Inleiding

Van oorsprong een WOONHUIS uit 1885 van Dhr. A. Volker, directeur van het baggerbedrijf in Traditionele stijl met elementen uit het Classicisme. In 1930 werd het pand verbouwd en aan de achterzijde met een serre uitgebreid in Art Deco-stijl naar ontwerp van architecten Bilderbeek en Reus uit Dordrecht. Vanaf 1973 is het baggermuseum in het pand ondergebracht. Recentelijk is het museum op het achterterrein uitgebreid met een paviljoen dat via een tussenlid met het voormalige woonhuis is verbonden. Hierbij is tevens het open deel van de serre met glas dichtgezet. Het aan het tussenlid bevestigde museumpaviljoen valt buiten de bescherming van Rijkswege. Rechts van het museum staat een houten SCHUUR. Langs de weg aan de voorzijde staat een gietijzeren HEKWERK staande op een gemetselde plint en tussen pijlers, die met een marmeren plaat zijn bedekt.

Omschrijving

Het blokvormige woonhuis van baksteen bestaat uit twee bouwlagen onder een afgeplat schilddak met leien in Maasdekking; tegen de achtergevel is een eenlaagse rechthoekige serre aangebouwd. Het pand staat op een (kunst)stenen plint, heeft gemetselde hoeklisenen en wordt afgesloten door een uitkragende daklijst. Alle gevels zijn voorzien van houten kozijnen met stalen roedenverdeling; in de serre aan de achterzijde stalen kozijnen. De symmetrische voorgevel heeft een licht risalerende middenpartij waarin de hoofdentree bestaande uit een houten paneeldeur met een rondboogbovenlicht in een kunststenen omlijsting met houten luifel; op de deur en voor het bovenlicht zijn sierlijke smeedijzeren roosters aangebracht. Drie kunststenen treden en bordes leiden naar de ingang. Boven de deur een meerruits verdiepingsvenster en een dakkapel voorzien van twee meerruitsvensters in een kozijn met uitgesneden middenstijl en bekroond door een kunststenen fronton. Aan weerszijden van de risaliet twee vensterassen met meerruits schuifvensters met anderhalfsteens hanenkam en kunststenen dorpels die deel uitmaken van een gehoekte cordonlijst.

Aan de achterzijde op de begane grond de serre-aanbouw over de gehele breedte van het pand onder een plat dak (balkon) met hoog opgetrokken gemetselde balustrade. In de gevels van de serre een reeks meerruits rondboogvensters met stalen kozijnen en raamverdeling; sommigen zijn voorzien van een openslaand venster of een deur; de meeste vensters hebben de oorspronkelijke glas-in-lood boven- en zijlichten. Op de eerste verdieping van de achtergevel (woonhuis) zijn vier meerruitsvensters met persiennes; in de kap twee dakkapellen met drie staande zesruitsvensters met houten kroonlijsten.

In de rechterzijgevel een meerruitsvenster en een excentrisch geplaatste erker met geprofileerde kroonlijst. De erker heeft afgeschuinde hoeken en meerruitsvensters. Op de verdieping een dubbel venster met glas-in-lood.

In de linkerzijgevel een aanbouw met een keuken uit 1930. Een kunststenen trapje leidt naar de houten keukendeur. Hierboven een houten luifel die is opgenomen in de houten gootlijst rustend op houten klampen. In de aanbouw nog twee kleine houten keukenraampjes en een meerruitsvenster met glas-in-loodbovenlicht. Op de verdieping een vierruitsvenster met glas-in- loodbovenlicht en met houten luiken.

INTERIEUR

De plattegrond is nagenoeg gaaf. In de voorkamers houten lambrisering, houten verwarmingsombouwen en cassetteplafonds. In de woonkamer en suite ingebouwde houten servieskasten en gespannen textielbehang met latten. Het beschilderde glas-in-lood is van Bogtman, Haarlem. Marmeren gangen, in de kamers houten vloeren. In de keuken oorspronkelijke keukenkasten en een marmeren aanrecht. Kelder met gaaskasten. Houten trappenhuis met glas-in-loodraam bij het bordes. Op de verdieping parketvloeren en houten schouwen. Op de tweede verdieping bevinden zich houten bedstedes in de personeelskamers.

Terzijde van het pand staat een op rechthoekige grondslag opgetrokken houten (horizontale delen) SCHUUR op een bakstenen plint en onder een met riet gedekt zadeldak, aan de voorzijde voorzien van een houten makelaar en windveren. De regelmatig ingedeelde voorgevel aan de kopse zijde heeft centraal een getoogde dubbele deur geflankeerd door een getoogd luik; op de verdieping een getoogd hooiluik geflankeerd door een getoogd meerruitsvenster. In de zijgevel drie rechthoekige vensters en een lage deur.

Waardering

Het woonhuis is van algemeen belang wegens cultuurhistorische waarde als voormalig directeurswoning van de baggerfirma Volker.

Het pand met bijbehorend interieur is van algemeen belang wegens architectuurhistorische waarde als typisch voorbeeld van een directeurswoning uit het eind van de negentiende eeuw met een fraaie uitbreiding in Art Deco stijl.

Het pand met schuur en hek heeft stedenbouwkundige waarde vanwege de ligging aan de Molendijk en heeft als onderdeel van de overige dijkwoningen, die grotendeels in bezit van Volker waren ensemblewaarde.