Inleiding

Rooms-katholieke PAROCHIEKERK "Sint Antonius van Padua", in 1913-1914 ter plaatse van de volledig afgebroken middeleeuwse kerk gebouwd naar ontwerp van architect W.A.M. te Riele Gzn. (1867-1937). Links van de triomfboog in het koor is de eerste steen ingemetseld met de inscriptie: "PRIMUS LAPIS AoDi MCMXIII". W. TE RIELE bouwde evenals zijn vader G. te Riele voornamelijk in Gelderland en Overijssel, aanvankelijk in een aan de kerken van Cuypers en Tepe verwante neogotische stijl en later in een meer persoonlijke stijl met invloeden van het baksteen-expressionisme. De Millingse kerk behoort tot zijn vroegere werk en betreft een driebeukige kruisbasiliek in neogotische stijl.

Het vrijstaande kerkgebouw bevindt zich in de kern van Millingen aan de Rijn en is gesitueerd aan het St. Antoniusplein met het koor gericht naar de Heerbaan. De hoge klokkentoren tegen de noordelijke transeptarm is geplaatst in de zichtas van de St. Willibrordstraat. In de directe omgeving van de kerk bevinden zich de overige - niet beschermde - onderdelen van het parochiecomplex, zoals de pastorie uit 1891 (Heerbaan 101), de kosterswoning met flankerende kerktoiletten (St. Antoniusplein 2) en de begraafplaats (Chopinstraat 7). In 1913 besloot het kerkbestuur onder leiding van bouwpastoor M. Graat de middeleeuwse kerk te vervangen door volledige nieuwbouw. De uitvoering was in handen van de gebroeders Koenders uit Enschede voor een bedrag van ca. f 110.000,-. De aanvaarding van een financiële bijdrage uit het zogeheten Grewenfonds hield de verplichting in om de kerk toe te wijden aan Sint Antonius van Padua. Pas in 1926 werd de kerk geconsacreerd. Het kerkgebouw ontleent aan zijn omvang en capaciteit van ca. 1100 zitplaatsen de bijnaam: "kathedraal van het Laag". De bovenste geleding van de klokkentoren werd in maart 1945 door oorlogsgeweld verwoest en in vereenvoudigde vorm in 1954-1955 door B.W.A. Goddijn herbouwd. Onlangs is het kerkgebouw volledig gerestaureerd. Hieraan herinnert een gedenksteen rechts van de triomfboog in het koor: "RENOVATA AEDIS AoDi MVM".

Omschrijving

KERKGEBOUW van het type kruisbasiliek met driebeukig schip en transept, een koor met lagere zijkapellen en een smallere vijfzijdige koorsluiting met omgang en flankerende jongens- en meisjeskapel (thans resp. jongerencentrum en dagkapel). De hoge klokkentoren bevindt zich boven de Antoniuskapel (thans doopkapel) tussen het transept en het noorder zijkoor. Tussen het transept en het zuider zijkoor bevindt zich de sacristie.

Het doorgaande zadeldak van middenschip en koor wordt gekruist door het schilddak van het transept. De noklijn van beide daken is even hoog. De kruising wordt gemarkeerd door een lage achtzijdige spits met uivormige bekroning en vier ovale vensters. In de dakvlakken bevinden zich kleine dakkapellen (vierruits draairaam, aankapping met loden piron). De smallere en lagere koorsluiting heeft een zadeldak met schildeind. De zijbeuken van schip en transept en de zijkoren zijn voorzien van lessenaardaken. De schilddaken van de sacristie en de voormalige jongens- en meisjeskapel zijn voorzien van meerdere aankappingen. De flankerende traptoren van de westgevel en de klokkentoren aan de noordzijde hebben beide een ingesnoerde achtzijdige spits waarop een smeedijzeren kruis. Alle daken zijn gedekt met leien in maasdekking en wateren af via bakgoten op bewerkte klossen. De nokuiteinden worden gemarkeerd door loden pironnen of smeedijzeren kruisen.

De bakstenen gevels met trasraam zijn gemetseld in kruisverband en worden afgesloten door een gecombineerde muize- en bloktandlijst. In het verlengde van de venster-afzaten bevindt zich een waterlijst. De gevels worden geleed door steunberen die zich tweemaal verjongen en worden afgedekt met leien in maasdekking. Op de hoeken zijn de steunberen overhoeks geplaatst. Met uitzondering van de westgevel zijn alle gevels ter hoogte van de vensterbogen voorzien van een spitsboogfries. De boogvelden van dit fries zijn voorzien van een leemkleurige pleisterlaag waarin een kruismotief is opgenomen van rode en zwarte tegeltjes. Het merendeel van de uitgespaarde vensteropeningen wordt spitsboogvormig afgesloten en is voorzien van inspringende dagkanten. Alle muuropeningen van de sacristie en de voormalige jongens- en meisjeskapel zijn daarentegen rondboogvormig afgesloten. De vensters zijn voorzien van glas-in-loodramen.

De symmetrisch ingedeelde VOORGEVEL aan het St. Antoniusplein heeft in het midden een breed spitsboogvormig afgesloten portaal met gemetselde wimberg. Midden in het portaal bevindt zich een recht gesloten dubbele deur (oorspronkelijk twee segmentboogvormig afgesloten dubbele deuren). De zijkanten bezitten elk een segmentboogvormig afgesloten deur. De deuren zijn voorzien van eenvoudig smeedijzeren beslag. De sluitsteen van de spitsboog doet tevens dienst als voetstuk voor een stenen Antoniusbeeld met kind. Boven het beeld is een baldakijn in neogotische stijl aangebracht. Het portaal wordt aan weerszijden geflankeerd door een overhoeks geplaatste steunbeer met pinakel. Voetstuk, baldakijn en pinakels zijn uitgevoerd in rode zandsteen. Links en rechts van het portaal bevindt zich een klein lancetvenster. Boven het portaal bevindt zich een groot rondboogvormig afgesloten muurveld waarin een spitsboogvenster met bakstenen tracering. De hoge lancetvensters aan weerszijden hiervan zijn in een spitsboogvormig afgesloten muurveld geplaatst. De voorgevel wordt aan de zuidzijde geflankeerd door een achtzijdige traptoren met ingesnoerde spits. De toren is tot aan de dakvoet voorzien van smalle verticale vensters (trapsgewijs klimmend aangebracht). Alleen de bovenste geleding heeft in elke zijde een spitsboog (blind-)venster. De uitgespaarde muuropeningen in de RECHTER ZIJGEVEL (zuidzijde) zijn spitsboogvormig afgesloten; merendeels uitgevoerd als lancetvenster terwijl het middelste venster van elke travee van de lichtbeuk, transeptarm en koorsluiting is voorzien van bakstenen tracering. Ter hoogte van de ontlastingsbogen is het reeds omschreven decoratieve spitsboogfries aangebracht. De sacristie tegen het zuider zijkoor telt één bouwlaag met schilddak op rechthoekig grondplan. De uitgespaarde muuropeningen (vijf gekoppelde vensters en een ingang met twee flankerende vensters) zijn rondboogvormig afgesloten. De LINKER ZIJGEVEL (noordzijde) is grotendeels identiek aan de linker zijgevel, maar bezit voorts een uitgebouwde doopkapel met tentdak uiterst rechts, een portaal met gemetselde wimberg en segmentboogvormig afgesloten dubbele deur in de eindgevel van het transept en een klokkentoren tussen het transept en het noorder zijkoor. De toren wordt door waterlijsten in drie geledingen onderverdeeld. De eerste geleding op vierkant grondplan heeft in twee zijden een driezijdige absidiale uitbouw met lancetvensters en leien dak. De achtzijdige traptoren tegen de oostgevel van de klokkentoren is verwant aan die van de voorgevel. De vlakke tweede torengeleding bezit aansluitend op de waterlijst enkele gekoppelde lancetvensters. Eén verdieping hoger heeft elke zijde een smal verticale sleuf. De (vernieuwde) achtzijdige klokkenverdieping heeft rechthoekige galmopeningen met houten schoepen en op de vier hoeken een gemetseld torentje met tentdak. De op het oosten georiënteerde ACHTERGEVEL wordt gevormd door een hoge vijfzijdige koorsluiting en kinderkapellen aan weerszijden. De gevelindeling van de koorsluiting bestaat uit steunberen met daartussen hoge spitsboogvensters met gemetselde tracering en een afsluitend spitsboogfries. De topgevel van het koor wordt gekroond door een kunststenen kruis met flankerende pinakels van metselwerk. Hieronder bevindt zich een veld met een Christusmonogram met kroon van terracotta. De kooromgang heeft onder de dakrand drie ronde vensters. De flankerende kinderkapellen tellen één bouwlaag met schilddak op rechthoekig grondplan. De gekoppelde rondboogvensters zijn hoger ter plaatse van de topgevels met aankappingen.

Het oorspronkelijk polychroom beschilderde KERKINTERIEUR is thans wit gepleisterd. De huidige sjabloonbeschildering in de gewelfvelden is deels niet origineel. Op enkele plaatsen zijn de bakstenen in het zicht gelaten, zoals bij de lisenen, de vertanding in de spitsbogen, de gewelfribben en het fries met uitgespaarde kruisjes onder de vensters. De wandopstand bestaat uit ronde kolommen met achtzijdige platte kapitelen, een spitsboogvormige scheibogen, een lage lichtbeuk en stergewelven. De traveeën worden van elkaar gescheiden door spitse gordelbogen die rusten op tweezijdige gemetselde lisenen. De PLATTEGROND van de kerk bestaat uit een ondiepe ingangstravee met zangerstribune, een driebeukig schip van twee traveeën, een viering met transeptarmen van elk een travee, een licht verhoogd koor van anderhalve travee en een smallere vijfzijdige koorsluiting met omgang. De omgang verbindt de voormalige kinderkapellen met elkaar. Het bankenplan in het transept is een kwartslag gedraaid omdat het hoofdaltaar thans staat opgesteld in de viering. Tussen de noorder transeptarm en de noorder zijkapel bevindt zich een Antoniuskapel, thans ingericht als doopkapel, waarboven op de eerste verdieping van de klokkentoren een galerij. De vloer in de kapel is afkomstig uit het priesterkoor van de oude kerk. De zijbeuken nemen in breedte af naar het koor en de hoofdingang (centraliserend effect door bankenplan). Naast de sacristie bevindt zich een biechtstoel voor doven met dubbele deuren.

Het kerkgebouw bezit diverse INTERIEURELEMENTEN uit de oude kerk (merendeels 19de eeuws) en veel elementen van kort na de bouw (ca. 1914-1920). Afkomstig uit de oude kerk zijn onder andere een zwart marmeren doopvont met koperen deksel (midden 19e eeuw) en een 18e eeuwse eikenhouten preekstoel met vier evangelistenbustes op de kuip, op latere voet. In de jaren volgend op de bouw werd de uitmonstering onder andere aangevuld met marmeren altaren, gebrandschilderde ramen en stenen heiligenbeelden. Het enkele treden verhoogde neogotische hoogaltaar (1917) bestaat uit een marmeren onderbouw (reliëfs met vis/broodkorf, Abraham en Melchisedech), een koperen tabernakeldeur (twee engelen met tekstborden) en een houten calvariegroep er bovenop. De marmeren communiebank bestaat uit twee gelijke delen waarin aan de voorzijde elk drie velden met koperen reliëfplaten (vlnr. hert bij de waterbron, avondmaal, lam op boek, pelikaan, mannaregen, hert bij de waterbron). In het koor, de zijkapellen en de koorsluiting bevinden zich 17 gebrandschilderde ramen uit ca. 1914. De voorstellingen van de ramen in de koorsluiting vormen een zinspeling op de zeven sacramenten. De ramen zijn uitgevoerd door glasschilder W. Derix (Goch en Kevelaer) onder vermelding van de schenkers. Voorts bevinden zich vier gebrandschilderde ramen in de aan Maria gewijde noordelijke zijkapel (David op de troon, kroning van Maria, geboorte van Christus, presentatie van Maria) en zes ramen in of bij de aan Jozef gewijde zuidelijke zijkapel (de Samaritaanse vrouw, de verschijning van het H. Hart, laat de kinderen tot mij komen, Petrus, Jacobus Maior, de verrijzenis). In de koorsluiting en in de viering bevinden zich tien stenen heiligenbeelden met baldakijn die waarschijnlijk door Van Bokhoven uit Den Bosch zijn uitgevoerd in neogotische stijl (1915-1920). De kruiswegstaties in de zijbeuken en het transept zijn uitgevoerd als polychroom beschilderde reliëfvoorstellingen met onderschrift in segmentboogvormig afgesloten nissen. Voorts bevinden zich in de kerk diverse grenen deuren met briefpanelen.

Waardering

KERKGEBOUW uit 1913-1914 gewijd aan St. Antonius van Padua.

- Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een parochiekerk uit 1913-1914 in neogotische stijl. Het ontwerp valt op door de grote omvang, het bijzondere bouwvolume en silhouet (opmerkelijk zijn o.a. de situering van de hoge klokkentoren tegen de noordelijke transeptarm, de afzonderlijke kinderkapellen voor meisjes en jongens aan weerszijden van de koorsluiting en een biechtstoel speciaal voor doven), de verzorgde detaillering in de vormgeving van het exterieur en een rijk maar gedeeltelijk gewijzigd interieur, met onder meer de preekstoel en het doopvont afkomstig uit de vroegere kerk. Karakteristiek voor het werk van de architect en de ontwikkeling van de kerkbouw in het eerste kwart van de twintigste eeuw is het centraliserende effect van de plattegrond. De Millingse Antoniuskerk is een karakteristiek en belangrijk werk binnen het oeuvre van architect W. TE RIELE en voorts de belangrijkste vertegenwoordiger van diens vroegere werk in de provincie Gelderland. De meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke situatie zijn de herbouw in vereenvoudigde vorm van de bovenste torengeleding in 1954-1955, de plaatsing van een altaar in de viering, de wijziging van het bankenplan en het overschilderen van de polychrome interieurbeschildering.

- Van stedenbouwkundige waarde als essentieel onderdeel van de historisch gegroeide kern van Millingen aan de Rijn, waarin de kerk ensemblewaarde heeft in relatie met de omringende bebouwing van het r.k. parochiecomplex (pastorie, kosterswoning, kerktoiletten, H. Hartbeeld, begraafplaats) èn van bijzondere betekenis is voor het aanzien van het dorp en omgeving vanwege de omvang, het markante silhouet en de ongebruikelijke situering van de hoge klokkentoren aan de noordzijde in de zichtas van een belangrijke straat.

- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van het religieuze bewustzijn van de rooms-katholieke gemeenschap ter plaatse; een ambitieus bouwproject voor een betrekkelijk kleine gemeente in het eerste kwart van de twintigste eeuw.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516171
Provincie
Gemeente

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Parochiekerk Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Sint Antoniusplein 1 6566 EB Millingen aan de Rijn Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kruisbasiliek
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 6048 Millingen
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1913 1914 vervaardiging
1954 1955 Herbouw torenspits na oorlogsschade restauratie
Naar boven