Sint-Agathakerk, Lisse

Inleiding

In de bebouwde kom van Lisse gesitueerde, uit een r.k. KERK met bijbehorende pastorie en kloostergebouw bestaand kerkelijk complex. De Sint Agathakerk is gebouwd in de jaren 1902-1903 naar een ontwerp van de architect J.H.H. van Groenendael, een leerling van Pierre J.H. Cuypers. De in Neo-Gothische stijl opgetrokken, 60 meter lange "Kathedraal van de Bollenstreek" is van het type kruisbasiliek. De torenspits is ingekort in 1929 en vervangen door een Neo-Barokke bovenbouw, naar ontwerp van Jos Cuypers. Deze architect ontwierp ook de in hetzelfde jaar vervangen, in de zelfde barokke trant gebouwde vieringstoren. Het interieur is belangwekkend vanwege de rijkdom aan kunstwerken en de gaafheid ervan. De grotendeels uit 1908 daterende gebrandschilderde glas-in-lood ramen, waaronder die in het koor (absis), zijn afkomstig uit het atelier van F. Nicolas en Zonen te Roermond. De glazen in de vensters van het transept zijn in 1951 vervaardigd door de firma Dullaert in Leiden. Andere, later ingezette glazen dateren uit 1953 en 1960. De gebeeldhouwde altaren zijn vervaardigd door de Haarlemmer beeldhouwer J.P. Maes. De schilderingen zijn van de hand van de broers Jan en Kees Dunselman. Jan was verantwoordelijk voor de op doek geschilderde kruiswegstaties, Kees maakte de diverse, al secco vervaardigde muurschilderingen. De twaalf koperen verlichtingsarmaturen komen uit het Utrechtse atelier Brom, de mozaïeken vóór de altaren zijn van de Amsterdammer A.J. Hooggreef. Het houten doopfont is niet speciaal vervaardigd voor dit kerkgebouw. Het is waarschijnlijk afkomstig uit het atelier Veneman (Den Bosch) en dateert van omstreeks 1850. Het uit 1913 daterende Ademaorgel is een twee-klaviersinstrument met Neo-Gothische kassen, die zijn gemaakt door het atelier Gebr. Fransen in Roermond, naar een ontwerp van de Uterchtse beeldhouwer F.W. Mengelberg. Het altaarpodium vóór het oorspronkelijke altaar dateert uit 1968.

Omschrijving

Kerkgebouw met een plattegrond dat in hoofdlijnen kruisvormig is en is voorzien van een zadel-/schilddak (schip), een zadeldak (transept), tentdaken (kapellen) en lessenaardaken (zijbeuken), die zijn gedekt met leien (Maasdekking). De gevels van het gebouw zijn opgetrokken in schone baksteen en worden verlevendigd door accenten en details van gele baksteen, verblendsteen en natuursteen. Alle vensters zijn voorzien van ramen met glas-in-lood. De klokketoren is opgetrokken in dezelfde materialen.

Deze linksvoor het schip staande, vanuit een zeshoekige plattegrond opgetrokken toren heeft vier, naar boven toe smaller wordende, geledingen van baksteen en een met metaal beklede torenspits: in naar de straat gekeerde gevel van de eerste geleding een beslagen, dubbele deur onder een groot, spitsboogvormig bovenlicht, waarin drie met glas-in-lood ingevulde spitsboogramen en een eveneens met glas-in-loodramen ingevuld roosvenster. In de verblendstenen archivolten aan weerszijden pilasters met uit zandsteen gehouwen kapitelen. In de zijgevels van deze torengeleding een diepliggend, afzettend spitsboogvenster met glas-in-lood en afzaat aan de onderdorpel. De tweede geleding met aan de onderzijden een met leien beklede afzaat heeft per gevelveld een groot spitsboogvenster met twee gekoppelde spitsboogramen met glas-in-lood onder een blind cirkelvormig veld. In de derde geleding twee, boven met leien beklede afzaten staande spaarvelden met smalle gevelopeningen en in het bovenste deel diepliggende vensters met de vorm van gedrukte spitsbogen. Vierde torengeleding met in de voorgevel een boven een met leien gedekte afzaat staand, spitsboogvormig spaarveld met twee, eveneens spitsboogvormige galmgaten. In de zijgevels een rondboogvormig spaarveld, waarin twee minder hoge spitsboogvormige galmgaten onder een ronde wijzerplaat. Boven de vierde geleding een balustrade en een sterk gelede, met metaal beklede spits.

Het schip van de kerk heeft in de naar de straat gekeerde symmetrische kopgevel een risalerend ingangsportaal met puntgevel. In het portaal een beslagen, dubbele deur onder een groot, spitsboogvormig, deels zandstenen bovenlicht, waarin met glas-in-lood ingevulde spitsboogramen en een eveneens met glas-in-loodramen ingevuld roosvenster. In de verblendstenen archivolten aan weerszijden pilasters met uit zandsteen gehouwen kapitelen. Puntgevel met schouderstukken, hardstenen deklijsten met hogels, een kruisbloem in de top en onbewerkte zandstenen platen (wimberg) boven een dunne cordonlijst. Aan weerszijden van de met leien gedekte (maasdekking) dakschilden van het portaal een fries van spitsboog spaarveldjes met hardstenenen lijsten. Boven het portaal een groot, afzettend spitsboogvenster met dunne stijlen en traceringen van geprofileerde verblendsteen. Gevelhoeken met door hardstenen pinakels bekroonde lisenen. Terugliggende geveltop met klimmende spitsboogvormige spaarvelden boven een gemetselde balustrade met spitsbogen tussen hardstenen lijsten.

Links van de toren een als doopkapel gebouwde veelzijdige uitbouw onder met leien gedekt, octogonaal spitsdak. Tegen de linker langszijde van de kerk staat een zijbeuk, die door middel van vier gemetselde luchtbogen met het schip verbonden is; de gemetselde luchtbogen met hardstenen deklijsten op de rechte ruggen zijn verbonden met door hardstenen pinakels bekroonde steunberen. Tussen de steunberen twee afzettende spitsboogvensters met onderdorpels van geglazuurde tegels en lisenen aan de tussenliggende muurdammen. In de lessenaardaken van de zijbeuken, tussen de luchtbogen, een houten dakkapelletje met zinken pironnen en geschilderd zandlopermotief in het luik. Tussen de steunberen in de lichtbeuken, per travee drie terugliggende, gekoppelde spitsboogvensters (triplets) onder een overspanningsboog. Gevelbeëindiging in de vorm van een door een rollaag afgedekte lijst van decoratief uitgemetselde baksteen.

Aansluitend op de zijbeuk het noordelijk deel transept met twee hoog in de rechter zijgevel geplaatste spitsboogvensters. De symmetrische kopse kant heeft een ingangsportaal met puntgevel: aan een hardstenen stoepje, een beslagen portaaldeur onder hardstenen kalf en geflankeerd door een verblendstenen pilaster met een uit zandsteen gehouwen kapiteel, spitsboogvormig bovenlicht met drie ronde ramen van zandsteen met een invulling van glas-in-lood. Hardstenen schouders en deklijsten met hogels en gevelbekroning in de vorm van een kruisbloem. Vanaf de gevel schuin naar beneden lopend zadeldak, verbonden met een lessenaardak. In de muurvlakken aan weerszijden van het portaal twee smalle vensters met houten ramen. Boven het portaal drie hoog opgaande spitsboogvensters met zandstenen wisseldorpels, geprofileerde middenstijlen en afzaten van geglazuurde terracotta. Aan weerszijden van de spitsboog van het hogere middenvenster een band van siermetselwerk. Tussen dit deel van de gevel en de geveltop een verspringende cordonlijst van hardsteen. In de geveltop een reeks van vijf klimmende, blinde spitsboogvensters en een luik met zandlopermotief. Op de hoeken een dubbele, verlopende liseen, bekroond door een hardstenen pinakel met hogels en kruisbloem. In beide dakschilden twee dakkapelletjes als die op de kap van het schip.

Tussen transept en koor een kleine, aan de linker zijgevel van het transept bevestigde, vijfzijdige uitbouw onder met smeedijzeren versiering bekroond octogonaal tentdak. Twee vensters hoog in deze gevel van het transept. Tegen de noordelijke langsgevel van het koor een onder lessenaardak staand deel van de zijbeuk, een luchtboog en een veelzijdig volume (de oorspronkelijke Mariakapel) onder octogonaal tentdak, eveneens voorzien van smeedijzeren bekroning. Afzettende vensters in koor en aangebouwde volumes alle tussen lisenen of steunberen en voorzien van onderdorpels van geglazuurde terracotta. In het koor een vijfzijdige absis met hoge, samengestelde spitsboogvensters met natuurstenen wisseldorpel en onderdorpel van geglazuurde tegels. In beide met het transept verbonden koortraveeën een breder venster als die elders in het schip. Tussen de dwars op kerk staande sacristie en het koor een kapel (Jozefkapel), vergelijkbaar met die aan de andere kant van het koor. Dakkapelletjes in de kap van het koor als die elders in de kappen van schip en transept.

De sacristie telt twee bouwlagen met tuitgevel en zadel-/schilddak. In de oostelijke zijgevel per bouwlaag twee, tussen lisenen staande, gekoppelde spitsboogvensters. De onderste vensters met luiken dichtgezet. Symmetrische kopgevel met aan weerszijden van een middenliseen een venster als die in de zijgevel. Cordonlijst tussen beide bouwlagen. Geveltop met smalle vensters in klimmende spaarvelden, schouders en deklijsten van hardsteen. Kortere linker zijgevel, maar met dezelfde detaillering. Beide dakschilden met één dakkapelletje als die op de kappen van schip en transept.

De sacristie is met het zuidelijk transept verbonden door middel van octogonale hoektoren met smalle vensters en octogonale, met leien gedekte en door een smeedijzeren versiering bekroonde spits. De rest van de gevel is identiek aan de kopgevel van het noordelijke transept.

Viering van de kerk bekroond door een boven een met leien beklede onderbouw staande, met koper bekleed, octogonaal vieringstorentje met balustrade en uidak. Zuidelijke langsgevel van schip als de noordelijke langsgevel. Een plat tussenlid verbindt deze gevel met de pastorie.

Gaaf, rijkelijk beschilderd KERKINTERIEUR EN INVENTARIS met veel kerkelijke kunst uit de bouwtijd en de hierop volgende decennia. Ingangsportaal met kruisgewelfjes, terrazzovloer, dubbele paneeldeur met kruisgeheng onder hardstenen kalf en bovenlicht als die boven de ingangsdeuren. Maskerons in de kapitelen van de halfronde pilasters. Een enkele paneeldeur in het inpandige kwartronde muurdeel van de klokketoren.

Kerkruimte met rechts van het ingansportaal een ruimte die sinds 1960 diende als doopkapel, maar die functie inmiddels heeft verloren. In deze ruimte en in de zijbeuken, kruisgewelven en muurpilasters met bladwerk en maskerons in de kapitelen. Schip met terrazzovloer, de oorspronkelijke kerkbanken, illustratieve en decoratieve muurschilderingen, accenten en details van rode verblendsteen en natuursteen, en door middel van gemetselde bundelpijlers verbonden kruisribgewelven. Tussen de pijlers spitsboogvormige scheibogen naar de zijbeuken, die eveneens zijn voorzien van kruisribgewelven en halve bundelpijlers. Westelijk deel van schip met orgelgalerij boven het ingangsportaal en op hardstenen basementen staande zuilen van gepolijst porfier met zandstenen bladkapitelen rustende scheibogen van een "galilea" met dubbele portaaldeur tussen deels betegelde muren met spitsboogvormige muraalbogen.

Orgelgalerij met een deels met tulpen beschilderd driepasfries in de borstwering.

Twee-klaviers Ademaorgel met door F.W. Mengelberg ontworpen orgelkassen met neo-gotische stijlmotieven, waaronder driepassen en visblaastraceringen en spitsen op de fronttorens. Zwikken van de scheibogen onder de galerijbalustrade onder meer beschilderd met zonnebloemen. In de noordwesthoek van de zijbeuk de Mariakapel, terzijde van een overhoekse, met een insteekmuur verbonden pijler van hardsteen met waterbekken en een, in een eveens overhoekse travee van de toren geplaatste, dubbele paneeldeur met glas-in-lood binnen de zandstenen traceringen van het spitsboog bovenlicht. Betegelde Mariakapel (oorspronkelijk de doopkapel) met smeedijzeren hek en naar de oorspronkelijke functie van de kapel verwijzende tegeltableaus van een niet met name bekend atelier. Noordelijke zijbeuk met in elke travee een tussen halve bundelpijlers - met gebeeldhouwde kraagstenen aan de boogaanzetten - geklemde kruiswegstatie. Onder de tussen 1903 en 1908 geschilderde staties de oorspronkelijke, met florale motieven bedrukte wandbespanning. Extra zware bundelpijlers op de hoeken van de viering, waarin links een uit hout gesneden doopvont. In het linker transept, aan weerszijden van de zijentree twee getoogde biechtstoeldeuren met glas-in-lood en geheng onder met gesneden hogels en kruisbloemen versierde toppen en spitsbogen met schilderingen in de boogtrommels. Linksachter in het transept een kleine grafkapel met een Christusbeeld boven een gebeeldhouwd altaar uit het atelier Maes, tegeltableaus en een straalgewelf. In de oorspronkelijke Mariakapel tussen grafkapel en koor, enkele niet volledige schilderingen en lege muurvlakken, boven een kleurrijke tegellambrisering. Gebeeldhouwd altaar uit het atelier van Maes en vóór het altaar een kleurrijk mozaïek van Italiaans marmer. Koor met in 1968 vernieuwd en verhoogd altaarpodium. Tegen de absiswand het oorspronkelijke, uit zandsteen gehouwen neo-gotisch altaar uit het atelier van Maes, met tussen de marmeren kolommen van de altaartombe het Lam Gods en offerscenes.

Daarboven onder meer evangelistensymbolen, Calvarie en Laatste Avondmaal in een architectonische setting met baldakijnen, pinakels en fialetorentjes. Vóór het altaar een kleurrijk, door Hooggreef vervaardigd marmermozaïek met gevleugelde ringen, de tekens van de dierenriem, de maanstanden en symbolen voor de vier windstreken en vier werelddelen. Aan weerszijden hiervan een latijnse bijbeltekst. De glas-in-lood ramen in de absis verbeelden de sacrementen en zijn afkomstig uit het atelier van F. Nicolas en Zonen. Rechts van het koor de met de Mariakapel vergelijkbare Sint Jozefkapel met aan de wanden diverse scenes uit het leven van Jozef, een uit zandsteen gebeeldhouwd altaar (atelier Maes) en glas-in-lood uit het atelier van Nicolas. Aan weerszijden van de transeptdeuren staande biechthokjes met snijwerk rondom de deuren, vergelijkbaar met de detaillering van de biechthokjes in het noordelijke transept.

Oostelijke wand met boven het Heilige Hartaltaar en de bijbehorende, ingebouwde reliekkast een beeld van het Heilige Hart en diverse geschilderde scenes.

Tegeltableaus op het onderste deel van deze wand, aan weerszijden van het altaar. Zuidelijke zijbeuk vergelijkbaar met de noordelijke. Tussen de triplets in de lichtbeuken en de scheibogen tussen schip en zijbeuken schijntriforia met decoratieve en illustratieve schilderingen in de reeksen blinde spitsbogen. Op dezelfde hoogte in de transepten staan bifora onder de tweelichtsvensters. Aan de scheibogen en de knopen van de gewelven hangen de veertien oorspronkelijke, koperen verlichtingsarmaturen. Aan de rechter pijler van de viering een preekstoel met gebeeldhouwde neo-gotische kuip.

Links aan de voorzijde van het kerkgebouw staan nog de oorspronkelijke smeedijzeren toegangshekken tussen gemetselde hekpijlers met hardstenen ezelsruggen. Ook delen van het hek rechts daarvan en de gemetselde erfscheiding met ezelsrug en pijlertjes met hardstenen koppen zijn nog grotendeels aanwezig. Het gebogen smeedijzeren hek rondom de oude doopkapel verkeert in slechte staat.

Waardering

- De kerk is cultuurhistorisch van algemeen belang als een bijzondere, representatieve uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling en als dragend onderdeel van een kerkelijk complex.

- Het gebouw is architectuurhistorisch van algemeen belang als een laat, maar gaaf en stijlzuiver voorbeeld van neo-gotische kerkelijke bouwkunst, vanwege de bijzondere ornamentiek, vanwege het materiaalgebruik en vanwege de architectonische samenhang tussen het exterieur en het interieur. De architectuurhistorische waarde wordt benadrukt door de nog aanwezige negentiende eeuwse en vroeg-twintigste eeuwse kunstwerken, die een stilistische eenheid vormen met de architectuur.

- De kerk heeft stedebouwkundige en ensemblewaarde vanwege de bijzondere betekenis voor het aanzien van het dorp, vanwege de situering en vanwege de bijzondere functionele en visuele samenhang tussen de kerk, de pastorie en het klooster.

- Het kerkgebouw is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid van het exterieur en het interieur.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516102
Complexnaam
St. Agatha
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Ter vervanging van een in 1842 gestichte, in de bebouwde kom van Lisse gesitueerd kerkelijk complex, bestaand uit een r.k. KERK met bijbehorende PASTORIE en een KLOOSTER. De aan de heilige Agatha gewijde kerk is gebouwd in de jaren 1902-1903 naar een ontwerp van de architect J.H.H. van Groenendael, een leerling van Pierre J.H. Cuypers. Naast de in Neo-Gotische stijl opgetrokken, zestig meter lange "Kathedraal van de Bollenstreek" staat de al in 1902 voltooide, in een vergelijkbare bouwstijl opgetrokken pastorie. Het tegenover dit ensemble gesitueerde kloostergebouw het "Gesticht Sint Agatha" heeft eveneens de stylistische kenmerken van de Neo-Gothiek. Dit gebouw was reeds in gebruik toen met de bouw van de kerk en de pastorie werd begonnen.

Van de oorspronkelijk ook bij het complex behorende, achter het voormalige klooster gesitueerde school St. Joseph zijn nog slechts enkele bouwfragmenten in de gevel van de huidige school bewaard gebleven. De drie gebouwen vormen een functionele en visuele eenheid, hoewel het kloostergebouw de oorspronkelijke functie inmiddels heeft verloren.

Omschrijving

Het vanuit een kruisvormige plattegrond opgetrokken kerkgebouw staat met de hoofdentree georiënteerd op de Heereweg, evenals de aan de met de noordgevel met de kerk verbonden, vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken pastorie. Deze complexonderdelen staan tegenover het aan de andere kant van de Heereweg staande en er ook met de voorgevel op georiënteerde voormalige kloostergebouw. Alle drie complexonderdelen zijn opgetrokken in schone baksteen met details van verschillende soorten natuursteen en alle daken zijn gedekt met leien. Bij het kerkelijke complex hoort ook nog een begraafplaats en een dienstwoning. Deze complexonderdelen vallen echter niet onder de bescherming van rijkswege.

Waardering

- Het complex is cultuurhistorisch van algemeen belang als een bijzondere, representatieve uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling.

- Het complex is architectuurhistorisch van algemeen belang als een laat, maar goed voorbeeld van neo-gotische kerkelijke bouwkunst, vanwege de bijzondere ornamentiek, vanwege het materiaalgebruik en vanwege de architectonische samenhang tussen de onderdelen van het complex. De architectuurhistorische waarde wordt benadrukt door de nog aanwezige interieurdelen, die een eenheid vormen met het exterieur.

- Het complex heeft stedebouwkundige en ensemblewaarde vanwege de grote betekenis voor het aanzien van het dorp, vanwege de situering en vanwege de bijzondere functionele en visuele samenhang tussen de complexonderdelen.

- Het complex is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de ruime mate van gaafheid van het exterieur en delen van het interieur van de samenstellende complexonderdelen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kerk Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Heereweg 273 2161 BH Lisse Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kruisbasiliek
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
D 9408 Lisse
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1903 1903 vervaardiging
1929 1929 inkorting torenspits en plaatsing neo-barokke spits verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Groenendael, J.H.H. van ; Zuid-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Nickolas en Zonen, F ; Zuid-Holland glazenier
Dullaert, firma ; Zuid-Holland glazenier
Maes, J.P. ; Zuid-Holland beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Dunselman, K. ; Zuid-Holland schilder / tekenaar / graveur
Dunselman, K. ; Zuid-Holland schilder / tekenaar / graveur
Brom, Gebr. ; Zuid-Holland geelgieter
Hooggreef, A.J. ; Zuid-Holland keramist / plateelbakker / tegelbakker
Veneman, atelier ; Zuid-Holland beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Fransen, Gebr. ; Zuid-Holland beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Mengelberg, F.W. ; Zuid-Holland beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Cuypers, J.Th.J. ; Zuid-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven