Inleiding

STATIONSGEBOUW, gebouwd in 1915 in opdracht van de Staatsspoorwegen aan de spoorlijn Groningen - Nieuweschans, die in 1868 was aangelegd. Het pand is opgetrokken in Overgangsstijl en bestaat uit een gedeelte van twee bouwlagen met op de begane grond het bureau met vestibule en op de verdieping een dienstwoning, en een gedeelte van één bouwlaag waarin de wachtkamers zijn ondergebracht. Sinds de bouw hebben er nauwelijks wijzigingen aan het pand plaatsgevonden. In 1989 heeft de NS besloten het stationsgebouw niet meer te gebruiken en plaatste een nieuwe abri aan het spoor.

Het stationsgebouw is iets teruggerooid gelegen aan de weg van Foxhol naar Kropswolde, aan de noordzijde van de spoorlijn Groningen - Nieuweschans.

Het pand kon van binnen niet worden bekeken.

Omschrijving

STATIONSGEBOUW opgetrokken deels in een bruine baksteen en deels in een gepleisterde baksteen. Het twee bouwlagen hoge gedeelte heeft een zadeldak met deels plat dak, strakke windveren en een goot op houten klossen en is gedekt met een vernieuwde rode dakpan. Het één bouwlaag hoge gedeelte heeft een schilddak met overstek, dat is gedekt met een vernieuwde rode dakpan, een goot op houten consoles en een gemetselde schoorsteen. Op het schilddak is als een dakruiter de aanbouw van de tweede bouwlaag geplaatst.

In de oostgevel van het twee bouwlagen hoge gedeelte een rondboogvormige deur (naar de bovenwoning) met kijkgat onder een blind bovenlicht met siermetselwerk onder een strek, en een dubbele, iets teruggeplaatste deur met twee deurlichten onder een halfrond vierruits bovenlicht, en een dubbel venster onder een dubbel tweeruits bovenlicht met strek. De entrees van beide deuren worden gemarkeerd natuurstenen hoekstukken. Op de verdieping twee schuifvensters, met in de onderste helft roedenverdeling, onder een strek, en twee kleine staande tweeruits vensters met strek. Bovenin de oostgevel twee schuifvensters, die deels zijn doorgetrokken in het dak.

De zuidgevel heeft op de begane grond een erker op een gesinterd trasraam onder een aangekapt schilddakje, gedekt met een zwarte Hollandse pan, met goot op klossen, vier glasruiten en een deur. Erboven een tegeltableau in geel en groen met de haltenaam KROPSWOLDE. Op de verdieping twee staande schuifvensters en in de top een vierruits venster. In de westgevel een staand venster en in het dakvlak een gepleisterde schoorsteen met baksteenaccenten die deels is doorgetrokken over de gevel. In de noordgevel op de begane grond een schuifvenster, een keldervenster met diefijzers en een dubbel venster met tweeruits bovenlichten, op de verdieping twee schuifvenster met klein venster, en in de top een schuifvenster. Alle vensters in de westgevel hebben een strek.

De gepleisterde "dakruiter" heeft aan de zuidzijde een schuifvenster en aan de westzijde een driedelig venster met strek.

De één bouwlaag hoge aanbouw heeft aan de zuidzijde twee paar openslaande deuren, een deur tussen twee zijlichten en twee dubbele H-vensters; zowel deuren als vensters hebben bovenlichten met verticale roeden. Op de hoek van de zuid- met westgevel een portiek met hoekpilaar en houten hekje en in de gevel een deur met strek en een (niet originele) deur. In de westgevel een driedelig venster met gepleisterde latei en in de noordgevel drie dubbele vensters met tweeruits bovenlichten en een klein venster met latei.

Alle vensters hebben natuurstenen onderdorpels.

INTERIEUR kon niet bekeken worden.

Waardering

Stationsgebouw van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde

- als voorbeeld van een stationsgebouw met dienstwoning uit 1915

- vanwege de opvallende detaillering en het materiaalgebruik

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van het exterieur

- vanwege de historische en ruimtelijk-visuele relatie met de spoorlijn Groningen-Nieuweschans

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Woldweg.