Inleiding

RENTENIERSWONING gebouwd in 1911 in opdracht van de weduwe D. Elema door architect P. Tilbusscher in een Overgangsarchitectuur. Omstreeks 1917 vestigde de heer W.K. Dusseldorp een bank in het pand. Het bankgedeelte werd in de eetkamer en alkoof ondergebracht. Tot omstreeks 1987 was de bank in het pand gevestigd. De heer Dusseldorp adviseerde boeren in beleggingen en effecten.

De rentenierswoning is gelegen aan de Wadwerderweg, op een deels afgegraven wierde. Het pand is vrij gelegen met rondom een grote tuin en wordt van de openbare weg gescheiden door een eenvoudig hekwerk, dat stamt uit het eerste kwart van de twintigste eeuw.

Omschrijving

De twee bouwlagen hoge, deels onderkelderde RENTENIERSWONING met ACHTERHUIS op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in donkerpaarse baksteen op een gepleisterd trasraam en wordt gedekt door een samengestelde kap met maasdekking; twee pirons; in het noordelijk dakvlak twee en in het westelijk en zuidelijk dakvlak één niet-origineel dakraam; overkragende houten goot op klossen. De gevels worden geleed door gevelbanden van geel en oranje steen, een fries van gekleurde steen en H- vensters, met negen- of twaalfruits bovenlichten waarin glas-in-lood, onder een decoratieve latei van granito en rood bakstenen segmentboog en onderdorpel van granito; houten rolluiken. In de topgevels strakke windveren en vlechtwerk.

De risalerende topgevel aan de voorzijde (zuidgevel) heeft aan weerszijden een pilaster, bekroond met een natuurstenen decoratie. Centraal een driezijdige erker met aan de voorzijde een gekoppeld en aan weerszijden één H-venster. Boven de erker een gemetseld balkon; dubbele houten balkondeuren waarin glas met zij- en bovenlichten; opengewerkte balustrade van baksteen en natuursteen. In de top een driehoekig venster onder rollaag; houten beschot. Aan de linkerzijde van de erker twee H-vensters; aan de rechterzijde een samengesteld H-venster.

De entree in portiek, waarvan één zijde open, bevindt zich in het linker gedeelte van de risalerende topgevel aan de oostzijde; houten paneeldeur waarin Art Nouveau-motieven met boven- en zijlichten met gekleurd glas-in-lood; gepleisterde wanden waarin een H-venster; stoep van baksteen en granito. Boven de entree een loggia waarin twee H- vensters; opengewerkte balustrade van baksteen en natuursteen. Rechts van de entree een samengesteld en een klein H-venster, waaronder een tweedelig keldervenster met diefijzer en waarboven twee kleine H-vensters met drieruits bovenlicht; in de top een vierkant vierruits venster. Aan de linkerzijde een H-venster.

Aan de achtergevel (noordgevel) is het dak ingesneden voor drie staande vensters waarin gekleurd glas-in-lood van het trappenhuis. Aan de linkerzijde het achterhuis; aan de rechterzijde twee houten terrasdeuren waarin glas met negenruits bovenlichten onder donkerpaars bakstenen rollaag en segmentboog en klein vierruits venster; terras van donkerpaarse baksteen; gemetselde stoep van vier treden.

In de westgevel een samengesteld en een H-venster, waartussen een taps toelopende schoorsteen die afgebroken is bij de goot.

Eén bouwlaag hoog, deels onderkelderd ACHTERHUIS op rechthoekige plattegrond onder plat dak opgetrokken in donkerpaarse baksteen op een iets naar voren springend trasraam; decoratief donkerpaars bakstenen fries.

De oostgevel wordt geleed door een staand vijftien- en tienruits venster onder een latei van granito en donkerpaars bakstenen segmentboog en onderdorpel van granito. Aan de linkerzijde van de achtergevel (noordzijde) twee keldervensters met diefijzers onder rollaag en een niet-origineel vierkant venster. Aan de rechterzijde een houten paneeldeur onder rollaag; gietijzeren stoep van vier treden; rechts een klein zesruits venster onder rollaag. In de westgevel twee keldervensters met diefijzers en drie staande vensters met roedenverdeling onder rollaag.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in het portaal de houten tochtdeur met zijlichten waarin glas-in-lood, in de hal de eikenhouten trap met opengewerkte balustrade en de paneeldeuren.

Waardering

Rentenierswoning met achterhuis van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een rentenierswoning uit 1911 in de provincie Groningen in een Overgangsarchitectuur

- als goed voorbeeld van het oeuvre van architect P. Tilbusscher

- vanwege de bijzondere vormgeving en detaillering

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Wadwerderweg

- als herinnering aan de grote rijkdom van boerenfamilies aan het begin van de twintigste eeuw in Usquert.