Casa Blanca, Apeldoorn
Inleiding
Deze STADSVILLA Casa Blanca werd in 1903/1904 door architect A. van Driesum in een overgangsstijl gebouwd op de linkerhoek van de kruising Louisalaan/Mariannalaan. In de vormgeving van het pand zijn ondermeer elementen uit de Chaletstijl en Art Nouveau, maar ook Indische invloeden verwerkt. De tuin rond het pand wordt door een smeedijzeren tuinhek met draaihek van de weg gescheiden.
Dit gebied rond de Bas Backerlaan, de Emmalaan en Mariannalaan had omstreeks 1880 een geheel andere opzet en werd toen Emmapark genoemd. De Mariannalaan was rond 1896 wel aangelegd, maar kende nog nauwelijks bebouwing. In de periode tussen 1900 en 1905 zouden hier de eerste villa's gebouwd worden. Op de beide hoeken van de aansluiting van de Louisalaan op de Mariannalaan verschenen in de jaren 1902-1904 twee forse, rijk gedecoreerde villa's, Mariannalaan 4 en 6. Beide panden vertonen overeenkomsten, maar ook verschillen in bijvoorbeeld de gevelbehandeling. Het pand bezit tevens nog een vrijwel compleet interieur uit de bouwtijd.
Omschrijving
Deze rijk gedetailleerde vrijstaande villa heeft een samengestelde plattegrond, met een tweelaags kernbouw, bestaande uit twee haaks op elkaar geplaatste rechthoekige bouwdelen, beide onder een zadeldak met overstekken, waarvan het met de nok haaks op de Mariannalaan geplaatste zadeldak rechts een klein wolfeind en rijk uitgevoerd sierspant bezit. De dakvlakken zijn belegd met rode kruispannen. De met de topgevel naar de Mariannalaan gerichte vleugel rechts is smaller dan de hier haaks op geplaatste vleugel links en heeft derhalve een dak met een steilere helling. Deze vleugel springt aan de voor- en achterzijde iets uit ten opzichte van het andere bouwdeel, waardoor de werking van een topgevelrisaliet is verkregen. De kappen hebben een forse overstek op klossen en decoratieve houten windveren. De windveren van de topgevel aan de voorzijde eindigen in gesneden drakekoppen. Ook de windveren van het lessenaarsdak van de veranda bezitten een dergelijke versiering met drakekop. Op het rechter dakschild staat een dakkapel met een lessenaarsdak met windveren, een tweelichtkozijn met draairamen met 2-ruits bovendelen. De kappen bezitten bij het overstek boven de zijgevels mastgoten met houten waterborden. Op het nokeinde van het zadeldak rechts bevindt zich boven het wolfeind een zinken kruisbloem. Op de windveren van de topgevelrisaliet van de voorgevel sluiten de gedecoreerde spantbenen van het sierspant aan. Deze hebben aan het ondereinde een hangende, gedraaide knop en zijn boven onderling verbonden door een ligger boven en gebogen haanhout daaronder. Tussen de ligger en het haanhout bevinden zich negen verticale stijlen met sierknoppen aan onderzijde. De spantbenen van het sierspant rusten op een viertal, rijk geprofileerde, korbeelstellen welke zijn geplaatst op muurstijlen op bakstenen muurdammetjes. Op het dak bevinden zich drie in stijl aangepaste schoorstenen.
De gevels bezitten een uitspringende bakstenen plint met waterlijst in geglazuurde profielsteen en gepleisterde, wit geschilderde gevels met speklagen en hoekblokken in baksteen (drie lagen). De eerste bouwlaag bezit drie speklagen, de tweede twee met halverwege op de hoeken hoekblokken. De segmentbogen boven de gepleisterde lateien van ramen en deuren zijn ook uitgevoerd in schoon baksteenwerk. De gepleisterde lateien bezitten in de eerste bouwlaag uitgespaarde gestileerde plant- en zweepslagmotieven. De lateien op de verdieping bezitten aan de onderzijde een licht verdiept segmentboogvormig veld. De erkerramen bezitten alleen lateien. De raam- en deurkozijnen zijn overwegend geprofileerd en bezitten hardstenen onderdorpels met neutjes. Onder de ramen bevinden zich trapsgewijs schuin aflopende lekdorpels, uitgevoerd in twee boven elkaar geplaatste stroken geglazuurde profielstenen. De wisseldorpels van de schuiframen en kalven van de serre hebben een tandlijst. De bovenlichten van de ramen zijn veelal in rood kathedraalglas uitgevoerd. De voorgevel heeft rechts een topgevelrisaliet met in de eerste bouwlaag een gemetselde driezijdig gesloten erker. De erker bezit in de beide schuin geplaatste zijden een enkelruits schuifraam met 4-ruits bovenlicht en in de kopgevel een schuifraam met 8-ruits bovenlicht. De ramen bezitten vlakke houten rolluikbakken met een Art Nouveau kroonlijst met tandlijstversiering en houten pilastervormige rolluikgeleiders met een uitgespaarde lijndecoratie. De geleiders zijn middels een bij de hoeken gebogen verlopende smeedijzeren strip aan de bak verankerd. De erker sluit af met een houten, geprofileerde bakgoot en een houten balkonhek. Op de verdieping is in het risaliet boven dit balkon een enkelruits schuifraam met 8-ruits bovenlicht geplaatst, met rolluikbakken als genoemd. Aan weerszijden van dit raam is de naam CASA BLANCA geschilderd.
De gepleisterde, ten opzichte van de onderbouw licht uitspringende topgevel van de voorgevel wordt ondersteund door twee bakstenen rondbogen op kraagsteentjes, die in het midden onderling zijn verbonden door een brede segmentboog. De muurstijlen van de korbeelstellen worden links en rechts verbonden door horizontale houten liggers met daartussen volgens een S-lijn gebogen verlopende diagonaalschoren en een verticaal schoortje. In de geveltop bevindt zich een getoogd dubbel raam met een geprofileerde tussenstijl. De gekromde bovendelen van de ramen hebben een 3-ruits verdeling. Het topgevelgedeelte rondom dit venster bezit een verticale houten beschieting met een uitgezaagde versiering aan de onderzijde. Het terugliggende linker deel van de voorgevel bezit in de eerste bouwlaag links een driedelig gekoppelde raampartij met twee geprofileerde tussenstijlen en enkelruits schuiframen met 6-ruits (midden) en 4-ruits bovenlichten. Deze raampartij heeft een rolluikbak als beschreven. Rechts bevindt zich bij de aansluiting op het risaliet een deurpartij met kozijn met hardstenen neuten en onderdorpel, geprofileerd kalf en een paneeldeur met drie hoge smalle raampjes met smeedijzeren glasbeschermers in geometrische Art Nouveau vormen. Het 6-ruits bovenlicht heeft rood kathedraalglas. Voor de deur ligt een hardstenen bordestrap. De tweede bouwlaag bezit twee enkelruits schuiframen met 6-ruits bovenlicht. De oorspronkelijk aanwezige luiken zijn verdwenen. Boven de ramen bevinden zich bakstenen segmentbogen.
De rechterzijgevel heeft rechts in zowel de eerste als de tweede bouwlaag een schuifraam met 8-ruits bovenlicht. De luiken ontbreken. Het raam boven heeft nog wel persiennes met in het onderste deel een houten paneel met kraaldelen met zandloperbeschildering in wit en donkergroen.
Links in deze gevel bevindt zich een forse houten serre op een gepleisterde borstwering met bakstenen plint. De serre heeft in de voorgevel dubbele tuindeuren met dubbele panelen onder en een groot raam met een 10-ruits bovenlicht boven. Aan weerszijden hiervan bevindt zich een zijlicht met enkelruits raam met 8-ruits bovenlicht. De beide zijgevels van de serre bezitten twee enkelruits ramen met 8-ruits bovenlichten. De kalven zijn geprofileerd en voorzien van een tandlijst, de kozijnstijlen bezitten vellingkantprofielen op de hoeken, het houten fries bezit panelen en de geprofileerde gootlijst rust op versierde klossen. Op de serre staat een houten veranda met een zelfde balkonhek als beschreven bij de erker. De veranda heeft dezelfde traveeindeling middels met vellingkanten versierde stijlen als de serre eronder. De rechter zijgevel van deze veranda is als windscherm gesloten uitgevoerd, met een borstwering van kraaldelen en twee ramen. De kozijnstijlen van de veranda zijn aan de bovenzijde onderling verbonden door een kalf met daarop per vak een drietal verticale stijltjes, die een reeks van vier kleine openingen vormen (in de rechter zijgevel gevuld met rood kathedraalglas). Deze stijltjes en de kalven zijn weer versierd met vellingkanten, terwijl de bovenliggers, tussen de aansluitingen van deze stijltjes zijn versierd met biljoenen. In de voorgevel en linker zijgevel rusten de kalven bij de aansluiting op de kozijnstijlen op omgebogen, met snijwerk versierde consoles. De halve topgevels van de veranda, boven de zijgevels zijn bedekt met verticale kraaldelen met een uitgezaagd schouderboogmotief aan de onderzijde. Het lessenaarsdak van de veranda heeft aan de binnenzijde een beschieting bestaande uit kraalschroten op gordingen. Op de verdieping komt op het balkon van de veranda een balkondeurenopening uit met dubbele balkondeuren met enkelruits ramen en paneel onder en een 12-ruits bovenlicht. Ook dit balkondeurkozijn heeft persiennes als beschreven bij het verdiepingsraam rechts van deze veranda. De linkerzijgevel is grotendeels blind uitgevoerd en bezit slechts in de linker as in de beide bouwlagen een enkelruits schuifraam met 8-ruits bovenlicht. De luiken ontbreken. Tegen de achtergevel bevindt zich een rechthoekige gepleisterde éénlaags uitbouw met twee speklagen in baksteen en kleine ramen. In de rechter zijgevel van deze aanbouw bevindt zich rechts een deurkozijn met paneeldeur met 6-ruits bovenlicht. De uitbouw sluit af met een vlakke gootlijst met op regelmatige afstanden onderbroken vellingkanten aan de onderzijde. In de eerste bouwlaag van de achtergevel van de kernbouw, links van deze uitbouw bevindt zich een breed kozijn met dubbele tuindeuren, met getoogde gekoppelde panelen onder en een groot raam boven, geprofileerd kalf en 12-ruits bovenlicht. Het kozijn bezit persiennes, welke in het middendeel een draaibaar kraaldelenpaneel met zandloperbeschildering bezitten. Op de verdieping bevindt zich in het midden een breed trappenhuisvenster met kozijn met middenstijl en twee enkelruits schuiframen met 6-ruits bovenlichten. Deze ramen hebben Art Nouveau glas-in-lood. Het pand bezit een vrijwel compleet interieur uit de bouwtijd, met een fraai dubbel Art Nouveau glas-in-lood raam van de bekende "Glasfabriek J.J.B.J. Bouvy" uit Dordrecht. Van belang zijn verder ondermeer de kamer en suite rechts met porte brisee, stucplafonds in Art Nouveau-vormen met rozetten met zonnebloemmotieven en dubbele lijsten met bloem- en bladmotieven, zwart marmeren schoorsteenmantels met uitgespaarde gestileerde, vergulde bloemmotieven. In de vestibule en gang gepleisterde gemarmerde lambriseringen met houten plinten en sierlijsten, paneeldeuren met geprofileerde kozijnen, terrazzovloeren, trappenhuis met blank houten grenen trap met door knoppen, ringen en cannelures (en zonnebloemen op de trappaal beneden) versierde trappalen, rijk versierde spijlen, geprofileerde treden en leuningen. Voorts een tochtportaal in vestibule met deur met geëtst glas in Art Nouveau-vormen en een porseleinen fontein met bloemmotieven in de gang. Op de verdieping bezit de kamer rechts voor nog een stucplafond met profiellijsten en middenrozet met rozen en bloementuiltjes. In de keuken bevindt zich nog een houten schouw met geprofileerd tablet, met aan weerszijden daarvan wandkasten.
Waardering
Stadsvilla uit 1903/1904, ontworpen door architect van Driesum.
- Van architectuurhistorische waarde als in 1903 ontworpen villa met een zeer opvallende, evenwichtig opgezette en markante bouwmassa, met meerdere representatief uitgevoerde gevels met topgevels met fraai uitgewerkt schijnspant, vensters met fraaie rolluikbakken, een rijk uitgevoerde forse serre met daarop een veranda. Het rijke Art Nouveau-interieur is vrij gaaf bewaard gebleven. Het is één van de betere voorbeelden van villa-architectuur zoals die rond 1900 in Apeldoorn gangbaar werd, met een combinatie van stadsvakwerk, Chaletstijl en Art Nouveau, met hier zelfs enige Indische motieven. Deze villa is van een bouwtype dat voor de Parken zeer karakteristiek genoemd kan worden. Het pand neemt binnen het oeuvre van de Apeldoornse architect A. van Driesum een belangrijke plaats in.
- Van stedebouwkundige waarde als markant gesitueerd hoekpand dat in combinatie met het op de tegenovergelegen hoek gesitueerde pand (Mariannalaan 4) een zeer sterk beeldbepalend ensemble vormt. Het pand vormt in combinatie met de vele particuliere en openbare groenelementen een belangrijk onderdeel van deze wijk.
- Van cultuurhistorische waarde als herkenbaar element uit een maatschappelijke ontwikkeling. Het pand werd gebouwd als huisvesting van de nieuwe en kapitaalkrachtige stedelijke elite, die zich bij voorkeur vestigde in kapitale villa's in ruim opgezette romantisch aangelegde villawijken. De Parken behoort tot de grootste en oudste villawijken van dit type in ons land en de aanleg droeg er toe bij dat het aanzien van het dorp en de sociale gelaagdheid van haar bevolking sterk veranderde.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mariannalaan | 6 | – | 7316 DV | Apeldoorn | Parken | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Villa |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | H | 8450 | – | Apeldoorn |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1901 | 1903 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Driesum Szn, A. (Andries) van ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Bouvy, Glasfabriek J.J.B.J. ; Gelderland | glazenier | – |