1896 van de BEGRAAFPLAATS aan de Soerenseweg 71, vlak voor de kruising met de Jachtlaan. Het poortgebouw, ontworpen door de Apeldoornse architect J.A. Wijn (1857-?), is teruggeplaatst ten opzichte van de Soerenseweg met hiervoor een groot plantsoen. Een gebogen en verlopend grindpad geeft toegang tot de begraafplaats. Omschrijving

Het poortgebouw bestaat in essentie uit twee gespiegelde bouwdelen van één bouwlaag met een T-vormige plattegrond. De bakstenen gevels van elk bouwdeel, voorzien van een omlopende gecementeerde plint, zijn gemetseld in kruisverband en worden afgesloten door een samengesteld dak met (recent aangebrachte) gesmoorde stormpannen met ballonvorsten. Het dak heeft een omlopende houten bakgoot op klossen, welke in de voorgevels overgaat in een gepleisterde cordonlijst. Aan veld- en achterzijde van de bouwdelen bevinden zich trapgevels. De naar de poortdoorgang gerichte zijgevels van de bouwdelen zijn in het midden voorzien van een stenen dakhuis, eveneens uitlopend in een trapgevel. De gevels van beide bouwdelen zijn voorzien van gepleisterde details zoals speklagen, geboorte- en sluitstenen (waarvan een aantal voorzien van diamantkoppen), binnen korfbogen, strekken en rondbogen boven de diverse vensters, geprofileerde deklijsten van de trapgevel en een geprofileerde cordonlijst tussen beide verdiepingen van de voorgevel. Boven sommige kozijnen bevinden zich nog geknipte loodslabben. Tussen beide bouwdelen bevindt zich de feitelijke poort, bestaande uit links en rechts een rondboogdoorgang, welke wordt geflankeerd door zware gemetselde pijlers met pilasters. De doorgang wordt afgesloten door een gepleisterd hoofdgestel. Op de hekpijler is een gepleisterde vaas aangebracht met een brandende toorts. In de rondboogdoorgangen bevindt zich een smeedijzeren hek. Tussen de hekpijlers is een dubbel smeedijzeren hek aangebracht.

De VOORGEVEL van het RECHTER BOUWDEEL heeft op de begane grond een kruiskozijn, voorzien van twee hoge 2-ruits draairamen met 6-ruits bovenlichten. Het kozijn wordt geflankeerd door paneelluiken ter hoogte van de onderramen. Het venster wordt afgesloten door een grote steense korfboog met hieronder twee gekoppelde halfsteens rondbogen. Het boogveld van de rondbogen is voorzien van siermetselwerk. De korfboog wordt geflankeerd door twee sierankers. Boven de cordonlijst heeft de gevel op de verdieping een kleiner kruiskozijn, afgesloten door een anderhalfsteens strek. Het kozijn bevat twee 2-ruits draairamen, geflankeerd door paneelluiken, met 4-ruits bovenlichten. Boven de sluitsteen van de strek bevindt zich een gepleisterde kraagsteen met daarop een gemetselde uitspringende penant, welke ter afsluiting van de trapgevel wordt bekroond door een gepleisterde toorts. Aan beide zijden wordt het penant geflankeerd door voluutvormige klauwstukken. De rechterzijde van de voorgevel wordt gevormd door het terugspringende geveldeel van de dwarsgeplaatste vleugel. Voor dit gevelvlak is de belendende muur voorzien van een enkel raam met 6-ruits bovenlicht. Het raam wordt afgesloten door een steense strek. Boven de bakgoot bevindt zich een hoge gemetselde schoorsteen. Het gevelvlak heeft boven de plint aan de linkerzijde een kozijn met twee 6-ruits draairaam, geflankeerd door paneelluiken. Rechts hiervan bevindt zich een klapraam met H-vormige roedenverdeling. Deze ramen worden afgesloten door een steense strek boven de speklaag.

De LINKER ZIJGEVEL heeft aan de rechterzijde voor de rondboogdoorgang een draairaam met H-vormige roedenindeling, geflankeerd door een paneelluik. Het raam wordt afgesloten door een anderhalfsteens strek. Achter de doorgang heeft de gevel een identiek raam. Rechts hiervan bevindt zich een smal middenrisaliet met op de begane grond een verdiept geplaatst deurkozijn, met in bloktandmotief gesneden kalf. In het kozijn is een paneeldeur aangebracht met twee 4-ruits bovenlichten. De ingang wordt afgesloten door een steense rondboog met daaronder een teruggelegen boogveld, voorzien van twee gekoppelde halfsteens rondbogen met siermetselwerk. Het dakhuis boven de bakgoot heeft een kruiskozijn met twee gekoppelde 2-ruits draairamen, geflankeerd door paneelluiken. Hierboven bevinden zich twee kleine 4-ruits bovenlichten. Het kozijn wordt afgesloten door een steense korfboog, met een gepleisterde kraagsteen als sluitsteen. Hierop rust een gemetselde penant, bekroond door een kleine gepleisterde toorts ter afsluiting van de trapgevel. De RECHTER ZIJGEVEL heeft aan de linkerzijde twee enkelruits klapramen. Rechts hiervan bevindt zich een deurkozijn, voorzien van een opgeklampte deur van kraaldelen.

De ACHTERGEVEL is aan de rechterzijde identiek aan de voorgevel, behoudens het ontbreken van een gemetselde toorts boven het pendant van de trapgevel. Het terugspringende gevelvlak aan de linkerzijde heeft twee kozijnen, voorzien van gekoppelde 2-ruits draairamen (hiervoor zijn nu moderne voorzetramen aangebracht). Links hiervan bevindt zich een deurkozijn, voorzien van een paneeldeur met enkel glas. Links van het deurkozijn heeft de gevel een klein klapraam.

Het INTERIEUR van beide bouwdelen is wat betreft functie ongewijzigd. Het linker bouwdeel bevat een kapel en opslagloods met tuingereedschap voor de begraafplaats. Het rechter bouwdeel bevat de beheerders/portierswoning. De kapel/loods is nu voorzien van gipsplaatplafonds en moderne vloeren. Links van het risaliet heeft de gevel op de begane grond nog twee draairamen met H-vormige roedenverdeling. Deze ramen zijn voorzien van een enkel paneelluik.

De VOORGEVEL van het LINKER BOUWDEEL is identiek aan die van het eerder omschreven rechter bouwdeel, behoudens een deurkozijn met gekoppelde 10-ruits draaideuren en 6-ruits bovenlichten op de begane grond onder de trapgevel.

De LINKER ZIJGEVEL is voorzien van twee 2-delige kozijnen, voorzien van een enkel raam met enkelruits bovenlicht. De kozijnen worden afgesloten door een hardstenen latei. Boven de kozijnen bevinden zich drie muurankers.

De RECHTER ZIJGEVEL is identiek aan die van het eerder omschreven linker bouwdeel, behoudens twee extra kozijnen, voorzien van klapramen met H-vormige roedenverdeling aan de rechterzijde van de ingangspartij.

De ACHTERGEVEL heeft aan de linkerzijde een deurkozijn met gekoppelde 10-ruits draaideuren, voorzien van 8-ruits bovenlichten. Op de verdieping heeft de gevel twee meerruits draairamen met 4-ruits bovenlichten, geflankeerd door paneelluiken. Het terugspringende gevelvlak aan de rechterzijde heeft een deurkozijn met gekoppelde 10-ruits draaideuren. Rechts hiervan bevindt zich een deurkozijn met een opgeklampte dubbele deur.

Waardering

Poortgebouw van begraafplaats uit 1896 in neorenaissancestijl.

- Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een gaaf bewaard gebleven poortgebouw van een begraafplaats.

- Van stedebouwkundige waarde door de situering aan de Soerenseweg met monumentale hoofdentree, voorterrein en oprijlanen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
514499
Complexnaam
Begraafplaatscomplex
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

ALGEMENE BEGRAAFPLAATS met GRAFZERKEN/-MONUMENTEN, POORTGEBOUW en HEKWERK gelegen aan de Soerenseweg nabij de hoek met de Jachtlaan.

In 1896 werd een aanvang gemaakt met de aanleg van een nieuwe begraafplaats aan de Soerenseweg, destijds nog op ruime afstand van de zich sterk uitbreidende kom van het dorp. Het terrein was in 1895 aangekocht van H. Hoegen Dijkhof. Hoewel de eerste begraving in 1897 plaats vond na het plotselinge overlijden van burgemeester J.A. van Hasselt, één van de belangrijkste promotors van het nieuwe terrein, zou het nog tot 1 januari 1900 duren, voordat de begraafplaats officieel in gebruik werd genomen. Door de explosieve groei van Apeldoorn werd al 15 jaar later, in 1915, een grootschalige uitbreiding gerealiseerd, waarmee het terrein haar huidige omvang bereikte.

Het poortgebouw met dienstwoning en dienstruimten is in 1896 in neorenaissancestijl gebouwd naar ontwerp van de Apeldoornse architect J.A. Wijn (1857-?). In hetzelfde jaar ontwierp de Firma Groenewegen en Zn. de aanleg van het terrein. In of kort na 1915 werd de begraafplaats sterk uitgebreid, vrijwel zeker naar ontwerp van de gemeente-architect Gerrit de Zeeuw (1861-1938), die het ontwerp ondertekende.

Aanleg en beplanting

Het plan van Groenewegen vertoont een mengvorm van elementen uit de romantische, landschappelijke stijl en een meer formele strakke stijl: gemengde tuinstijl. Groenwegen maakte een in plattegrond vooral formeel plan dat hij inpaste in een vrijwel rechthoekig terrein, dat geheel omsloten werd door een strook begroeiing. Haaks op de hoofdentree is een lange hoofdas. Deze hoofdas wordt gekruist door een dwarsas met op de kruising een klein rond. Vlak achter de hoofdentree werd over de kop van het zo ontstane kruis een groot ellipsvormig padenstelsel gelegd met aansluitend gebogen paden. Aan de andere zijde werd de begraafplaats afgesloten met een langgerekt terrein met halfronde uiteinden.

Het ontwerp uit 1915 omsloot het terrein aan alle zijden op één na - de zijde van de hoofdentree. Het terrein kreeg een zeshoekige vorm. Als hoofmotief werd om het negentiende eeuwse deel een driekwart rond aangelegd met radialen en rondlopende paden, waarvan het hoofdpad aansloot op de twee elkaar kruisende paden van het oude gedeelte. Op de hoekpunten van de zeshoek werden kleine, met elkaar verbonden ronden aangelegd.

Langs de meeste hoofdpaden en rondom alle geleidende elementen en vlakken binnen de hoofdstructuur vindt men laanbeplanting, in de meeste gevallen Hollandse eiken (met name in het noordelijke en noordoostelijke deel), linden (vooral in het middendeel) en beuken (met name in het westelijke en zuidelijke deel). Langs de breedste paden is er sprake van dubbele laanbeplanting. De kleine ronden hebben een kern van dennen. De binnenterreinen kennen voornamelijk solitaire groenelementen: diverse soorten loofbomen, treurbomen, conifeerachtigen, etc.

Grafzerken/-monumenten

Sinds de officiële ingebruikname in 1900 is op de begraafplaats een grote verscheidenheid aan grafzerken/-monumenten verrezen. Een zeer geliefde combinatie is een grote liggende hardstenen zerk binnen een rijk uitgewerkt smeedijzeren hekwerk. Ook staande grafzerken binnen hekwerken komen voor. Grote bouwwerken zoals grafkapellen en mausolea komen niet voor. Over het algemeen kan worden gesteld dat de grafkunst in Apeldoorn vrij ingetogen en sober was. Weelderige ornamentiek en ook doodssymboliek werd maar mondjesmaat toegepast. Door het ontbreken van een Rooms Katholiek gedeelte ontbreken de sterk religieus gebonden motieven. Vaker voorkomend is de typisch wereldse', vaak op de klassieken geïnspireerde symboliek: gebroken zuilen, grafstèles, obelisken, toortsen, e.d. Toegepaste versierende motieven zijn soms in de dan heersende stijlen uitgevoerd, zoals Art Nouveau, Art Deco of Zakelijkheid.

Waardering

Algemenen begraafplaats (1896, 1915) met poortgebouw (1896), hekwerk (1915) en grafzerken/-monumenten.

- Van architectuurhistorische waarde vanwege de uit verscheidene perioden daterende grafzerken/-monumenten die in de toen heersende stijlen zijn uitgevoerd. Bovendien vanwege het in neorenaissancestijl opgetrokken poortgebouw met dienstwoning en dienstruimten.

- Van cultuurhistorische belang wegens de funerair-historische en lokale/regionale genealogische waarde. Vanwege het kenmerkende laat-negentiende en vroeg-twintigste eeuwse karakter van het oudste gedeelte van de begraafplaats.

- Van tuinhistorische waarde vanwege de kwaliteit van de gaaf bewaard gebleven bijzondere aanleg - een uitgekiende combinatie van romantisch-landschappelijke en een meer formele opzet - met zijn kenmerkende hoofd- en nevenelementen (centrale as, ellipsvormig padenstelsel, driekwartrond en krans van ronden en halfronden), de aanleg van lanen en paden en de historische beplanting (laanbeplanting en waardevolle individuele groenelementen en solitairen) naar ontwerp van Fa. Groenwegen en Zn. (1896) en G. Versteeg (1915). Wegens het gevarieerde sortiment bomen en heesters van hoge ouderdom.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Poortgebouw Uitvaartcentra en begraafplaatsen Begraafplaats en -onderdelen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Soerenseweg 71 7314 JE Apeldoorn Sprengenbos BY Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
R 4311 Hoog Soeren
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1896 1896 In 1895 aanbesteed vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Wijn, J.A. ; Gelderland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven