Inleiding

RENTENIERSWONING met aangebouwd KOETSHUIS gebouwd in 1908 in een Overgangsarchitectuur met Chalet- en Art Nouveau-stijl elementen. Toen het pand in 1915 werd verkocht, werd er een bank in gevestigd en vond een interne verbouwing plaats waarbij de entree werd gewijzigd.

De rentenierswoning is gelegen op de hoek van de Hoogtjestraat en de Raadhuisstraat in een gebied genaamd Wadwerderweg, dat zal worden voorgedragen als beschermd gezicht. Het pand wordt van de openbare weg gescheiden door een kleine tuin met begin twintigste-eeuws ijzeren HEK, bestaande uit pijlers waartussen een hekwerk van regels en spijlen. Aan de westzijde bevindt zich een enkelvoudig beweegbaar deel dat toegang verleent tot de entree.

Omschrijving

De twee bouwlagen hoge, deels onderkelderde RENTENIERSWONING op nagenoeg rechthoekige plattegrond heeft witgepleisterde gevels op een rood bakstenen trasraam, waarin een donker geglazuurde stenen band, dat doorloopt tot aan de onderdorpels van de vensters, en wordt gedekt door een samengestelde kap met rood/oranje geglazuurde kruispannen; witgepleisterde schoorsteen op het dakvlak aan de west-, noord- en zuidzijde; dakkapel met plat dak, waarin vensters met roedenverdeling op het dakvlak aan de west-, noord- en oostzijde en twee dakkapellen aan de zuidzijde; houten goot op klossen; witgepleisterd fries met geglazuurde paarse steen in vakwerkmotief. De gevels worden geleed door H-vensters met in het bovenlicht een houten roedenverdeling en geel glas, onder een decoratieve natuurstenen latei met rollaag en onderdorpels van paars geglazuurde steen; houten rolluiken. De drie topgevels aan de west-, noord- en oostzijde hebben strakke, gedecoreerde windveren.

In de westgevel aan de linkerzijde bevindt zich de hoofdentree in portiek waarin een houten paneeldeur met Art Nouveau-motieven met boven- en zijlichten, waarin glas-in-lood, onder een gepleisterde latei met rollaag; in de zijmuren van de portiek een H-venster; hardstenen stoep van drie treden met aan de linkerzijde een hardstenen muurtje afgedekt met paars geglazuurde steen en aan de rechterzijde een bloembak van rode baksteen. Links van de entree twee H-vensters. In de topgevel aan de rechterzijde twee H-vensters, waarboven twee smalle H-vensters, verbonden door een latei en segmentboog.

In de noordgevel bevinden zich twee H-vensters en een houten serre op een trasraam van rode baksteen onder een afgeknot schilddak. Centraal in de serre twee openslaande deuren waarvoor een hardstenen stoep van drie treden. Boven de serre een balkon met houten balustrade onder een overstekend zadeldak, waaronder een opengewerkte houten friesachtige decoratie; openslaande houten deur met zijlichten onder een latei en rollaag.

In de topgevel aan de oostzijde bevindt zich een halfronde erker onder lessenaarsdak met Maasdekking waarin drie H-vensters. Boven de erker twee H-vensters met vierruits bovenlicht, verbonden door een latei en segmentboog. Links van de erker een H-venster. In de aankapping in het linker geveldeel een samengesteld en twee-delig venster. In het dakvlak een niet-originele dakkapel.

Centraal in de zuidgevel een houten paneeldeur met twaalfruits bovenlicht waarvoor een rode bakstenen stoep van drie treden. Naast de deur twee tweeruits keldervensters met diefijzer en een klein horizontaal venster.

Aan de oostzijde is het KOETSHUIS verbonden met de woning.

Het koetshuis op rechthoekige plattegrond heeft drie witgepleisterde gevels op een trasraam van rode baksteen, waarin aan de noordgevel een band van paars geglazuurde steen. De zuidgevel is opgetrokken in rode baksteen. Het koetshuis heeft deels een plat dak en deels een mansardekap, gedekt met een grijze muldenpan. De topgevels hebben strakke houten windveren.

In de noordgevel niet-originele garagedeuren waarboven een tienruits venster en waarnaast een H-venster. In de zuidgevel drie horizontale vensters met roedenverdeling. Centraal in de westgevel een houten opgeklampte deur met links een horizontaal venster met roedenverdeling. In het dakvlak een kapel onder plat dak waarin een houten deur.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: de plafonds met Art Nouveau-motieven, de houten schouw in de voorkamer en de marmeren schouw in de achterkamer, in de hal de houten trap met Art Nouveau-motieven en de lambrizering bestaande uit witte tegels afgezet met een bruine band.

Waardering

Rentenierswoning met aangebouwd koetshuis en hek van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een rentenierswoning met aangebouwd koetshuis uit 1908 in de provincie Groningen in een Overgangsarchitectuur met Chalet- en Art Nouveau-stijl elementen

- vanwege de bijzondere vormgeving en detaillering

- vanwege het rijke materiaalgebruik

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van exterieur en delen van het interieur

- vanwege de beeldbepalende ligging in het gebied Wadwerderweg, dat zal worden voorgedragen als beschermd gezicht.